De Boeddha in de Paticca Samuppada Vibhanga Sutta:
‘Wanneer dit er is, is dat er ook. Uit het ontstaan van dit komt het ontstaan van dat voort. Wanneer dit er niet is, is dat er ook niet. Uit het beëindigen van dit, vloeit de beëindiging van dat voort.’
Verschijnselen, fenomenen, dingen (P. dhamma’s) hebben geen schepper nodig voor hun ontstaan, bestaan en vergaan. Ze ontstaan, bestaan en vergaan eenvoudigweg uit en door elkaar.
In zijn uiterste eenvoud is de leer van onderlinge afhankelijkheid (P. paticca samuppada) onpeilbaar diep. Iemand die inzicht verwerft in het principe van onderlinge afhankelijkheid bevindt zich op de drempel van het doodloze.
Volgens de leerstelling van paticca samuppada kan geen enkel verschijnsel, géén énkel dhamma uit zichzelf voortkomen, uit zichzelf voortduren en uit zichzelf tenietgaan. Het ontstaan van één dhamma is afhankelijk van het ontstaan, het aanhouden en het vergaan van in feite alle andere dhamma’s. Verschijnselen, fenomenen, dingen bezitten geen onafhankelijk bestaan.
Alles is afhankelijk van andere elementen en bezit geen begin en geen einde. In de eerste plaats ons ‘ik’ niet. En bij uitbreiding en naar analogie geen enkel verschijnsel. Dit experiëntieel ervaren (P. paccanubhoti) en in jezelf realiseren maakt je vrij van dukkha. Wie afhankelijk ontstaan ziet, ziet het Proces. Ziet de natuurwet. Ziet Dhamma.
Geef een reactie