Bloemkool: ooit, in 2013, heb ik het Boeddhistisch Dagblad toevallig ontdekt toen ik net nieuw op het Pad was, op een gegeven moment googelde naar boeddhisme en eten, en een bloemkoolrecept van de helaas overleden Jessica Hummel vond: https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhistisch-leven/recepten/8348-beter-bloemkool/. Jessica schreef heel mooi over bloemkool. En het recept vond ik geweldig. Het is afgelopen zomer herplaatst toen ik op vakantie was (https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhistisch-leven/recepten/223294-beter-bloemkool-3-2/). Van harte aanbevolen.
Bloemkool is zo veelzijdig, ik kan er geen genoeg van krijgen. Ik at het zelfs drie keer deze week. Lekker en eenvoudig is om bloemkoolroosjes in de oven te bakken. Toevallig maakte onze dochter dit gerecht begin deze week: bloemkoolroosjes met kruidenmix van Santa Maria “Seasoning mix for Crispy Chicken; perfect for chicken, also great with cauliflower”. Ze serveerde het op wraps met een rauwkostsalade, geroerbakken groente, en opgebakken linzen met gehakte walnoten. Daarbij een dressing van plantaardige (haver-) yoghurt, knoflook, bieslook en limoensap. Zie foto. Het was heerlijk, de bloemkool was door de mix wel erg zout.
De kant-en-klare mix bevat maisvlokken, maismeel, zout, ui, komijn, oregano, cayennepeper, gistextract en paprikapoeder. Het resultaat deed me denken aan de bloemkool-‘kipvleugels’, waar ik in 2015 al over had geschreven: https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhistisch-leven/41960-yolo-mindful-eten-moestuintjes-kliekjes-en-buffalo-bloemkoolwings/. Dit recept komt uit het boek Koken met restjes is leuk! van Daisy Scholte & Jill Overmaat. Ik besloot beide recepten te combineren. Ik verwerkte er ook de stronk en bladeren van de bloemkool in die mijn dochter had overgehouden. Van een bloemkool kun je volgens het boek alles eten: de roosjes, de stronk, en zelfs de (jonge) bladeren. Hele stukken stronk meebakken: dat bleek een beetje tegen te vallen. Sommige stukken waren wat taai. Volgende keer zal ik ze schillen zoals ik met broccolistronk doe.
En vrijdagavond, vlak voordat ik mijn stukje ging schrijven, maakte mijn partner nogmaals bloemkool, nu met oosterse kruiden. Het restje bloemkool begon te verkleuren, hoogste tijd om op te gebruiken – want van voedselverspilling hou ik niet. Zo werden er in een week tijd bijna twee bloemkolen opgegeten, in drie verschillende maaltijden. Hieronder volgen de recepten.
Het basisrecept:
Meng bloemkoolroosjes (of stukjes stronk) met wat zout, kruiden en olie, stort op een bakplaat, en bak ca. 25 minuten op ca. 200 graden tot de bloemkoolroosjes en stukjes gaar zijn en goudbruine randjes vertonen. Als je van krokante stukjes houdt is het lekker om ze nog 5-10 minuten langer in de oven te laten staan, of op 225 graden te bakken. Elke oven is anders, hou daar rekening mee en pas eventueel de tijden of temperatuur aan.
Recept 1:
Bloemkoolroosjes op z’n Mexicaans met kant-en-klare kruidenmix voor crispy chicken: meng wat (olijf)olie, bloemkoolroosjes/stukjes en kruidenmix in een kom, voeg beslist geen extra zout toe (de mix bevat al bijna 5 gram zout), volg dan het basisrecept. Lekker op wraps met een saus van (haver)yoghurt met knoflook en limoen. Combineer met andere ingrediënten uit de Mexicaanse keuken zoals bonen, avocado (of guacamole), rauwkost met stukjes tomaat en komkommer, korianderblaadjes.
Recept 2:
Mexicaans zonder pakjes en zakjes: meng de bloemkoolroosjes/stukjes met een theelepel elk (of net iets meer) komijn, paprikapoeder, chilivlokken, oregano, een scheut olijfolie, en wat zout. Bak ze 20 minuten in de oven, doe er dan wat pittige saus overheen (chilisaus of sriracha bijvoorbeeld) en bestrooi met paneermeel. Bak nog 5 minuten zodat het paneermeel krokant wordt. Ik serveerde dit met een dip van haveryoghurt met bieslook en limoensap, daarbij deed ik een scheutje knoflookolie. Ik at er rauwkost bij.
Recept 3:
Oosterse bloemkoolroosjes: bloemkoolroosjes/stukjes mengen met een theelepel elk van kurkuma, paprikapoeder, komijn, iets van kerriepoeder zou hier ook bij passen, en een halve theelepel nootmuskaat. Verder een scheut (olijf)olie en een snuf zout. Volg verder het basisrecept. Voor de eiwitten serveerden we dit met reuzenbonen (uit blik), rauwkost (puntpaprika) en een dipsaus van haveryoghurt met citroensap en basilicum. Wat niet zo oosters is maar we kookten met wat voorhanden was (restjes).
Probeer gerust andere combinaties. Ik vind het grappig dat op de kant-en-klare mix telkens stond “kip/bloemkool”: “Snijd de kipfilet/bloemkool in stukjes/roosjes … verdeel de stukjes kip/bloemkool…”. Een goede ontwikkeling. Al zal menig boeddhistisch eter pakjes en zakjes links laten liggen. Wat beter is voor de portemonnee én voor Moeder Aarde, al was het maar vanwege het verpakkingsmateriaal.