Koning der kieren
– Ben jij altijd zo kattig, Hans?
– Alleen tegen katten.
– Waarom?
– Omdat ik eigenlijk een muis ben.
– Ha ha, het ware gezicht van Hans van Dam.
– Mijn ware snuit.
– En ik maar denken dat jij een leeuw was.
– Weer een illusie armer.
– Die kan BRULLEN dat horen en zien je vergaat.
– Piep.
– Genade!
– En?
– Wat?
– Zijn horen en zien je al vergaan?
– Nog lang niet, Hans.
– Dan zal dat het verschil wel zijn.