Taigu’s wispelturige geest fladderde altijd alle kanten uit. Amida en het Reine Land waren hem dierbaar, zeer dierbaar, maar uiteindelijk toch maar een deel van de Dharma, had hij zitten piekeren.
De lachende Boeddha was op bezoek bij Taigu. Als zijn dagelijkse ommetje hem in de buurt bracht, en hij had een momentje tijd, dan belde hij gewoon aan. Zonder aankondiging, want een Boeddha vraagt niet of hij gelegen komt.
Taigu deed open en meteen schaterde de eerste klaterlach door de gang. “De boeddhaweg voert vandaag via jou, mijn beste grote dwaas.” Zonder dralen liep hij de huiskamer in en monsterde het flikkerende scherm van laptop op de eettafel. “Kijk nou,” grinnikte hij, “de boeddhaweg leidt inderdaad via huize Taigu.” En met een blik op de muntbladeren in het theeglas: “Ja, doe er mij daar ook maar eentje van.”
Wispelturig
Op de computer had Taigu wat zitten te prutsen. Amidazen, de naam van zijn website, had hem aanvankelijk zo welgekozen in de oren geklonken. Maar vandaag had de twijfel toegeslagen. Was het niet te beperkt om de site naar maar één van de 84.000 toegangspoorten van de Dharma te vernoemen?
Taigu’s wispelturige geest fladderde altijd alle kanten uit. Amida en het Reine Land waren hem dierbaar, zeer dierbaar, maar uiteindelijk toch maar een deel van de Dharma, had hij zitten piekeren.
De lachende Boeddha raadde zijn gedachten. “Op zoek naar verbreding, kerel?” Hij keek Taigu een moment doordringend aan. “Ja, ja, ik eh… ik weet het eigenlijk niet goed, eh…,” stamelde deze. “Kom op, volgens mij weet je heel goed wat je wilt,” zei de Boeddha. “Anders was je toch niet alvast aan de slag gegaan?”
Aandrang
Hij viel een ogenblik stil en sprak toen: “Je bent toch niet bang voor wat ‘ze’ gaan zeggen, hè?” Een geamuseerde uitdrukking verscheen op zijn gegroefde gelaat. “Nou…,” begon Taigu voorzichtig, maar hij kreeg geen kans. “Een echte dwaas die vreest door anderen van dwazigheid te worden beticht?” De Boeddha had het niet meer en gierde het uit.
“Ja, maar ik ben met die site al zo vaak van naam veranderd,” zei Taigu. “Nou en?” hikte de Boeddha. “Impermanentie? Wel eens van gehoord?” En toen hij uitgelachen was, zei hij plotseling: “Oeps, aandrang! Ik moet even van je WC gebruik maken.”
De Boeddha bleef langer weg dan Taigu verwacht had, en dat kwam goed uit. Hij zette zich achter de computer en liet deze de pagina’s met Boeddhaweg over die van Amidazen heen schrijven. Hij slaakte een zucht van verlichting. Zo, gelukkig, het oude vertrouwde Boeddhaweg was weer terug.
Koetjes en kalfjes
Zo geconcentreerd was hij bezig dat hij schrok van de stem achter zich die zei: “Zo, dat ziet er goed uit… Hahahahahahaha… verdomd goed… al zeg ik het zelf… hahahahaha…”
Ze maakten bij de thee samen nog een praatje over koetjes en kalfjes, over de vogels in de tuin, de vorderingen van de kinderen op school en het nachtelijk lawaai van de uitgaande jeugd. Niets leek de Boeddha te deren en voor alles had hij een goedgemutste kwinkslag. Hij nam afscheid en was weer op weg voordat Taigu er erg in had, hoewel hij hem in de verte deze en gene in het voorbijgaan nog met zijn kenmerkende grappen en grollen hoorde begroeten.
Annemiek Deerenberg zegt
Hey, die boeddha mag bij mij ook wel wat vaker langskomen.
Sjoerd zegt
Kijk eens in een lege spiegel, wie weet???