Een oxymoron is een stijlfiguur in de vorm van een verbinding van twee tegengestelde begrippen, bijvoorbeeld ‘van een hemelse platvloersheid’ of ‘een levende dode’ of ‘een oorverdovende stilte’.
Vaak is de eerste term een bijvoeglijk, de tweede een zelfstandig naamwoord.
‘Oxymoron’ is zelf een oxymoron, samengesteld uit de Griekse woorden oxys (slim) en moros (dom).
Paradoxen in het algemeen en oxymorons in het bijzonder behoren tot de belangrijkste stijlfiguren van de agnost:
– wetend niet-weten
– gevend niet-geven
– wissend schrijven
– duiden zonder duiden
– de wijsheid voorbij alle wijsheid
Oxymorons kunnen uitdrukkingen zijn, zoals hierboven, of zinnen, zoals hieronder:
– Mijn spreken is even nietszeggend als mijn zwijgen welsprekend.
– Wat goed is in het ene opzicht is verkeerd in het andere.
Een van de meest bekende spirituele oxymorons komt uit de traditie van het zenboeddhisme: de poortloze poort, een gevleugeld woord sinds de Chinese chanboeddhist Wumen het als titel voor zijn koancollectie gebruikte.
Een andere staat in de Daodejing: wei wu wei of doende niet doen.
Ook in de neoplatoonse filosofie, in de negatieve theologie en in de oosterse filosofie is het oxymoron gemeengoed.
Veel voorkomende formats van het oxymoron
Veel oxymorons zijn te vatten in formules als X en niet-X, X noch niet-X en voorbij X en niet-X, bijvoorbeeld goed én kwaad, goed noch kwaad, voorbij goed en kwaad.
Als je in de tweede formule de tweede term vervangt door zonder X krijg je een vijfde formule: X-zonder-X, in ons voorbeeld goed-zonder-goed of kwaad-zonder-kwaad.
Knoflookkruid, dat wel naar knoflook ruikt maar geen knollen vormt, dankt aan dit verschil zijn naam: look-zonder-look.
Toegepast op niet-weten levert het oxymoron zes equivalente uitdrukkingen op:
– wetend niet-weten
– weten én niet-weten
– weten noch niet-weten
– voorbij weten en niet-weten
– weten zonder weten
– niet-weten zonder niet-weten
De laatste is misschien wat zonderling, maar toch een goede waarschuwing tegen de onweerstaanbare neiging niet-weten te verabsoluteren tot een zaak, toestand, persoon, waarheid of god.*
* Personificatie, reïficatie, deïficatie – mensen zijn er verzot op. Fabriceren, mummificeren, pontificeren. Essentialisme, heet dat in de filosofie, eternalisme, substantialisme. Een weetniet is er altijd op bedacht.
Toegepast op niet-zeggen:
– zeggend niet zeggen
– zeggen én niet zeggen
– zeggen noch niet zeggen
– voorbij zeggen en niet zeggen
– zeggen zonder zeggen
– niet zeggen zonder niet zeggen
En op niet-doen:
– doende niet doen
– doen én niet doen
– doen noch niet doen
– voorbij doen en niet doen
– doen zonder doen
– niet doen zonder niet doen
Zes formules en hun namen
Hieronder de zes formules van het oxymoron nog even op een rijtje. Ik heb ze voor de herkenbaarheid een naam gegeven, die je meteen weer mag vergeten (als je hem al kan onthouden).
1. bijvoeglijke ontkenning: X’ niet-X
2. dubbele bevestiging: X én niet-X
3. dubbele ontkenning: X noch niet-X
4. overstijging: voorbij X en niet-X
5. positieve herroeping: X-zonder-X
6. negatieve herroeping: niet-X zonder niet-X
In 1 staat X’ voor het van X afgeleide bijvoeglijk naamwoord.
Oxymorons in de Poortloze Poort
In mijn boek Niet om door te komen! De Poortloze Poort gebruik ik veel oxymorons van het type X zonder X:
– boeddha zonder boeddha (een ‘boeddha’, een lege boeddha);
– doen zonder doen (‘doen’, niet-doen);
– ik zonder ik (‘ik’);
– een leer zonder leer (een ‘leer’, de lege leer);
– de waarheid zonder waarheid (de ‘waarheid’);
– weten zonder weten (niet-weten);
– willen zonder willen (‘willen’);
– de wijsheid zonder wijsheid (lege wijsheid).
Er staan ook oxymorons van het type X zonder Y in:
– deugd zonder regels (‘deugd’, de lege deugd);
– de leer zonder inhoud (de ‘leer’, de lege leer)
– een leraar zonder kennis (een ‘leraar’, een lege leraar);
– mystiek zonder mysterie (‘mystiek’, lege mystiek);
– een oordeel zonder gelijk (een ‘oordeel’);
– een sleutel zonder slot (een ‘sleutel’);
– een traditie zonder verleden (een ‘traditie’).
Daarnaast bevat de Poort elliptische (verkorte) oxymorons van de typen ‘X zonder X’ en ‘X en niet-X’:
– niet-bereiken (bereiken zonder bereiken, bereiken én niet bereiken, het niet bereiken bereiken);
– niet-denken (denken zonder denken, denkend niet denken);
– niet-doen (doen zonder doen, doende niet doen);
– niet-geloven (geloven zonder geloven, geloven én niet geloven);
– niet-grijpen, niet-hebben (hebben zonder hebben);
– niet-hechten (hechten zonder hechten);
– niet-mediteren (mediteren zonder mediteren);
– niet-oordelen (oordelen zonder oordelen);