Uitsluitend in stilte bevindt zich de ware transcendentie, maar let op: stilte is bedeesd. Stilte komt nooit met wereldse bravoure, komt nooit met een processie van barokke praal en dito spektakel, met op kop een opzichtige tamboer, die met zijn mace de maat aangeeft.
Net zoals de maan slechts gereflecteerd wordt in een rimpelloze vijver, heeft ook transcendentie nood aan stilte. Stilte is schuw. Nederig. Is niet van deze wereld.
Zoals alles wat waarde heeft, is stilte totaal weerloos. Wanneer stilte zelfs maar hóórt dat je over haar spreekt, kruipt ze weg.
Stilte wacht geduldig tot je ze plots ontdekt in jezelf. En dan—pas dán—kan je deze stilte ruimte laten worden; en deze ruimte, ruimte in de ruimte… Dhammakaya—de ruimtedimensie van de ultieme werkelijkheid.
Stilte maakt ons bewustzijn gevoeliger én ruimer. Zo creëren we openheid voor onszelf en voor de anderen. Stilte is zonder woorden: essentie laat zich niet in woorden en concepten uitdrukken.
Stilte veroorlooft je om opmerkzaam én gelijkmoedig te zijn. Op elk moment. Het laat je de volheid ervaren van het heden. Experiëntieel. In geborgenheid. Op je matje. Zo kan je de werkelijkheid ontwaren zoals ze is. Zoals ze wérkelijk is. Niet zoals je droomt dat ze is. Of net niet is.
Stilte laat je anicca observeren. Het sacrale proces van vergankelijkheid. Het laat je in jezelf realiseren dat ❛ alles wat onderhevig is aan ontstaan, onderhevig is aan vergaan. ❜
Stilte laat je het Ongeborene zien. Het Doodloze. Laat je gewaarworden dat alles één is. Met elkaar vervlochten. In samenhang met al het andere. Afhankelijk ontstaan. Paticca samuppada.
In stilte reflecteert zich je oorspronkelijk gezicht. Je Boeddhanatuur. Puur. Spontaan. Wijs.
Geef een reactie