Zintuiglijke waarneming is de gevangene van het intellect. Weet ook dat het intellect de gevangene is van de geest. De geest bevrijdt de gekluisterde hand van het intellect en brengt de warboel in evenwicht.
Rumi
Hans: Zintuiglijke waarneming, het intellect, de geest – wat een warboel weer.
Ayah: Hoezo?
Hans: Zie ze maar eens uit elkaar te houden.
Ayah: Vraag het anders eens aan een psycholoog.
Hans: Helpt niks.
Ayah: Hoezo?
Hans: Ik heb zeven jaar psychologie gestudeerd om zaken als het lichaam, de zintuigen, zintuiglijke waarneming, het intellect, de geest, de wil, de ziel, het ego, het id, het geweten, de rede, het hart, intuïtie, gedrag, gevoel, gedachte, woord en begrip te leren onderscheiden.
Ayah: En?
Hans: In het begin ging het nog wel…
Ayah: Maar gaandeweg raakte je de draad kwijt?
Hans: Aan het eind kon ik niets meer uit elkaar houden.
Ayah: Niet echt.
Hans: Echt niet.
Ayah: Wat heb je er dan geleerd?
Hans: Dat heb ik er dan geleerd.
Ayah: Dat alles met elkaar samenhangt?
Hans: Om samen te kunnen hangen moeten dingen eerst onafhankelijk bestaan.
Ayah: En dat doen ze niet?
Hans: Als je helemaal niks meer uit elkaar kunt houden, hoe moet je dan vaststellen wat er onafhankelijk bestaat?
Ayah: Verwijs je nu naar de boeddhistische doctrine van afhankelijk bestaan?
Hans: Een duur woord voor niet weten.
Ayah: Dus volgens jou is het niet zo dat zintuiglijke waarneming de gevangene is van het intellect, het intellect de gevangene van de geest, en dat de geest de gekluisterde hand van het intellect bevrijdt en de warboel in evenwicht brengt?
Hans: Ik zou het zelfs niet willen tegenspreken.
Ayah: Hoe zou jij het zeggen?
Hans: De geest bevrijdt de geest van de geest.
Ayah: Hoppa.
Hans: Het scheermes van Occam.
Ayah: Gooi alle begrippen weg die je niet nodig hebt.
Hans: Om te beginnen.
Ayah: Wat als de geest bevrijd is van de geest?
Hans: Dan ben je eindelijk vrij van geest.
Ayah: Wat als je eindelijk vrij van geest bent?
Hans: Dan kun je eindelijk de warboel de warboel laten.
Ayah: Die moet je toch juist in evenwicht brengen?
Hans: Dat is al het evenwicht.
Ayah: De warboel de warboel laten is de warboel in evenwicht brengen?
Hans: Wat zou jou in een volstrekte warboel nog uit evenwicht kunnen brengen?
Ayah: Wie niet opstaat kan niet vallen, wou je zeggen.
Hans: Zolang je valt kun je niet opstaan, zou ik zeggen.
Ayah: Is het intellect dan bevrijd van de geest? Is de zintuiglijke waarneming dan bevrijd van het intellect?
Hans: Weet jij het verschil tussen de zintuiglijke waarneming, het intellect en de geest?
Ayah: Ik dacht van wel, maar ik heb er niet voor geleerd.
Hans: Is er eigenlijk wel zoiets als de zintuiglijke waarneming, het intellect en de geest?
Ayah: Die woorden zijn er toch niet voor niets?
Hans: Ze zijn er om dingen mee te zeggen, maar daarom zijn het nog geen dingen.
Ayah: Een woord is een wijze van spreken, wou je zeggen.
Hans: Wat anders.
Ayah: Woorden zijn geen labels van bestaande dingen.
Hans: Dat is nou net de vraag.
Ayah: Als de geest een wijze van spreken is, wat is dan die vrijheid van geest van jou?
Hans: Een wijze van spreken natuurlijk.
Ayah: Waarvoor?
Hans: Niet blijven hangen in de gedachte dat je een geest hebt, niet blijven hangen in de gedachte dat je geen geest hebt.
Niet blijven hangen in de gedachte dat je een intellect hebt, niet blijven hangen in de gedachte dat je geen intellect hebt.
Niet blijven hangen in de gedachte dat het intellect de gevangene van de geest is, niet blijven hangen in de gedachte dat het intellect niet de gevangene van de geest is.
Niet blijven hangen in de gedachte dat er zoiets is als zintuiglijke waarneming los van het intellect of de geest, niet blijven hangen in de gedachte dat er niet zoiets is.
Niet blijven hangen in de gedachte dat de zintuiglijke waarneming de gevangene van het intellect is, niet blijven hangen in de gedachte dat het dat niet is.
Ayah: En als je er toch in blijft hangen?
Hans: Niet blijven hangen in de gedachte dat jij het bent of dat jij het niet bent die erin blijft hangen.
Ayah: En als je toch blijft hangen in de gedachte dat jij het bent of niet bent?
Hans: Niet blijven hangen in de gedachte dat er een jij is of dat er geen jij is die ergens in kan blijven hangen.
Ayah: En als je toch ergens in blijft hangen?
Hans: Dan is je geest niet vrij.
Ayah: Bij wijze van spreken.
Hans: Hoe anders.
Ayah: Wat een warboel.
Hans: Maar helemaal in evenwicht.
Afbeelding: ‘De warboel de warboel laten is de warboel in evenwicht brengen.’
Kun jij het lichaam, de zintuigen, zintuiglijke waarneming, het intellect, de geest, de wil, de ziel, het ego, het id, het geweten, de rede, het hart, intuïtie, gedrag, gevoel, gedachte en woord allemaal netjes uit elkaar houden?
Denk jij dat dit bestaande entiteiten zijn of wijzen van spreken?
Denk jij dat het voor iedereen goed zou zijn om vrij van geest te zijn?
Denk jij dat iedereen een vrije geest in zich heeft?
Denk jij dat jij een vrije geest hebt?
Denk jij dat vrijheid een entiteit is of een wijze van spreken?
Wat denk je allemaal niet?