Iedere dwaaltekst is er één teveel
Teksten over niet-weten gaan nergens over, deze ook niet.
Daarom is iedere dwaaltekst er één teveel.
Een mooi woord voor teveel is ‘redundant’.
Iets heet redundant als het best gemist kan worden.
Zo kan het woord ‘redundant’ best gemist worden.
Zo kan deze tekst ook best gemist worden.
Zo kunnen al mijn teksten best gemist worden.
Zo kan hun schrijver ook best gemist worden.
Ik heb hem tenminste nog geen dag gemist sinds hij zijn contouren verloor in de mist van niet-weten.
Het loslaten vastleggen
Over niet-weten valt niets stelligs te zeggen, bevestigend noch ontkennend.
Niet-weten is nou eenmaal ont-stellend.
Vandaar dat het geen essentiële teksten kent – niet één.
Alle dwaalteksten, hoe puntig of wollig ook, zijn overbodig.
Wat ze doen is het loslaten vastleggen.
En dat ter plaatse weer loslaten.
Zonder woorden gaat het helemáál niet
Zou je niet-weten canoniseren dan kreeg je een lege canon.
Dé lege canon, Ø, want waarin zou de ene lege canon, moeten verschillen van de andere lege canon?
Da’s niet zo best voor een schrijver over niet-weten.
Aan de andere kant: zonder woorden gaat het helemáál niet.
Spreektaal, beeldtaal, programmeertaal, dierentaal, lichaamstaal, stameltaal, wartaal, wantaal – ik gebruik ze allemaal.
Met handen en voeten vertel ik mijn laatste verhaal.