De mens is geest – Volgens filosoof en theoloog Kierkegaard is dat het meest koninklijke wat er over een mens gezegd kan worden. Iedereen heeft naast een uiterlijk leven ook een minstens zo fascinerend innerlijk leven. Met de relatie tussen die binnen- en buitenkant van het menselijke bestaan heeft Kierkegaard zich intensief beziggehouden. Vandaar ook zijn originele en diepzinnige werken over onderwerpen als angst, liefde, vertwijfeling en vertrouwen.
In De mens is geest leidt Andries Visser de lezer op een heldere manier binnen in enkele van de belangrijkste aspecten van Kierkegaards gedachten. Hij laat aan de hand van niet eerder in het Nederlands gepubliceerde brieven en dagboekaantekeningen ook Kierkegaards eigen menselijkheid tot leven komen.
Andries Visser: ‘De mens is geest’ – Kierkegaard, over wie en over wiens ideeën het in dit boek vooral zal gaan, beschouwt dat als de meest koninklijke uitspraak die je over een mens kunt doen. Juist in een tijd waarin er zo’n grote nadruk ligt op de biologie, de leer van het natuurlijke leven, en op de biologische aspecten van ons bestaan pleit ik voor een veel grotere nadruk op, wat je zou kunnen noemen, de pneumatologie, de leer van de geest, van de menselijke geest. Wie van een mens zegt dat hij geest is zegt daarmee het belangrijkste en meest indrukwekkende wat er van de mens te zeggen valt. Dat hoop ik met dit boek duidelijk te maken. En het zal ons verder kunnen brengen, tot voorbij de chemie en de biologie, het hersen- en hartonderzoek – hoe waardevol dat op zich ook kan zijn – tot waar we de mens als geheel op het oog krijgen, de mens die ‘gedragen wordt door geest’. Levensgebieden Behalve dat Kierkegaard bij het innerlijke leven van een mens verschillende ‘gebieden’ onderscheidt, van zintuiglijke indrukken, gevoelens, gedachten, herinneringen, enzovoort, brengt hij ook onderscheid aan in de verschillende levensgebieden waar we ons elke dag in bewegen. Voor de gebieden die met het innerlijk van een mens te maken hebben probeert hij aan te sluiten bij de woorden die we daar gewoonlijk – vaak zelfs zonder erbij na te denken – in onze spreektaal.
Levensgebieden voor gebruiken: hart, ziel, zintuigen, lichaam, geest. Maar ook in ons uiterlijke leven bewegen we ons in verschillende gebieden, en dat tegelijkertijd.’
Søren Aabye Kierkegaard (1813-1855) was schrijver, filosoof en theoloog in één. Met zijn oorspronkelijke, zeer persoonlijke gedachten en zijn grootse stijl is hij nog altijd een inspiratie voor velen. Schrijven was voor Kierkegaard een manier om te ontdekken wie hij was en waarvoor hij wilde leven. Schrijvend wilde hij er ook aan bijdragen dat de enkeling die hij ‘zijn lezer noemen mag’ tot zichzelf komt. Kierkegaard heeft intens gereflecteerd op het verschijnsel van de publieke opinie, de rol van kunst in het leven, de status van wetenschappelijke kennis en, niet in de laatste plaats, het wel en wee van de religie in zijn tijd.
G.J. Smeets zegt
“Juist in een tijd waarin er zo’n grote nadruk ligt op de biologie, de leer van het natuurlijke leven, en op de biologische aspecten van ons bestaan pleit ik voor een veel grotere nadruk op […] de leer van de geest…”
Aldus wordt theoloog Andries Visser (jaargang 1947) hierboven geciteerd. Je vraagt je af wanneer hij is opgehouden de ontwikkelingen in de biologie bij te houden. Dankzij de biologie weten we anno 2019 dat de menselijke geest onlosmakelijk verbonden is met de “biologische aspecten van ons bestaan” en er 100% van afhankelijk is. Kierkegaard kon dat destijds niet weten maar Andries Visser anno 2019 wel.