De innerlijke strijd tegen de innerlijke strijd.
Beste Hans,
Wat ik je nu opstuur zijn de stukken en brokken die overgebleven zijn na een etmaal van schrijven, wissen, niet verzenden, overwegen, snacken, dommelen en weer van voren af aan beginnen. Je ziet, er is bitter weinig van overgebleven, met de nadruk op bitter.
Goeroes zeggen dat alles goed is zoals het is. Dat wil ik graag geloven. Maar als ik zie dat er iets niet goed is, dan is dat toch ook wat er is? Dan is dat toch ook goed? Zo ontstaat er binnen twee gedachten een paradox waarin ik hopeloos vastloop. Ik bedoel, is het nu goed dat iets niet goed is of juist niet?
Heel af en toe overkomt het me dat iets helemaal goed lijkt. Een heerlijk gevoel, maar dan bedenk ik wat er toch niet goed aan is en begin ik meteen weer te malen.
Wat wil ik nu eigenlijk? Ik wil niet meer willen, denk ik. Dan ben je overal vanaf, lijkt me. Maar dat lukt me niet, dus kan ik beter stoppen met te willen niet meer te willen, maar dan wil ik dát weer en dat wil ik ook niet. Allemaal paradoxen. Een en al perplexiteit.
Ik wil het leven omarmen. Helemaal! Ik wil niet meer willen. Helemaal niet!
Wat moet ik hiermee?
Beste Else,
Denken dat iets niet goed is zoals het is, is ook wat er is, of je wil of niet. Denken dat het niet goed is dat je denkt dat iets niet goed is zoals het is, is nog steeds wat er is, of je wil of niet. Dus dat zit wel goed.
Of het zit wel fout, goed fout, als je denkt met dit soort formules de weg uit het denken te vinden. Als je denkt jezelf een-twee-drie uit het denken te kunnen denken.
Ik ken wel meer mensen die hopen rust te vinden door het leven onvoorwaardelijke te omarmen, met alles erop en eraan, als een gegeven, als Gods wil, als het lot waartegen nu eenmaal geen verzet mogelijk is. Ze willen willoos worden als een doodgeboren lam.
Hoe moet iemand die alles verwelkomt, omgaan met innerlijk verzet? Haar verzet omarmen? Dan blijft er verzet. Zich ertegen verzetten? Dan komt er nog meer verzet. Denken dat je alles moet omarmen is al een daad van verzet.
Rust zoeken is vechten tegen je onrust. Rust zoeken in je onrust is nog steeds een vorm van onrust en nog altijd een daad van verzet.
De Eerste Wereldoorlog werd door de historicus, utopist en sciencefictionschrijver H.G. Wells the war to end all wars genoemd. Nou, dat hebben we geweten. Vier jaar lang de hel op aarde. Nog geen tweeëntwintig jaar later de Tweede Wereldoorlog, opnieuw geafficheerd als de laatste oorlog. Meteen daaroverheen de Koude Oorlog, die nog altijd woedt. Intussen de ene regionale oorlog na de andere, tot op de dag van vandaag.
Spiritualiteit: the inner war to end all inner wars. Zoeken naar the thought to end all thoughts. Gejaagd door the will to end all willing. Hoeveel jaar ben je hier nu al mee bezig?
Else: Zolang ik denk, vrees ik. Minstens sinds mijn pubertijd.
Hans: Ik denk dus ik ben perplex.
Else: Wat is perplexiteit volgens jou?
Hans: Een denken dat doldraait en tot rust hoopt te komen door nog een tandje bij te schakelen.
Else: Wat moet je anders?
Hans: Zolang je je perplexiteit probeert te vangen in je denken, zit je verstrikt in haar netten. Zolang je haar probeert te vangen in woorden zul je haar wissen. Zolang je haar probeert te vangen in stilte zul je het uitschreeuwen.
Else: En jij dan?
Hans: Bij mij is er iets doorgebrand.
Else: Het lijntje brak.
Hans: Het schip zonk, het land verdronk.
Else: Wat is een paradox volgens jou?
Hans: Een paradox is een gat in je denken. Een nooduitgang.
Else: Waar komt die op uit?
Hans: Op het gat in je denken natuurlijk.
Else: Dat snap ik niet.
Hans: Denken lijkt massief maar van dichtbij is het gatenkaas. Alle gaten zijn met elkaar verbonden. Ze vormen de tussenruimte van je gedachten. Het interstitium. Het is één groot zwart gat.
Else: En jij bent in dat gat gevallen.
Hans: Het gat in het denken is de weg uit het denken.
Else: Waarom ben jij zo lekker aan het schrijven en ik alleen maar aan het wissen?
Hans: Schrijven is vaststellen, wissen is vrijstellen. Jij doet het een of het ander. Je schrijft jezelf eerst vast en vervolgens wis je jezelf vrij. Daarna schrijf je jezelf weer vast en dan wis je jezelf weer vrij. Zo blijf je aan de gang.
Else: En jij dan?
Hans: Ik doe beide tegelijk. Schrijvend wissen. Vangend bevrijden. Aanzuigend uitblazen. Als een didgeridoo: the sound must go on.