A monk asked Master Joshu:
Does a dog have Buddha nature?
Master Joshu said: “MU”.
Wanneer je eenmaal de sussokan (zie: Sanzen) goed onder de knie hebt, dan krijg je van de Roshi je eerste koan, de MU-koan. En vanaf dan doe je bij iedere sanzen voortaan je koan. Dat wil zeggen: nadat je in de sanzen room je laatste buiging gemaakt hebt, kom je niet meteen weer omhoog, maar zeg je eerst je koan op. En gelijk daarna geef je je antwoord. Bij de MU-koan is dat antwoord overigens niet zo moeilijk. Het antwoord is namelijk gewoon ‘MU’.
Op het eerste gezicht lijkt een koan op een soort raadseltje. Bijvoorbeeld: ‘Iedereen kent het geluid van twee klappende handen, maar wat is het geluid van één hand?’ Of: ‘Hoe kun je verder vanaf de top van een dertig meter hoge paal?’ Of dus: ‘Wat is MU?’ Maar anders dan dat je misschien zou denken, gaat het bij een koan niet om het geven van het juiste antwoord. Dat is er namelijk niet. Dat wil zeggen: er is geen antwoord waar je door flink te puzzelen achter kunt komen.
Vaak heeft een koan de vorm van een anekdote of dialoog tussen een zenmeester en zijn studenten. Meestal gebaseerd op een werkelijke gebeurtenis. Zo heeft de koan ‘Eén waterdruppel’ zijn oorsprong in… Sogenji! (En dus vandaar de naam One Drop Zen.)
Een Zenmeester – Gisan genaamd – vroeg aan een jonge student hem een emmer water te brengen om zijn bad mee af te koelen. De student bracht het water en nadat hij het bad afgekoeld had, gooide hij het water dat over was op de grond. ‘Jij stommeling!’ gaf de meester hem een uitbrander. ‘Waarom heb je de rest van het water niet aan de planten gegeven? Waar
haal je het recht vandaan om in deze tempel ook maar één druppel water te verspillen?’ De jonge student verwierf op dat ogenblik Zen. Hij veranderde zijn naam in Tekisui, wat waterdruppel betekent.*
Veel van de koan gaan op die manier. De zenmeester zegt iets tegen de student, een steentje tikt tegen een bamboe, een tempelbel klinkt in de verte… en dan – patsboem – gebeurt het: in dat ene ogenblik wordt ‘zen’ verworven. Bijna te mooi om waar te zijn!
En helaas: het ís te mooi om waar te zijn. Ik vond het altijd al moeilijk om te begrijpen hoe zoiets kleins en onbetekenends voor zo’n grote doorbraak zou kunnen zorgen. En pas in Sogenji heb ik begrepen wat er hier echt aan de hand is.
Het gaat hier namelijk niet om zomaar een student, maar om een student die al weken, maanden, misschien al wel een paar jaar intensief aan het trainen is. Die elk moment, iedere minuut ‘alleen maar MU’ probeert te zijn. In het begin moeizaam, maar na verloop van tijd steeds meer en steeds beter. Totdat hij op een punt komt en hij zoveel energie heeft opgebouwd, dat hij letterlijk op barsten staan. En dan hoeft er maar íets te gebeuren om…
En dat is de bedoeling van deze koan: de hele dag alleen maar MU zijn. Tijdens zazen, bij het werken, bij het eten… alleen maar MU. Without any gaps and in one straight line: only this MU. En tijdens je sanzen met de Roshi laat je zien of je dat inderdaad bent. En dat is verdomd lastig!
Wat je dan doet? Je zegt dus eerst je koan op… en dan roep je: MU. En dan merk je pas hoe venijnig je gedachten zijn. Want je bent nog maar twee tellen bezig om MU te zeggen en je denkt: ‘hij is niet goed, hij moet lager’, ‘hij moet harder’ of ‘hij moet langer’… En daar ga je alweer.
In de zes maanden die ik met MU heb kunnen oefenen heb ik maar één keer een écht goede MU gegeven. ‘Now THAT’s a real MU,’ riep de Roshi enthousiast uit. Maar eigenlijk was dat niet eens nodig – ik wist het zelf ook meteen. Of ‘ie hard genoeg was, laag genoeg, lang genoeg… het maakte me allemaal niks uit, de vraag kwam niet eens in me op. En zelfs het compliment van de Roshi liet me koud. Ik was niet – zoals anders – tevreden of trots…
Heel even was ik alleen maar MU.
Klik hier naar een korte, maar bijzondere opname waarin een zenmonnik bij Mumon Roshi – de leraar van mijn leraar Harada Roshi – tijdens sanzen de MU-koan doet.
* Uit: Paul Reps – Zen-zin, Zen-onzin. Deventer: Ankh-Hermes (1968).
In 2012 en 2013 plaatste het Boeddhistisch Dagblad elke veertien dagen het relaas over de belevenissen in een Japans klooster van Bertjan Oosterbeek. Hij bracht daar een jaar door. Wij plaatsen nu opnieuw de hele lezenswaardige serie, echter in een hogere frequentie.
De verhalen ‘Sogenji desu – verhalen uit een Japans zenklooster’ zijn gebundeld en verkrijgbaar als boek en e-book.
Bertjan Oosterbeek schrijft nog meer verhalen, ook over zen. En die zijn te lezen op zijn website www.bertjanoosterbeek.wordpress.com?
(c) 2013 Bertjan Oosterbeek