In de justitiële inrichtingen zijn niet alleen boeddhistische geestelijke verzorgers actief. Gedetineerden kunnen ook contact aanvragen met Joodse, christelijke, islamitische of humanistische geestelijke verzorgers. En met vrijwilligers van Gevangenenzorg Nederland, een organisatie op christelijke grondslag.
Criminaliteit kent alleen verliezers. Straf is nodig. Maar dat is niet genoeg. Gerechtigheid vraagt óók om barmhartigheid. Iedereen verdient een tweede kans. Daarom reikt Gevangenenzorg Nederland (ex-)gevangenen, tbs-patiënten en hun familie de helpende hand om samen te werken aan herstel. Dit doet ze samen met ruim 650 vrijwilligers. De vrijwilligers hebben met ongeveer 350 gevangenen contact. De organisatie biedt hen een luisterend oor en begeleidt hen naar een zelfstandig bestaan. Geloof in herstel is daarin een belangrijk item. Met steun van kerken, bedrijven, fondsen en particulieren. Want wie redt het om in z’n eentje zijn vastgelopen leven weer vlot te trekken?
Ons leven is een kostbaar geschenk. Het verdient bescherming en respect. Criminaliteit heeft daar geen boodschap aan. Dat is zonde, want er zijn alleen maar verliezers. En zo worden mensen slachtoffer, voelt de samenleving zich onveilig en laat de dader zijn familie achter met verdriet, schaamte en grote zorgen. De rechter veroordeelt de dader wel, maar dat is niet genoeg! Gerechtigheid vraagt óók om barmhartigheid.
Persoonlijke aandacht en verantwoordelijkheid staat centraal. De vrijwilligers maken tijd om samen te ontdekken wat er fout ging en wat er nodig is om het leven om te buigen naar een nieuwe toekomst. De (ex-)gevangenen, tbs-patiënten en hun families worden alleen bezocht wanneer zij dat zelf willen. Daarnaast wordt iedereen geholpen, ongeacht zijn afkomst, levensovertuiging of etniciteit. Wederzijds respect vormt de basis van het werk. De organisatie kent een breed draagvlak. Meer dan 17.000 donateurs steunen het werk. Daarnaast zijn er honderden kerken en bedrijven die financieel bijdragen aan de organisatie.
Gevangenenzorg Nederland wil criminaliteit verminderen en gevangenen een luisterend oor bieden. Het bezoek van de vrijwilliger gaat niet af van het familiebezoek. De vrijwilligers mogen van justitie buiten de vaste bezoektijden komen. De gesprekken vinden plaats in een spreekkamer. De vrijwilligers krijgen begeleiding van maatschappelijk werkers op het kantoor in Zoetermeer.
Marcel verbleef vijf jaar in een beruchte, buitenlandse gevangenis. Die gevangenis was heel anders dan de Nederlandse gevangenissen. De vele gevangenen bevonden zich met zijn allen in eenzelfde ruimte. Binnen de muren van de gevangenis gingen de gevangenen door met hun illegale praktijken. Moord en verkrachting vonden geregeld plaats. Marcel deed een verzoek om het laatste jaar van zijn straf in Nederland te mogen doorbrengen. Zijn laatste jaar heeft hij doorgebracht in twee verschillende gevangenissen. De straf zit hem zowel in buitenlandse als Nederlandse gevangenissen in de vrijheidsbeperking, wel zijn er grote verschillen met buitenlandse gevangenissen. Je wordt in Nederland beter behandeld. Tijdens zijn gevangenschap in Nederland ontmoette Marcel bezoekvrijwilliger Mari.
Mari vertelt dat Marcel tijdens hun eerste ontmoeting direct duidelijk wilde maken dat hij eigenlijk onschuldig was. Hij zou er in geluisd zijn door anderen. Mari zijn reactie verraste Marcel: ‘Het maakt mij niet heel veel uit. Het zou mooi zijn als het waar is wat je zegt.’ Mari bezocht Marcel niet om over hem te oordelen, maar om naar hem te luisteren.
Na een jaar gezeten te hebben in een Nederlandse gevangenis werd Marcel vrijgelaten. Mari wachtte hem op bij de poort: ‘hij had toen helemaal niets. Hij kwam de poort uit zonder jas. Mijn vrouw en ik hadden een jas voor hem geregeld. Marcel had alleen maar zomerkleren.’ Marcel had ook geen geld of perspectief op inkomsten. Bezoekvrijwilliger Mari had daarom de gemeente gebeld voor een uitkering. Ook werd er een woonruimte gevonden.
Jozef groeide van een deugniet uit tot een harde crimineel. Hij veroorzaakte heel veel leed. Bij zijn familie, maar zeker ook bij zijn slachtoffers. Het duurde jaren voordat hij dat inzag en een stap naar herstel kon maken. Tijdens de zogenoemde SOS cursus van Gevangenenzorg gingen zijn ogen eindelijk open.
Jozef is zeventien als hij met harddrugs in aanraking komt. Dan gaat het verder bergafwaarts. ‘Ik ging ook over op zwaardere criminaliteit en werd al snel opgepakt voor een ernstig delict.’ Daarna is Jozefs leven een herhaling van zetten: detentie – terugval – zwaar delict – detentie. Van de laatste 25 jaar van zijn leven bracht hij er ruim 20 achter tralies door.
En toch is er in die tijd iets veranderd. Heel geleidelijk. Vijftien jaar terug confronteerde een maatschappelijk werker Jozef met zichzelf. Jozef: ‘Zij zag hoe negatief ik was en dat ik altijd weer de confrontatie opzocht. Ze zei: ‘Je moet iets aan jezelf doen. Want als je je huis bouwt op poep, blijf je in de poep wegzakken.’’ Latere therapieën zorgen ervoor dat hij steeds meer in contact komt met zichzelf. Dan begint hij ook na te denken over zijn familie en wat zijn levenskeuzes betekenen voor zijn moeder en zijn broers en zussen.
Cursusleider en vrijwilligster, Annemieke herinnert zich Jozef nog goed. ‘Hij was altijd op tijd en deed altijd volop mee. Maar hij zei vanaf het begin: ‘Ik kom vanwege mijn familie. Die slachtoffers, daar heb ik niks mee.’’ Jozef wil het wel uitleggen. ‘Ik kon me niet inleven in slachtoffers. Ik dacht altijd: stel je niet aan. Denk je dat ik nooit iets heb meegemaakt? Ik zeur toch ook niet?’
Als in één van de lessen een slachtoffer van een roofoverval aan het woord komt, wordt Jozef toch geraakt. ‘Ik realiseerde me voor het eerst dat ik zelf voor dit leven heb gekozen, maar zo’n caissière niet. Zij is gewoon bezig mensen te helpen.’ Toch kan hij er op dat moment nog niets mee, Jozef is eerst bezig om het leed te herstellen dat hij zijn eigen familie aandeed. Daarin maakt hij belangrijke stappen.
Na de SOS Cursus wil Jozef verder. Als eerste doet hij mee met SOS Follow Up. Hij wil met twee problemen aan de slag: minder impulsief zijn en zich toch meer kunnen inleven in zijn slachtoffers. Annemiek gaat met hem het gesprek aan en ze maakt het hem niet makkelijk, vertelt Jozef. ‘Ze zette mij keihard aan het denken. Ik kreeg andere inzichten over mezelf. Dat was niet altijd leuk, maar wel goed.’ Ook zijn kijk op slachtoffers verandert. Annemiek tegen Jozef: ‘Halverwege de cursus besefte je: zo voelt een slachtoffer zich. Toen heb je een omkeer gemaakt en wilde je je slachtoffers spreken.’ Jozef bevestigt het. ‘Ik begreep dat ik hen leed heb aangedaan en dat ik dat hoor goed te maken.’
Via Perspectief Herstelbemiddeling (voorheen Slachtoffer in Beeld) krijgt Jozef contact met één van zijn slachtoffers. ‘Ik mocht haar een brief schrijven, waarin ik vragen heb beantwoord en excuses heb gemaakt. Uiteindelijk kreeg ik een bericht terug.’ Het slachtoffer liet Jozef weten dat het contact haar had geholpen om dingen af te sluiten. Daar was ze blij mee. Ze bedankte hem voor de bloemen en had zelfs een kerstkaart meegegeven aan de contactpersoon. Annemiek geeft woorden aan het gevoel daarbij: ‘Dat ze zelfs ruimte had om Jozef ‘alle goeds voor 2018’ te wensen, dat beleeft hij als een stuk vergeving.’
Slachtoffer zijn van een delict is vaak ingrijpend. Als slachtoffer ervaar je nog lange tijd de gevolgen van een misdaad. Voor veel slachtoffers kan het helpen om te praten over wat er is gebeurd. Bij Gevangenenzorg werken ze met mensen die van delicten worden verdacht of ervoor zijn veroordeeld. Maar ze willen ook aandacht hebben voor het slachtoffer. Vrijwilligers luisteren naar zijn of haar verhaal en denken met het slachtoffer mee waarmee ze het beste geholpen kunnen worden.
Als slachtoffer en/of nabestaande is er de mogelijkheid om zijn/haar verhaal te vertellen aan daders in één van de herstelrechtcursussen die Gevangenenzorg Nederland geeft binnen en buiten gevangenissen.
Geïnspireerd door het gedachtegoed van herstelrecht heeft Gevangenenzorg Nederland de SOS Cursus ontwikkeld voor gevangenen. SOS staat voor Spreken over Slachtoffers, Schuld en Samenleving, maar gaat ook over verantwoordelijkheid en herstel. Tijdens de 4de bijeenkomst (van de in totaal acht bijeenkomsten) komt een slachtoffer en/of nabestaande vertellen wat hem of haar is overkomen en de impact die dat heeft gehad. Hierna is er de mogelijkheid om vragen te beantwoorden en in gesprek te gaan met de deelnemers.
Het kan een grote stap zijn om als slachtoffer je verhaal te vertellen aan daders. Daarom staat de organisatie voor een zorgvuldige begeleiding.