‘Vier hartsvrienden, Pablo, Ali, Kitty en Victorino wonen samen in het bos. Deze vier vrienden doen alles samen: spelen, eten en slapen. Hiermee zijn ze volmaakt gelukkig. Het lijken misschien gewone dieren, maar dat zijn ze niet – ze hebben allemaal iets heel bijzonders. Hun bijzonderheid leren we kennen als de Vier Hartkwaliteiten, die zij ook aan andere dieren leren. Het is hierdoor steeds vrediger in het bos geworden. We zien Hein Konijn vriendjes worden met de andere konijnen. De dwarse Boris Bok wordt met een beetje oefenen een blije en aardige bok. En de sjagerijnige Eduard Eend die alles in zijn eentje denkt te moeten doen, leert hoe hij zijn problemen de baas kan worden. Spelenderwijs wordt de deur geopend naar een vredige samenleving.’
Douwe Hoitsma, leerkracht, onderwijscoach, psycholoog en tennistrainer, maakte samen met illustrator Elke Bücheler het leuke, informatieve en mooi vormgegeven prentenboek “De vier Hartsvrienden, leven vanuit je hart”. In eerste instantie bedoeld voor (school)kinderen, maar ook volwassenen die van mooie grafische plaatjes houden en teksten willen lezen die over de vier boeddhistische onmetelijken- de brahmavihara’s gaan, komen zeker aan hun trekken.
Hoitsma past zowel in de sport als in het onderwijs methoden en technieken toe die op het boeddhisme gebaseerd zijn. Zo introduceerde hij een leermethode over de vier hartkwaliteiten op een Nederlandse basisschool en peuterspeelzaal met als doel het ontwikkelen van innerlijke wijsheid en compassie. Hij liep al langer met het idee rond om een prentenboek te gaan maken om de vier hartkwaliteiten onder de aandacht van schoolkinderen, hun ouders en onderwijzers te brengen. De oorsprong van dat plan gaat terug tot 2005 toen een groep enthousiaste mensen begonnen om de eerste boeddhistische basisschool, de Mandalaschool, op te richten.
Helaas is de school er nooit gekomen omdat de initiatiefnemers en de school niet aan een verouderde onderwijswet uit 1912 konden voldoen. In het curriculum van de Mandalaschool stonden de vier hartkwaliteiten opgenomen. De vier zijn op de vier Onmetelijkheden uit het boeddhisme gebaseerd. De vier hartkwaliteiten komen weliswaar uit het boeddhisme voort maar zijn in feite algemeen menselijke kwaliteiten. De Mandalaschool is er nooit gekomen, maar Douwe Hoitsma zet zich in om het gedachtegoed van de Mandalaschool, in de vorm van de vier hartkwaliteiten, op reguliere scholen door te geven. Ze worden nu op twee scholen en een peuterspeelzaal beoefend. De vier hartkwaliteiten vormen een onderdeel van de leermethode “Het Hart van Onderwijs”.
De vier Onmetelijkheden zijn: Liefdevolle vriendelijkheid, Mededogen, Blijdschap en Gelijkmoedigheid. De hartkwaliteiten zijn voor het onderwijs vertaald in vier positieve regels om compassie en wijsheid bij kinderen te ontwikkelen. Ze zijn als volgt vertaald:
Liefdevolle vriendelijkheid: “We zijn aardig of vriendelijk voor elkaar”
Mededogen: “We helpen elkaar”
Blijdschap: “We zijn blij voor en met elkaar”
Gelijkmoedigheid: “We horen bij elkaar”
De vier hartkwaliteiten staan in het boeddhisme bekend als krachtige remedies tegen negatieve emoties. De beoefening brengt kinderen, leerkrachten en ouders volgens Hoitsma hierdoor op een eenvoudige en directe manier emotioneel in balans. Hieronder worden de vier kwaliteiten en hun tegengestelde emoties genoemd:
Vriendelijkheid versus boosheid, irritatie en frustraties
Mededogen versus hulpeloosheid en pestgedrag
Blijdschap versus jaloezie en klaaggedrag
Gelijkmoedigheid versus discriminatie en sterke emotionaliteit
De auteur: ‘Op school hebben de vier hartkwaliteiten een positieve invloed op het welbevinden, klassenklimaat en de werkhouding. Ze worden ‘onmetelijk’ genoemd, omdat ze op alle levende wezens van toepassing kunnen zijn en omdat de beoefening ervan onmetelijke positieve effecten kunnen geven. Als kinderen en volwassen deze kwaliteiten beoefenen, worden ze niet alleen zelf gelukkiger maar ook de wereld om hen heen. De Boeddha geeft het belang van de vier onmetelijke kwaliteiten aan jongere in onderstaande citaat zelf ook aan:
De Boeddha zei tegen Ananda, zijn neef en trouwste metgezel:
‘Leer deze vier onmetelijke kwaliteiten aan de jongeren.
Ze zullen zich zelfverzekerd voelen, sterk, opgewekt en zonder aandoeningen
van lichaam en geest. Voor hun leven zullen ze goed zijn toegerust.’
(Uit The Heart of the Buddha, Thich Nhat Hahn, 1999, p.170)
“De vier Hartsvrienden” gaat over vier dieren. Het zijn Pablo paard, Ali Aap, Kitty Kikker en Victorino Vogel. Ze wonen samen in het bos. Deze vier vrienden doen alles samen: spelen, eten en slapen. Hiermee zijn ze volmaakt gelukkig. Het lijken misschien gewone dieren, maar dat zijn ze niet – ze hebben allemaal iets heel bijzonders. Hun bijzonderheid leren we kennen als de vier hartkwaliteiten. Ze ontmoeten andere dieren die minder gelukkig zijn. Deze dieren representeren elk de tegengestelde emotie van de hartkwaliteiten. De vrienden geven raad en oefeningen aan deze ongelukkige dieren, waardoor hun leven in positieve zin veranderd. Spelenderwijs wordt de deur geopend naar een vredige samenleving. Welke hartkwaliteiten representeren de vier dieren?
Pablo Paard staat voor gelijkmoedigheid. Hij is ontspannen, evenwichtig en sluit niemand buiten. Iedereen mag altijd meedoen van hem. Hij geeft raad aan Hein Konijn die zich eerst buitengesloten voelt en later vriendjes met de andere konijntjes wordt.
Ali Aap staat voor vriendelijkheid. Hij is nooit boos en is aardig voor iedereen. Hij geeft raad aan de dwarse Boris Bok, die na een beetje oefenen een blije en aardige bok wordt.
Kitty Kikker staat voor mededogen. Hij komt de chagrijnige Eduard Eend tegen, die denkt dat hij alles in zijn eentje moet doen. Kitty leert Eduard hoe hij zijn problemen de baas kan worden.
Victorino Vogel staat voor blijdschap. Hij is altijd vrolijk, geeft complimentjes en gunt iedereen van alles. Hij is nooit jaloers. Victorino leert Kentucky Kip tevreden te zijn met wat zij zelf heeft en met wat anderen hebben.
Het verhaal is uit drie delen opgebouwd. Het eerste deel gaat over de beoefening van de hartkwaliteiten bij dieren, in het tweede deel staat de beoefening bij mensen centraal en in het laatste deel richt het boek zich tot de kinderen zelf om deze vier kwaliteiten ook te beoefenen. Achter in het boekje staan praktische aanwijzingen voor ouders, verzorgers en leerkrachten. Ten slotte zijn nog enkele oefeningen opgenomen.
De Vier Hartkwaliteiten in de praktijk.
Beoefen alle vier de kwaliteiten. Vriendelijkheid (Aap) werkt heel krachtig als kinderen vaak boos zijn op elkaar. Mededogen (Kikker) als kinderen elkaar kwaad doen, niet begrijpen, of pesten. Blijdschap (Vogel) werkt goed als kinderen elkaar te weinig gunnen, naar beneden halen of jaloers zijn op elkaar. Het geven van complimenten versterkt blijdschap. Gelijkmoedigheid (Paard) oefen je als kinderen elkaar buitensluiten of niet willen accepteren. Wanneer je de Vier Hartkwaliteiten hebt geoefend, kun je voortaan de illustraties gebruiken. Bij ruzies of conflicten hoeven de kinderen alleen nog maar naar de illustraties te kijken om rustig te worden. Kinderen leren zo over de kracht van de Vier Hartkwaliteiten.
Het boek is verschenen bij Milinda Uitgevers, Rotterdam.
ISBN 978 90 5670 335 6
NUR 277, 739
Douwe zal op zondagmiddag 5 oktober tussen 12.00 en 16.00 uur zijn boek promoten op het Boeddhistisch filmfestival Europa. Dit festival zal gehouden worden in het Eye museum. Adres: Eye, Cinema 1, IJpromonade 1 in Amsterdam. Voor meer informatie: http://www.bosrtv.nl/generalinfo.aspx?lIntEntityId=319.
En op zondag 12 oktober van 11.00 tot 17.00 uur zal hij aanwezig zijn op de Kinderboekenmarkt in Den Haag. Adres: Atrium Stadhuis, Den Haag. Entree gratis. Voor meer informatie: http://www.kinderboekenmarkt.nl/organisatie/persbericht-kinderboekenmarkt-2014.pdf