De hokjesgeest onderscheidt vier soorten hokjesgeest: nihilisten, monisten, dualisten en pluralisten.
Nihilisten hebben niets te zeggen, daarom valt er over nihilisten niets te zeggen, ik zal over hen zwijgen als hun graf.
Onder de hokjesgeesten zijn de monisten het een-voudigst te herkennen. Ik zal nu spreken als hun graf.
Ismisme
Monisten beginnen hun zinnen graag met ‘Alles is…’, ‘Niets is…’, ‘Iedereen is…’, ‘Niemand is…’ en zo.
Monisten gebruiken ook graag generaliserende zinnen zoals ‘Monisten beginnen hun zinnen graag met…’ en ‘Monisten gebruiken ook graag generaliserende zinnen zoals…’
Net als alle na-apen vormen monisten groepjes van gelijkgestemden in navolging van een liefst overleden opperaap en onder de vlag van een liefst onuitsprekelijk polysyllabisme. Want hoe verschillend monisten ook mogen lijken, ze zijn allemaal polysyllabist.*
* Polysyllabisme: 1. meerlettergrepig woord, bijvoorbeeld polysyllabisme; 2. meerlettergrepige leer, bijvoorbeeld polysyllabisme. Polysyllabist: 1. iemand die vaak polysyllabismen gebruikt; 2. iemand die een of het polysyllabisme aanhangt.
De neiging om je aan te sluiten bij een of ander isme, maakt niet uit welk, noem ik ismisme (is-mis-me), iemand met die neiging een ismist (is-mist).
Het geloof in het ismisme noem ik ismismisme (is-mis-mis-me), een gelovige daarin een ismismist (is-mis-mist); inderdaad, de mist wordt steeds dichter.
Het geloof in het ismismisme noem ik ismismismisme (is-mis-mis-mis-me), een gelovige daarin een ismismismist (is-mis-mis-mist) enzovoort.
Dit is een oneindige reeks hokjes, er staat er vast wel eentje voor je leeg.
Alles is…
Ismisten die het eens zijn noem ik onderlingen, ismisten die het oneens zijn anderlingen.
Dit waren twee hokjes.
Ismisten bevestigen onderlingen en bevechten anderlingen, want niet alles is liefde, hè. Maar wat is alles dan wel?
Het is maar net aan wie je het vraagt:
Alles is oer (archè), leert Anaximander.
Alles is chaos, leert Anaxagoras.
Alles is water, leert Thales.
Alles is lucht, leert Anaximenes.
Alles is aarde, leert Xenophanes.
Alles is vuur, leert Heraclitus.
Alles is getal, leert Pythagoras.
Alles is zijn, leert Parmenides.
Alles is goddelijk, leert de pantheïst.
Alles is God (En-sof), leert de kabbalist.
Alles is Brahman, leert de hindoe.
Alles is Tao, leert de taoïst.
Alles is leeg, leert de boeddhist.
Alles is ik, leert de solipsist.
Alles is bewustzijn, leert de non-dualist
Alles is energie, leert de energeticus.
Alles is stof, leert de materialist.
Alles is geest, leert de idealist.
En als je het jou vraagt?
Een kindergeest is gauw gevuld
Of je alles nu herleidt tot geest of tot god, tot oer of tot snot, het monistische denken blijft monotoon. Vlakker dan gregoriaans gezang, repetitiever dan minimalistische muziek, kleurlozer dan witte ruis – een beter slaapmiddel ken ik niet.
Niets aan te doen, denken is vereenvoudigen. Neem alleen al deze zin, ‘denken is vereenvoudigen’. Alsof ons denken geen ander doel dient dan vereenvoudigen. Alsof ons denken altijd een doel dient. Alsof ons denken van ons is. Belachelijk, toch?
Of neem de zin ‘belachelijk, toch?’ Belachelijk, toch? Alsof een gedachte belachelijk is omdat hij de zaken op een bepaalde manier voorstelt. Waarom niet ‘boeiend, toch?’ Maakt niet uit, op zijn eigen manier is ‘belachelijk, toch’ boeiend, toch?
Monisme schijnt verslavend te zijn. Monisten spreken steeds dezelfde formules uit om een werkelijkheid te bezweren die zich uitsluitend in inhoudsloze tautologieën zoals ‘alles is…’ laat vangen. Een kindergeest is gauw gevuld, en zie hem dan nog maar eens leeg te krijgen.
Die bijzin – ‘om een werkelijkheid te bezweren die zich uitsluitend in inhoudsloze tautologieën laat vangen’ – is zelf weer typisch gemakzuchtige monistische flauwekul, had je het door?
Alsof ik kan weten dat we in een werkelijkheid leven die zich uitsluitend in inhoudsloze tautologieën laat vangen.
Alsof ik kan weten waarom mensen monistische formules uitspreken.
Alsof ze dat allemaal steeds om dezelfde reden doen.
Alsof ze alles om een reden doen.
Belachelijk, toch?
Boeiend, nietwaar?