De redactie van het Boeddhistisch Dagblad is geïnteresseerd in de ervaringen van mensen die het boeddhistisch pad volgen. De leer bestuderen en praktiseren. Al of niet op een kussen of in een sangha of in je eentje. Ben je zo’n iemand en wil je je ervaringen delen- hoe je het boeddhisme hebt ontdekt, wat het je opbracht en niet, je teleurstellingen en hoop, je verwachting, welke richting je volgt en waarom, of als je het boeddhisme weer hebt verlaten- stuur ons jouw ervaringen in een niet zo’n heel lange tekst toe om in de serie Boeddhistische doeners en denkers gepubliceerd te worden.
‘Het zenboeddhisme heeft mij alleen maar veel goeds heeft gebracht. Het biedt mij structureel de gelegenheid om telkens weer bij mijn ‘ware zelf’ of boeddhanatuur te komen. Zelf ben ik meer een doener dan een denker.
Het ‘ware zelf’ of boeddhanatuur zijn begrippen uit het zenboeddhisme. Je kunt ook zeggen: je ‘ik’ en dan daarmee verbonden zijn. In onze huidige cultuur worden wij hier regelmatig door de verleiders in de vorm van de ‘ratrace’ van ‘meer meer meer …’, social media, reclame, junkfood en dergelijke mee geconfronteerd.
Het zenboeddhisme biedt mij als levensfilosofie als het ware een fundament waar ik op mijn weg op kan bouwen. Geen religie dat zoiets als verplichten lijkt- religio dat het naleven van een religieuze plicht moet hebben betekend. Geen verplichtingen maar telkens stil staan bij wat je je voorgenomen hebt. Om het gebruik van alcohol als verslavend middel maar als voorbeeld te nemen. Niet in één keer naar nul maar in stappen. Ik hoorde een zenmeester vertellen over een Spanjaard die toch wel erg aan zijn glas wijn gehecht was. Minderen kan ook van 3 naar 2 glazen wijn per dag of naar nog minder. Of neem het voornemen om geen levende wezens te doden. Voor mij bijna een inkoppertje. Ik ben al 45 jaar vegetariër en er al mee begonnen in een tijd dat ik nog lang niet met het boeddhisme bezig was. Wellicht word ik nog eens veganist.
Het praktiseren van het boeddhisme in het beter omgaan met mijn autistisch spectrum stoornis werkt erg goed. Het ‘er uit vliegen’ of associëren weet ik hiermee aardig in te perken. De mystieke benadering, het accent op meditatie en koans van het zencentrum Noorder Poort voorkomt bij mij dat ik, zoals mijn partner aangeeft, te veel in de ‘lettertjes’ ofwel teksten en boeken duik.
Uit de vier gespreksgroepen voor mensen met autistisch spectrum stoornis ofwel ASS, en een waarvan ik deel heb uitgemaakt, blijkt dat de wijze waarop het voorkomt zo divers is dat dit niet voor niets met ‘spectrum’ wordt aangeduid. De verwerking van impulsen in de hersenen verloopt anders bij mensen die dit niet hebben. Wat voor velen vanzelfsprekend is, moeten wij, voor ons gevoel, via allerlei gekunstelde omweggetjes realiseren. Allerlei impulsen komen directer en veelvuldiger binnen.
Binnen het boeddhisme dat ik beoefen bevallen de liturgie, het achtvoudig pad, de gelofte en de atheïstische benadering van de Noorder Poort mij goed. Niets geen gedoe met allerlei door mensen bedachte goden en geestelijke werelden, maar de weg van Boeddha. Dit is voor mij de bagage waarmee ik in dit leven goed toe kan. Geen land van ge- en verboden, maar op weg zijn, je ontwikkelen, met de leringen van de Boeddha als leidraad. Als ontwikkelingsweg dus. Dit je voortdurend realiseren.
De liturgie binnen het boeddhisme is het gezamenlijk als sangha of gemeenschap van boeddhisten stil staan bij waarmee wij bezig zijn. Het ervaren en voelen van een gemeenschap zijn. Gewoon door de Boeddha en zijn volgelingen bedacht en vorm gegeven. Niet iets van hogerhand of zo aangereikt.
Natuurlijk kun je ook zonder de gelofte te hebben afgelegd een goed mens zijn. Het grote voordeel om me aan te sluiten bij een religieuze stroming is dat je het ‘normen-en-waarden-pakketje’ of leidraad in het leven zo kunt accepteren en het niet als solo-religieus zelf hoeft uit te vogelen. Ook het deel uitmaken van een sangha geeft mij steun in het leven met de afgelegde gelofte. Die steun van de sangha ervaar ik met name in mijn sesshins en wekelijkse zengroep-bijeenkomsten. In de praktijk betekent dit voor mij dat veel van deze geloften al zo vanzelfsprekend zijn dat ik hier nauwelijks meer concreet bij stil sta.
De gang om van het humanisme over te stappen naar het boeddhisme was er voor mij één van geleidelijkheid en nam toch nog zo’n 14 jaar in beslag. De verschillen tussen deze twee stromingen zijn toch wel groot. Het humanisme is geworteld in de christelijke traditie en het boeddhisme in die van een oosterse levensfilosofie.
Ik vroeg mij in een bepaalde periode af: Waarom ontmoet ik in dit leven een dochter, mijn enige kind, met zware meervoudige verstandelijke en motorische beperkingen en een partner die na een lange ziekte periode overlijdt aan borstkanker. Het omarmen van het begrippen karma en dukha, zoals ik dat heb opgevat, heeft mij hierbij veel steun gegeven. Begrippen als de pijn aangaan, acceptatie en positief in het leven gaan staan hebben voor mij, het verder op de weg van Boeddha gaan, het leven lichter gemaakt. Dit is voor mij een diepgaand proces van jaren geweest. Als je het omarmt komt het aan op accepteren, niet weglopen van de pijn en door de pijn heengaan.
Mijn passie in het werk heb ik gevonden in de natuur- als districtsbeheerder bij een natuurorganisatie, stadsecoloog en als actief lid bij GroenLinks. Deze passie sloot en sluit nog steeds naadloos aan bij mijn eerste bodhisattvagelofte om niet te doden, maar alle leven te eerbiedigen die ik heb afgelegd. Dat is misschien wat passief uitgedrukt. Ik heb het leven eerbiedigen echter altijd proactief opgepakt. Hoe ik het omgaan met ecologie beleef is een lastig en complex begrip. Ecologie richt zich op de wisselwerking tussen planten en dieren, levensgemeenschappen en hun omgeving. Onder de dieren behoren ook de primaten, wij mensen. Door Yuval Noah Harari met zijn boek ‘Sapiens’ geweldig weer terug op zijn plaats gezet. Niet losgezongen van de natuur, maar er onderdeel van uitmakend.
Van ecologische verbanden weten wij nog maar weinig af. Er valt dus nog veel te ontdekken. Dat wat wij wel weten toont aan dat al die relaties meer of minder kwetsbaar zijn. Dat zien we nu ook om ons heen gebeuren met de klimaatcrisis. Dit maakt voor mij duidelijk dat het de moeite waard is om alle leven te eerbiedigen, zoals ik al eerder aangaf, en maakt mij een bescheiden mens.’