Tweeëntwintig karikaturen van de werkelijkheid.
Denken is vereenvoudigen, beweerde ik in de slotparagraaf van De monist.
‘Denken is vereenvoudigen’ is daar een goed voorbeeld van.
Alsof het denken niet net zo goed versiert, verheelt, bespeelt, verbeeldt, verdeelt, verstiert.
Denken is echt niet altijd vereenvoudigen. Maar voor zover het vereenvoudigt, schept het duidelijkheid door overeenkomsten te benadrukken en verschillen weg te laten.
‘Voor zover het denken vereenvoudigt, schept het duidelijkheid door overeenkomsten te benadrukken en verschillen weg te laten’ is opnieuw een voorbeeld van vereenvoudigend denken.
Alsof het denken niet net zo goed vereenvoudigt door overbodige begrippen weg te snijden (het scheermes van Occam), drogredenen te ontmaskeren (argumentatieleer), verbanden te leggen of te verbreken, onderscheidingen aan te brengen of op te heffen et cetera.
Laat ik me verder niet verliezen in algemeenheden over het denken, die ik toch weer terug moet nemen, maar gewoon wat voorbeelden geven van simplistische gedachten:
‘Vluchtelingen pikken onze banen in.’
‘Niemand laat zijn eigen kind alleen.’
‘Zigeuners zijn dieven.’
‘Iedereen wil gelukkig zijn.’
‘Alle mannen lopen hun lul achterna.’
‘Zalig zijn de armen van geest.’
‘Mensen zijn in wezen goed.’
‘Alle mensen zijn egoïsten.’
‘Psychiatrie is biologie.’
‘Het is altijd nu.’
‘Alles is bewustzijn.’
‘Alles is één.’
‘Je mag niet liegen.’
‘De mens wikt en God beschikt.’
‘Religie is verlakkerij.’
‘We maken de hele aarde kapot.’
‘Corona is nog maar het begin.’
‘Dit is het einde.’
‘Lijden is een keuze.’
‘Vrije wil is een illusie.’
‘Ben je niet voor ons dan ben je tegen ons.’
Denken mag dan meer zijn dan vereenvoudigen, het heeft beslist de neiging een karikatuur van de werkelijkheid te maken.
Neem alleen al deze karikatuur van het denken.