Donderdag Zindag
Hemelvaart?
Vorige week ging de Vrijdag Zindag over de rol van verhalen in levensbeschouwingen. Ik beschreef het antropologische en godsdienstwetenschappelijke kader. Hemelvaartsdag is een mooie aanleiding om, vanuit dat algemene kader, één verhaal uit één religie wat beter te bekijken. Welke religieuze waarheid vertelt dit verhaal?
Het kader van vorige week draagt allerlei vragen aan over het hemelvaartverhaal:
Wat voor betekenisgeving zorgde ervoor dat dit verhaal deel werd van de traditie?
Hoe verhouden macht en betekenisgeving zich tot elkaar?
Hoe zien de vertellers het heilige?
Wat betekende het hemelvaartverhaal voor het ontstaan van de Jezus-beweging?
Wat zegt het verhaal over de ons overstijgende dood?
En wat betekent het voor de moderne gelovige?
Snel op zoek naar antwoorden.
Een menigte betekenisgevers
Wat direct opvalt: achter het bekende verhaal gaat een menigte betekenisgevers schuil, allemaal met eigen varianten. De plaats in de kalender suggereert dat de hemelvaart veertig dagen na de opstanding, dus Pasen, plaats vindt, en tien dagen voor Pinksteren. Die veertig dagen worden in slechts één tekst genoemd (Handelingen 1:3). Dat boek in het Nieuwe Testament wordt aan Lukas toegeschreven. In diens evangelie staat het hemelvaartverhaal ook, heel summier in enkele zinnen, zonder vermelding van de veertig dagen. Maar andere bijbelschrijvers lijken er vanuit te gaan dat opstanding en hemelvaart zo ongeveer tegelijk gebeurden. Het tijdschema van Lukas komt bij hen niet voor. In de Islam, waar Jezus gezien wordt als de voorlaatste profeet (Mohammed is de laatste), wordt de hemelvaart wel genoemd, maar daar gaat er geen kruisdood of opstanding aan vooraf.
De periode van veertig dagen zet Hemelvaartsdag tussen Pasen en Pinksteren. Er wordt een kerkelijk feest toegevoegd aan de Joodse kalender. Pinksteren correspondeert met het Joodse feest Shavuot. Dat valt vijftig dagen na Pesach, of eigenlijk zeven weken vanaf de dag na Pesach. Shavuot is zowel een oogstfeest als een feest van de wet, met name een viering van de Tien Geboden, door Mozes op de berg Sinaï ontvangen. Christelijke theologen koppelen de wet aan de Heilige Geest, op Pinksteren uitgestort, als ‘de wet geschreven in ons hart’. In het verhaal van de hemelvaart kondigt Jezus de komst van de Heilige Geest al aan. Zo werd Shavuot omgevormd naar Pinksteren.
Opbloeiende Jezus-beweging
De verhalen in het Nieuwe Testament over Jezus’ hemelvaart zijn pas enkele decennia later opgeschreven. In de mondelinge overdracht van de verhalen waren dus al betekenisgevers aan het werk geweest. Een gebeurtenis opschrijven legt meer vast dan de orale traditie kan doen. Tussen gebeurtenis en geschreven vermelding is de Jezus-beweging op gang gekomen. Volgelingen vormden de eerste gemeentes. De beweging moest op een of andere manier georganiseerd worden.
Leidersfiguren belastten zich met die taak. Het schriftelijk vastleggen van de verhalen was deel van de opkomende organisatie. Macht bepaalde welke versies gezaghebbend werden. Dat kleurde het betekenis toeschrijven aan zo’n verhaal als dat van een hemelvaart. Nog sterker: het verhaal kan gediend hebben om de uitzonderlijke positie van de eigen profeet te benadrukken, want door God zelf in de hemel opgenomen. Dat verteld wordt dat Jezus na tenhemelopneming gezeten is aan de rechterhand van God zijn Vader versterkt zijn gezag en indirect dat van de aardse leiders van de nieuwe beweging. Betekenisgeving staat niet buiten de machtscontext. Aardse machtsvormen kleuren trouwens het beeld van de hemelse situatie, alsof God de keizer is en zijn zoon de vice.
Bekend motief
De literaire vorm van het hemelvaartverhaal komt niet uit de hemel vallen. Feitelijk is het motief van een hemelvaart niet voorbehouden aan de figuur van Jezus. In het Oude Testament komen al personen voor die in de hemel worden opgenomen, soms zelfs net als Jezus op een wolk. Ook van Romeinse keizers werd verteld dat ze ten hemel voeren. Er zijn ook verhalen waarin mensen tijdelijk opgenomen werden in de hemel om een boodschap of instructie te vernemen.
Eigentijds wereldbeeld
Het verhaal over Jezus’ hemelvaart sluit aan bij het wereldbeeld dat in die tijd gangbaar was. In die visie leefden mensen in een tussenwereld, met een onder- en een bovenwereld. Het uitspansel was als een omgekeerde halve bol, waarachter de hemel werd verondersteld. Vandaar het opstijgen via een wolk. Interessant: in andere talen noemt men de dag niet naar de hemelvaart, maar naar de opstijging (Ascension, Assunção).
De koppeling van het verhaal aan dat antieke wereldbeeld verviel toen bleek dat het heelal anders in elkaar stak. De hemel werd het uitspansel, niets meer. Daarmee werd getornd aan het reële verloop van de gebeurtenis. Wat als werkelijkheid werd voorgesteld, kreeg de status van een verhaal, vanzelfsprekend in de tijd van ontstaan, maar uiteindelijk een vorm van literatuur.
Een nieuwe leer
Hoe dan ook droeg het verhaal over de hemelvaart bij aan de beginnende christelijke leer, essentieel onderdeel van de opkomende beweging. Jezus’ plaats naast God maakte van hem iemand die het lot van mensen bepleitte bij de Schepper. Daaraan werd geleidelijk een verzoeningstheologie gekoppeld. Jezus verzoende met zijn kruisdood de zonden van mensen en zorgde als bemiddelaar voor genade. Dat hij bovendien uit de dood was opgestaan, negeerde voor alle mensen de eindigheid van het leven. Zijn gang naar de hemel bereidde voor gelovigen hun gang daarheen voor.
Moderne boodschap
Wat blijft er na deze brede waaier van betekenisgeving door allerlei personen over voor de moderne gelovige? Die hanteert een ander wereldbeeld en heeft mogelijk kennis van de ontstaansgeschiedenis van het verhaal van de hemelvaart, zoals hier samengevat. In Van Baals termen gaat het ook hier om ‘een religieuze waarheid in verhaalvorm’, niet om een letterlijk te nemen historisch verslag. Maar wat is dan die waarheid?
In essentie omvat ze het perspectief van een profetische figuur die met goddelijk gezag een eigen waardenpakket presenteerde. Bovendien bood hij zijn volgelingen de hoop op een leven na de dood. Dat is waar het verhaal per saldo als religieuze boodschap na twintig eeuwen op neer komt.
Zoals het verhaal niet letterlijk maar literair moet worden gelezen, zo kan deze waarheid ook gezien worden als uiting van een spel met mogelijkheden. Op dezelfde manier waarop je een roman of een gedicht zinvol kunt vinden, ook al is het fictie, zo zou dat ook kunnen met het verhaal van Hemelvaartsdag. Niet meer en niet veel minder. Als mensen overstegen worden door de dood en door een ogenschijnlijk onmetelijk heelal, dan is het echt niet vreemd dat er verhalen rondgaan zoals dat van Jezus’ hemelvaart. De doorvertelde verhalen over Jezus boden voldoende vertelstof.
Zo kan Hemelvaartsdag voor iedereen toch iets meer zijn dan een vrije dag.
‘Lees maar, er staat niet wat er staat’ (Nijhoff).
Geef een reactie