Deel 7 van een dwaalgesprek in 14 delen over niet-weten als sleutel zonder slot voor de poort zonder poort. (De delen kunnen los van elkaar gelezen worden.)
Sofie: Laatst las ik dat verlichting niet het resultaat is van verdienste of inzet maar van genade. Hoe zie jij dat als agnost?
Hans: Genade van wie voor wie?
Sofie: Van iets dat oneindig veel groter is dan wijzelf, waarvoor we ons alleen maar open kunnen stellen.
Hans: En, lukt het een beetje?
Sofie: Wat is de rol van genade in niet-weten?
Hans: Dat je maar hebt af te wachten of ooit het kwartje bij je zal vallen dat er wel nooit een kwartje bij je zal vallen.
Sofie: Je weet maar nooit of je tot niet-weten zal komen.
Hans: En je weet maar nooit of je erin blijft.
Sofie: Dat klinkt wel heel ongewis.
Hans: Een ander woord voor niet-weten.
Sofie: Maar als je er nou voor kiest…
Hans: Wie zegt dat je voor niet-weten kan kiezen?
Sofie: Wou jij beweren van niet?
Hans: Mij niet gezien.
Sofie: Zijn er geen onweerlegbare argumenten voor niet-weten te vinden?
Hans: Niet-weten is geen leer, wat valt er dan te beargumenteren? Waar wou je je naartoe redeneren?
Sofie: Je kan niet bewijzen dat je niets kan bewijzen.
Hans: En het is niet evident dat niets evident is.
Sofie: Hoe kom je er dan wel?
Hans: Jij of ik?
Sofie: Ik?
Hans: Weet ik niet.
Sofie: Jij?
Hans: Misschien kwam ik tot niet-weten toen ik het vertrouwen in het redeneren verloor, als het al niet andersom was. Daar heb ik niet voor gekozen, dat is me overkomen. Als het aan mij had gelegen zou ik er nog steeds in geloven.
Sofie: Genade dus.
Hans: Kan je verlicht worden door verdienste of inzet? Geen idee. Kan je verlicht worden? Geen idee. Kan je voor niet-weten kiezen? Geen idee. Kan je ergens voor kiezen? Geen idee. Is er iets dat oneindig veel groter is dan wijzelf? Geen idee. Kunnen wij ons daarvoor openstellen? Geen idee. Kan dat oneindig veel grotere genade schenken? Geen idee. Kan je…
Sofie: Ik geef me over.
Hans: Ik bedoel maar.
Sofie: Wat?
Hans: Niet-weten is genadeloos.