Volgend jaar herdenken we dat Nederland 350 jaar geleden een rampjaar beleefde. Het vaderland was in 1672 reddeloos, redeloos en radeloos, aldus de geschiedenisboekjes. Dit jaar lijkt de Haagse politiek alvast de generale repetitie te houden voor die herdenking.
Alles leek na de verkiezingen onder controle. We zaten als land even tussen twee stoelen, maar informateurs nodigden de politiek uit voor een lange heidag. Het land verbleef kortstondig in een tussentijd, in de marge. Daarna zou een frisse start volgen.
Antropologen ontdekten dat in de marge de normale regels tijdelijk niet gelden. De hiërarchie wordt eventjes ingeruild voor meer horizontale omgangsvormen. De gebruikelijk machtspraktijk geldt tijdelijk niet. Die kan zelfs worden herzien. Creativiteit krijgt de ruimte.
Er speelt intussen nog een tweede marge. De wereld verkeert in een globale marge, een rampzalige tussentijd in de wereldgeschiedenis. Sinds het begin van deze eeuw grossieren we in crises: 9/11, terrorisme, oorlogen, bankencrisis, klimaatcrisis, coronacrisis, vluchtelingenstromen, toenemend ongelijke welvaartsverdeling, populisme, anti-democratische leiders, tanend gezag van de politiek.
We zijn dus dubbel gemarginaliseerd. De kleine Haagse marge moet dealen met de grote globale.
Maar wat gebeurt er? Alles wat mis kon gaan, ging mis. We zijn opnieuw reddeloos, redeloos en radeloos. Er klonken mooie slogans over een transparante bestuurscultuur. Maar eigenbelang en beeldvorming beletten de Haagse politiek het gedrag te vertonen waar de marge om vraagt. Alsof men in mantelpak en driedelig kostuum naar de heidag is gekomen.
Wat is dan de uitweg? Simpel: gedraag je op een manier die bij de marge hoort – waar je dubbel en dwars in zit. Gebruik je creativiteit om de achterkant te ontdekken van het eigen gelijk. Benut je speelruimte. Durf even af te denken van de machtsspelletjes.
Of ga naar het Scheveningse strand, waai uit, en ga een poosje mediteren op de marge tussen zee en land.