In de boeiende beschrijving van Emmaho, over het interieur van de tempel van het Tibetaans Instituut Yeunten Ling in Huy, in het Boeddhistisch Dagblad van vandaag, zingt zanger Hans de Booij over ‘Boeddha in de Ardennen’. De zanger zingt er niet alleen over, hij verbleef ook geruime tijd in dat boeddhistisch centrum. In 2007 interviewde ik Hans over zijn boeddhistische in- en aspiraties. Hieronder is zijn verhaal te lezen, enkele oorspronkelijke passages in de tekst worden in dit artikel niet gebruikt.
‘Ik heb een grote behoefte aan ultieme geweldloosheid. Niet een beetje, maar zoals de Dalai Lama zegt totaal. We moeten er niet mee sjoemelen.
In Birma martelen soldaten boeddhistische monniken. Voor sommigen is dat verwarrend, die soldaten zijn toch ook boeddhisten. Maar dat is niet waar, ze liegen. Boeddhisten volgen geen opleiding in het moorden of niet vermoord worden. Nog nooit zijn in naam van de Boeddha soldaten een land binnengevallen.
In 1999 ontmoette ik in Antwerpen de Dalai Lama. Hij kwam op straat op mij toegelopen. Ik kan er niets over zeggen, zou niet weten wat. Het is geen geheim maar ik wil het ook niet delen. Het gebeurde gewoon. In een kort moment vond een overdracht plaats van immense vriendelijkheid, ik wist niet dat dat bestond. Vanaf dan was het kiezen in mijn leven over. Alsof ik in een roetsjbaan in een subtropisch zwembad stapte en niet meer terug kon. Het water heb ik nog niet bereikt, ik ben nog steeds onderweg.
‘Na die ontmoeting heb ik 2,5 jaar in de Belgische Ardennen gewoond en trainde twee jaar in het Tibetaans centrum Yeunten Ling in Huy. Kapte er bomen om de bouw van de nieuwe tempel mogelijk te maken. Het is een centrum met drie lama’s, dus daar gebeurt wel wat, hè. Nu ga ik één keer in zeg maar twee jaar naar Lama Karta. Hij geeft mij advies in hoe ik met bepaalde dingen om moet gaan. Het is een centrum vol wijsheid, liefde en humor. Ik ben er graag. Als ik wist dat ik binnen 24 uur zou sterven, stuur ik mensen van wie ik houd een brief, of bel ze op om de dingen te zeggen die nog gezegd moeten worden. En daarna wil ik met plezier in die tempel wachten op mijn dood.
Het boeddhisme werkt door in mijn leven, dus ook in mijn werk. Het gaat overal mee naartoe. Het hoppen, dat ik vandaag boeddhist ben en morgen niet, is voorbij. Het is ingesleten als een rivier in een rotsplateau en een van mijn grootste inspiratiebronnen.
Met name de geweldloosheid binnen het boeddhisme spreekt me erg aan. Op mijn in september 2007 uitgebrachte cd ‘Emocratie’ zing ik twee liedjes die geïnspireerd zijn op het boeddhisme. Een ervan gaat over de Chinese bezetting van Tibet. ‘Een wilde pekingeend, heeft zomaar iemands land geleend. Dat is wel effe wennen. (…) Communisten houden van muren, die gelukkig niet eeuwig duren.’ Ik zing in bloemetjestaal over het schenden van mensenrechten in Tibet. Meer dan een miljoen onschuldige Tibetanen zijn vermoord door de bezetter.
Ik schrijf al versjes vanaf het moment dat ik letters op papier zet. Het zit niet in de familie, niemand anders zingt, schildert of schrijft er in mijn naaste omgeving. Ik heb de fantasie, andere jongens bouwen hutten of voetballen. Misschien heeft het iets te maken met vorige levens. Ik ken er twee. Drie tot vierhonderd jaar geleden leefde ik op de Antillen. Het had met slavernij te maken. In Nederland en omstreken was ik in dat andere leven met kunst bezig. In dit leven heb ik het gevoel dat ik als bon vivant een beetje buiten de samenleving sta. Ik accepteer niets van anderen, dat noemen ze recalcitrant. Daardoor ben ik een autodidact op niveau geworden.
Ik word gemotiveerd door tegenstand. Ben al 25 jaar zanger, heb grote hits gehad in België en Nederland en bracht 17 cd’s uit. Ik ging failliet, lag in de goot, was betrokken bij vechtpartijen. Leurde met mijn boeken in een rugzak langs de deur om in leven te blijven. Mijn schilderijen zijn wegens schulden in beslag genomen en bij opbod verkocht. Als ik terugkijk op die diepe dalen in mijn leven, vind ik toch dat ik rijk ben geworden door een tijd geen geld te hebben.
Teksten schrijf ik nooit bewust. Ik weet niet beter, het is wat ik doe. Ah, alweer een refreintje, daar zit plezier achter. Maar in de ogen van sommigen is het helemaal niks. Onze maatschappij is gericht op prestatie, examens en prestige. Dat is consumptie, maar ik ben van de muziek. Er is ook muziekconsumptie, daar heb ik het moeilijk mee.
Door mijn kijk op vorm en leegte heeft de showbizz voor mij de magie wel verloren. Aan de andere kant, er zijn nog steeds mensen die mij uitnodigen om een liedje te komen zingen. Dat vind ik ook wel plezierig. Succes is voor mij niet zo belangrijk meer. Wat is weinig of veel? In wezen kan het nooit spaak gaan. Al ben ik als producer wel vals op de publieke omroep die mijn muziek niet uitzendt. We betalen ze om onze wensen niet te vervullen. Is dat niet vreemd? Als artiest ben ik wel bevredigd, mensen bedanken mij voor 25 jaar mooie liedjes.
De vier Edele Waarheden over het ontstaan en het opheffen van lijden, zijn voor mij geen theorie, zoals ik al zei. Toch mag ik graag vooruit gaan. Heb geen zin om achterover te leunen en te denken dat het allemaal wel in orde komt. Ik hou van opschieten. Een ander kan mij niet helpen. Het zijn mijn gedachten, mijn oordeel, mijn eigen projecties maar ook mijn eigen dankbaarheid.
Liedjes schrijven en zingen is onvoorstelbaar mooi. Van iemand houden ook. Een kind hebben, lekker in de zon liggen. Je rustig en tevreden voelen. Niet opgejaagd of bang zijn. Dat is positief. Het negatieve is het tegenovergestelde. Het boeddhisme verschaft daarin helderheid. Je ziet de gekkigheid van een ander én de mooie dingen. De waardering wordt groter, de afkeer steeds minder.
Ik ga niet meer mee in emoties en maak geen keuzes. Ik zeg gewoon: dit voelt niet goed aan en ik wil niet weten waarom. Daardoor blijft er meer tijd en aandacht over voor zaken die wel goed gaan.’
Het in 2006 verschenen boek ‘De laatste jaren van onsterfelijkheid’ van Hans de Booij wordt uitgegeven door Kramat. ISBN 9789075212679. Op Soundcloud geeft Hans de Booij voorproefjes van zijn muziek. Ook van het nummer over Boeddha in de Ardennen, Om Mani Peme Hoeng
© 2008 en 2012 tekst en foto’s Joop Hoek. Dit artikel is al eerder eind 2008 gepubliceerd in Vorm en Leegte.
Paul van Buuren zegt
Ik ben inmiddels wel benieuwd naar dat liedje, maar ik kan het via Google niet vinden. Is het misschien een idee om Hans de Booij te vragen of het ergens op het web te vinden is?
Joop Hoek, redactie BD zegt
Klik maar op de link onderaan het artikel van Emmaho, Boeddha in de Ardennen, en laat je verrassen. Het is een heel andere zanger dan je gewend bent.
Jessica Hummel zegt
Hier een reactie van Jessica van de BD redactie. Onderaan dit artikel is nu een link toegevoegd naar een voorproefje van Om Mani Padme Hoeng, met de regel over Boeddha in de Ardennen.