Men zegt: ‘Dit is een verrukkelijk dorp.’ Maar nog verrukkelijker is het hart van de mens die kan zeggen: ‘Ik ben niet verrukt van verrukkelijke dorpen!’
Yahya Razi
Hans: Een verrukkelijk gedachte…
Ayah: Maar?
Hans: Nog verrukkelijker is het hart van de mens die kan zeggen…
Ayah: ‘Ik ben niet verrukt van verrukkelijke gedachten!’
Hans: Een verrukkelijk gedachte…
Ayah: Maar?
Hans: Nog verrukkelijker is het hart van de mens die kan zeggen…
Ayah: ‘Ik ben niet verrukt van de gedachte dat ik niet verrukt ben van verrukkelijke gedachten!’
Hans: Heerlijk hè?
Ayah: Kicken.
Hans: Een soort extase.
Ayah: Uit jezelf treden.
Hans: Uit je gedachten treden.
Ayah: Ah ja.
Hans: Ook uit deze.
Ayah: Oh ja.
Hans: Verrukking is verslavend.
Ayah: Het laat zich niet onderdrukken.
Hans: Behalve door een grotere verrukking.
Ayah: Maar waar haal je die zo gauw vandaan?
Hans: De verrukking van een weten laat zich alleen verdringen door de grotere verrukking van een groter weten.
Ayah: Waardoor het eerdere weten ineens kleiner lijkt.
Hans: Een vorm van verdrukking.
Ayah: En de verrukking van een groter weten?
Hans: Die laat zich alleen verdringen door de verrukking van een groots weten.
Ayah: En de verrukking van een groots weten?
Hans: Die laat zich alleen nog verdringen door de verrukking van niet-weten.
Ayah: Is daar een einde aan?
Hans: Ik zou het echt niet weten.