Wie weet er welk bloed hem door de aderen vloeit? Lang had hij de intuïtie gehad dat hij bezield was, hetgeen niet vreemd is wanneer je bent opgegroeid in een joods-christelijke cultuur en gevormd met de Indo-Europese klassieken. Atman, immers, is gelijk aan adem. Hij voelde zijn intuïtie bevestigd toen hij als vierentwintigjarige student met zijn vriendin voor het eerst naar Spanje was gereisd. De dictator was dood, maar slechts luttele jaren ervóór had het leger een tank met de loop geplaatst naar het kantoor van de socialistische partij en de gendarmerie het parlement bestormd en in gijzeling gehouden. Vanaf het moment dat ze de grens overstaken, had hij het gevoel: hier ben ik eerder geweest.
Er zouden nog meer dan twintig jaren voorbijgaan voordat hij, min of meer door toeval, in boeddhaland terechtkwam. Daar leerde je dat atman niet het ware was. Waarom eigenlijk? Vanaf het begin voelde het een beetje gekunsteld aan. Zouden deze mensen niet in de gaten hebben dat er sprake kan zijn van een continuüm, waarin de betekenis van het een overloopt in die van het ander? Altijd bleef hij twijfelen, omdat de geschiedenis nu eenmaal vele van dergelijke voorbeelden toont. Maar nee, deze club wilde als stroming een eigenheid die het de mens als persoon ontzegde. Atman is de voedingsbodem van reïncarnatie, zeiden ze. Wedergeboorte, dat is het ware. Maar toen hij als onderdeel van zijn studeren het heldenepos van de traditie onder ogen kreeg, en de Odysseus van het verhaal in duizenden eerdere levens bleek te kunnen schouwen, was hij weer terug bij af. Niets oorspronkelijks, gewoon een variant op thema’s uit de Veden en de Upanishaden.
Zalig de armen van geest, die zich verenigd vinden in het sociolect van hun evangelie. Voor wie het wiel de toetssteen is van hun moraliteit, voor hun voorkeur voor een dromerig reine land op aarde en hun afkeer van iedere vermoede hindernis die hun droom in de weg staat. Nee, hijzelf dan. Had hij eerder de koning van Hispanje geëerd? Of had hij als toegevoegd adjudant gediend bij de Slag om Salamanca? Hij associeerde zijn Iberische intuïties met het krijgersbloed dat hij onmiskenbaar had, dat hem ook in het burgerleven een zekere vechtlust gaf. Alles was transparant voor hem, van calvinisme tot theosofie: het goddelijk geheim van de geschiedenis, dat mensen hun goddelijk geheim niet doorzien, nee, het niet willen doorzien, op straffe van de inquisitie die hem ten deel valt die het doorprikt. En daar wrong hem altijd weer de schoen. Want met het zogenaamd agnostische van de geseculariseerde religieuze verlangens ging maar al te vaak iets heel essentieels verloren, het geloof in een volgend leven, om niet te zeggen: in vorige én volgende levens. Dit element uit het heldenepos en verwante, latere literatuur, verleende in zijn ogen aan de club tradities, vrijwel allemaal en geen enkele in het bijzonder, een verschraald karakter. Als alles moet gebeuren in dit ene leven, ja, dan eindig je vanzelf met een fundamentalistisch, grimmig, dystopisch zelfverstaan.
En zo kwam het dat hij doorvocht voor de middenweg in een gepolariseerde, zichzelf voor het lapje houdende omgeving die het WYSIWYG-credo beleed (‘What You See Is What You Get’). In zijn krant schreven mensen dit: “Wat is er groot aan dat land met eeuwenlang racisme, armoede, gezichtsverlies, haat, machtsmisbruik, vriendjespolitiek, een veroordeelde dus criminele president?” Of dit: “We zijn klaargestoomd voor polarisatie, voor het definitief toetreden tot een kamp, ja zelfs voor oorlog. Klaar om misbruikt te worden door grote politieke leiders die ons nodig hebben om hun macht te vergroten en belangen veilig te stellen. Zij gaan steeds een stap verder, voor wie geweld al vanzelfsprekend is.” Of dit: “Een ander schema is dat van de sterke leider. Dat is al eeuwen in gebruik en zo vertrouwd dat er nauwelijks discussie over is. Patriarch, feodale heer, koning en paus zijn vroege voorbeelden. Sterke leiders roepen nog steeds bewondering op. Een president is een moderne toepassing. Het kapitalisme introduceerde de CEO. Traditie, regelgeving en charisma garanderen de werking van dit schema. Het leidersjargon is vaak militaristisch. Oorlog is een middel dat door korte beslislijnen snel is in te zetten.”
Het was alsof er opnieuw een schemer viel over het avondland. De wereld werd heter en heter, dat hielp niet mee. Schema’s waren er, maar niet de schema’s waarover mensen schreven. De ene utopie tegenover de andere utopie alsof in een religieuze roes het einde der tijden was aangebroken. Waar bleef de soteriologie van de Indo-Europese tradities wanneer de ethiek zich niet meer wist te gronden in vorige en toekomstige levens? “Westerse beoefenaars gingen mediteren. Filosofen waren meer geïnteresseerd in de wijsheid en begonnen de sutra’s en de geschriften van Nagarjuna en Dogen te lezen op de manier zoals ze Plato en Kant lazen. Het ethische aspect bleef het onderschoven kindje. Het boeddhisme kwam dan ook binnen in een klimaat waar we ons net aan het vrijvechten waren van iedere onderdrukkende moraal,” schreef een leraar met wiens visie hij vaak wel overweg kon. Hoewel hij hierbij aantekende dat het vrijvechten van onderdrukkende moraal zich ondertussen jammerlijk in zijn tegendeel had verkeerd in een traditie die zelf op die van de eendimensionale mens was gaan lijken. De dialectiek der verlichting kortom, om een oud thema aan te snijden.
Hij nam zijn bijbeltje ter hand. Er waren maar een paar late leraren in de traditie die al het voorgaande doorzagen, het falen van de ambities, het falen van de voorspellingen, het falen van het sektarisme met de metastase van zijn sociolect. Het boek appelleerde aan zijn zondebesef. Hij voelde al een aantal jaren berouw over eerder handelen uit overmoed tijdens zijn leven, en over andere dingen. Hij wist zijn leven te kort om al zijn eigen falen goed te maken, maar een mens moet doen wat hij kan. De latere leraren verkondigen dat zondebesef en berouw eerder tot inkeer leiden dan het zich aan de goede kant van de geschiedenis wanen in dit leven. Hun profetie is die van een volgend leven, hoezeer ook verpakt in de literaire verbeelding van hun tijd. Maar voor wie alles transparant is, legt de bedoeling zich eenvoudig bloot. Hij nam zich het woord op de lippen, het zich herhalende, bevrijdende woord, en wist zich in verschillende dimensies tegelijk. En hij vocht door voor de middenweg.
Geef een reactie