Mijn leraar hangt eigenlijk zelden de leraar uit. Ook als is ze soms behoorlijk autoritair. En daardoor heb ik ontdekt dat er een verschil bestaat tussen autoriteit die van binnen komt en die van buiten komt.
Als mijn leraar een teisho houdt of een dharmatoespraak, dan praat ze nooit uit zichzelf.
Ze praat vanuit niet-zelf.
En dat verschil hoor je absoluut. Sommigen vragen zich wel eens af waarom een zentraining zo lang duurt. En dat heeft m.i. daarmee te maken, met dat niet-zelf. Hoe lang duurt het voordat je kan praten vanuit niet-zelf? Hoeveel conditioneringen staan dat in de weg?
Hoe graag wil je de leraar uithangen, en hoe graag wil je alles zelf bepalen?
Soms geef ik een praatje als ik een groep leid. En dan probeer ik vanuit dat niet-weten te praten. Het mislukt vaak. Dan is er weer zo’n stemmetje dat zich totaal bewust is van zichzelf en ervan overtuigd is dat dit waar is, wat ze zegt…
Ik heb nu de koan verzonnen waarin ik mezelf afvraag: Hoe kan ik een leraar zijn zonder een leraar te willen zijn?
Of… met andere woorden: Als je de leraar ziet, dood haar…
Geef een reactie