In oktober waren mijn partner en ik een week naar de Provence. De natuur was prachtig, getooid met de mooiste herfstkleuren. Het weer was aangenaam. En we hebben ook erg genoten van de Provençaalse keuken. We waren aangenaam verrast door de kwaliteit en de prijzen. We vielen met onze neus in de boter: overal werd gekookt en gebakken met seizoensproducten en streekproducten. Zo waren er kastanjefeesten, en werden overal kastanjegerechten en kastanjedrankjes geserveerd. Ik heb zelfs een keer een stoofpotje met wild zwijn en kastanjes gegeten. Ik ben in principe vegetariër, en anti-jacht, maar ik ben nog meer anti-bioindustrie. Liever wild zwijn, dat hopelijk een fijn leven heeft gehad, dan een zielig vleesvarken uit een veel te klein, smerig hok zonder daglicht. Omdat het restaurant in de verste verte geen vegan gerechten op de kaart had, nam ik de stoofpot met wild zwijn en kastanjes. De enige keer dat er wel een vegan optie op de kaart stond, polenta met groenten, kreeg ik precies dat: een stukje polenta en wat gekookte groenten. Jaloers keek ik naar de vorstelijke maaltijd van mijn partner. Principes zijn goed, maar op zulke karige maaltijden kan ik niet leven. Al was het maar omdat dit gerecht nauwelijks eiwitten bevatte.
Vroeger nam ik, als er geen veganistische opties op de kaart stonden, wel eens vis in een restaurant. Dat komt tenminste niet uit de bioindustrie – tenzij het gekweekte vis is. Maar afgelopen jaren ben ik anders tegen vis aan gaan kijken. De zee ligt vol met plastic afval, en een aanzienlijk deel daarvan is afkomstig van de visserijindustrie, zoals de zogenaamde spooknetten. Spooknetten maken slachtoffers onder zeeschildpadden, dolfijnen en albatrossen, en andere zeedieren. Deze raken erin verstrikt en verdrinken jammerlijk. Het wereldnatuurfonds heeft uitgerekend dat gemiddeld elk jaar tussen de half en 1 miljard kilo vistuig (lijnen, netten en ander vismateriaal) in de oceanen belandt (https://www.wwf.nl/wat-we-doen/focus/oceanen/vervuiling/spooknetten). Iedereen die wel eens zeevis eet, draag medeverantwoordelijkheid voor dit plastic afval in zee.
Een ander probleem met visserij is de bijvangst. Afgelopen zomer ging ik als begeleider mee met een groep studenten naar Texel. Die week hadden we ook de kans om mee te varen met een garnalenvisser en te observeren hoe dat gaat, garnalen vissen. Het was ronduit schokkend om te zien hoeveel bijvangst er in de netten zat. Je zag die vissen creperen op het dek. Van de bijvangst dat overboord gaat overleeft 90% dat niet. Het was een vreselijk gezicht en het heeft op iedereen diepe indruk gemaakt. Ik heb me voorgenomen om nooit meer garnalen te eten.
Dit brengt me bij het recept van vandaag: pissaladière ofwel Franse uientaart. We kochten het gewoon bij de bakker als lunch, of bestelden het in een restaurant als voorgerecht. Er gaat soms vis in: een beetje ansjovis. Vaak ook niet. Ik had bedacht dat ik in plaats van ansjovis voor wat extra umamismaak een lepel miso kon toevoegen. Maar dat heb ik helaas nog niet kunnen proberen. Vandaag een versie zonder ansjovis.
We hebben pissaladière gegeten in allerlei varianten. De bodem kan bestaan uit bladerdeeg, pizzadeeg, of hartige-taartdeeg. We vonden die laatste variant het lekkerste. Mijn voornemen was om vanmiddag nog een versie te maken met kikkererwtendeeg, zoals in het BD stond op 4 oktober, ingrediënten: 1 blik kikkererwten, uitgelekt, 2-3 eetlepels meel of bloem naar keuze, 50-75 ml olijfolie, zout en peper naar smaak (zie https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhistisch-leven/recepten/954300-beter-hartige-taart-met-kikkererwtenbodem/) maar er kwam wat tussen dus ik moet teren op mijn foto’s en ingrediënten van enkele weken geleden. Mijn hartige-taartbodem maakte ik toen van 300 gram bloem, 150 gram boter, een snuf zout en enkele eetlepels koud water (in de keukenmachine).
Ingrediënten pissaladière voor 4 personen
- 1 portie hartige-taartdeeg, pizzadeeg of bladerdeeg mag ook.
- 1 kilo uien, gepeld en in halve ringen gesneden
- Eventueel een afgestreken eetlepel miso
- Handjevol zwarte olijven
- Wat Provençaalse kruiden en/of tijm
- Peper en zout
- Olijfolie
Neem een grote hapjespan of koekenpan en verhit daarin een royale scheut olijfolie. Bak de halve uienringen gedurende 30 – 35 minuten zachtjes gaar. Doe het op laag vuur, de uien mogen niet verkleuren. Schep af en toe om. Breng op smaak met peper, zout, eventueel miso en wat Provençaalse kruiden en/of tijm.
Verwarm de oven op ca. 200 graden. Rol het hartige-taartdeeg, bladerdeeg of pizzadeeg met een deegroller uit en druk het in een ovenschaal of leg het op een bakplaat. Leg de gebakken uien hier gelijkmatig op. Verdeel de zwarte olijven over de uientaart.
Bak de pissaladière in ca. 20 minuten goudbruin in de voorverwarmde oven. Houd de kleur in de gaten en dek af met aluminiumfolie als de ui te donker wordt. Serveer de pissaladière warm, lauw of koud. Geef er salade bij.


Geef een reactie