Niet-weten is bronwater voor de geest.
Beste Hans,
Nooit eerder heb ik iemand zo gemakkelijk paradoxen aan elkaar zien rijgen als jij. Maar je kan van gewone stervelingen toch niet verwachten dat ze hun niet-weten op deze manier uitdrukken?
Beste Karin,
Nee zeg, stel je voor. Maar waarom zou je je niet-weten ook willen uitdrukken? Dat heeft helemaal geen zin. Behalve voor gewone stervelingen als ik die toevallig niks beters te doen hebben.
Karin: Wat is niet-weten in de praktijk?
Hans: In de praktijk is niet-weten gewoon je schouders ophalen over alle dwaze gedachten die de hele dag door je hoofd schieten, nu deze weer.
Karin: Waarom dan dat gegoochel met paradoxen?
Hans: Paradoxen gebruik ik alleen maar om niets te zeggen zonder meteen in stilzwijgen te vervallen. Niets zeggen zonder meteen in stilzwijgen te vervallen doe ik alleen maar om mensen een voorproefje van de smaak van niet-weten te geven. Dat kan misschien ook op andere manieren, als het al kan, maar dit is toevallig de mijne.
Karin: Als ik je dwaalteksten lees denk ik steeds: zo denk ik niet. Dat kan ik nooit.
Hans: Ik ook niet hoor. Het klopt dat mijn denken zichzelf de hele dag door ondermijnt, maar lang niet zo uitdrukkelijk en beheerst als mijn schrijfsels suggereren.
Dwaalteksten zijn bouwwerkjes die langzaam tot stand komen, waarbij ik de innerlijke tegenstrijdigheid van de tekst stap voor stap verhoog en verfijn. Soms zijn ze in vijf minuten klaar maar meestal hebben ze een doorlooptijd van maanden of jaren. Eigenlijk zijn ze nooit af.
Karin: Hoe verhoudt jouw denken zich dan tot je teksten?
Hans: Als suikerbieten tot kristalsuiker.
Karin: Een hele geruststelling.
Hans: Zeker weten.
Karin: Als je alleen maar een voorproefje van de smaak van niet-weten wilt geven, waarom schrijf je dan niet gewoon je gedachten uit zoals ze je invallen?
Hans: Waarom doe jij niet gewoon suikerbieten in je koffie?
Karin: Ik hou niet van koude koffie.
Hans: Ik hou niet van troebele teksten.
Karin: Waarmee kan je de smaak van niet-weten vergelijken?
Hans: Het is maar net aan wie je het vraagt, zei de mestkever tegen de oorwurm.
Karin: Diksap? Likeur? Champagne?
Hans: Optimist.
Karin: Azijn? Sambal? Gal?
Hans: Pessimist.
Karin: Wat dan wel?
Hans: Water. Helder, smaakloos, reukloos, vormloos water. De enige dorstlesser waar je geen dorst van krijgt.
Karin: Niet-weten is bronwater voor de geest.
Hans: Proost.