Mijn boeddhistische leraar benadrukte haar studenten dat het ik van zichzelf niet bestaat, maar van seconde tot seconde verandert. Ik vat al die trainingen daarover maar in één zin samen. Het was een andere tijd, decennia geleden, zogenoemde samsarische sociale media waren in opkomst en van AI had nog niemand vernomen. We moesten het doen met de fysieke leraar.
Onze sangha was ons eigen sociale medium, zonder benauwend te zijn. De leraar hield ons een spiegel voor, maar die was van zichzelf altijd leeg. Geen vast ik -als we er toch een blik inwierpen- te bekennen omdat van seconde tot seconde een ander ik ontstaat: geestelijk en lichamelijk.
We leven nu in een tijd van kunstmatige intelligentie, software volgeladen met antwoorden en richtingen: een spiegel, aan wie we kunnen vragen wie we zijn. Ons ik bevestigen. Daarnaar gaan leven, een robotmaatschappij.
Maar we zullen daar nooit antwoord op krijgen omdat een vast ik van zichzelf niet bestaat. We zitten in een trein die voortraast in een veranderend landschap. Elke seconde is onze blik anders.
Meten is weten, zeggen ze. Niet-weten kan heel goed zijn voor je persoonlijke ontwikkeling. AI als big brother?
Moge iedereen gelukkig en gezond zijn, vrij van leed.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie