Religieus anarchisme kent de stromingen anarcho-communisme, anarcho-collectivisme, mutualisme, individualisme en anarchisme zonder adjectieven. Ik lees het op Anarchisme.nl
Het religieuze anarchisme kent strategieën als anarcho-syndicalisme, insurrectionalisme, anarcho-pacifisme en propaganda van de daad. Anarchisme.nl: “Religieus anarchisme of spiritueel anarchisme legt een verbinding tussen een bepaalde religieuze en anarchistische grondbeginselen. Hoewel veel anarchisten sceptisch of zelfs vijandig tegenover religie staan, zijn er anarchisten die een relatie tussen hun religie en het anarchisme leggen. Zij hanteren anarchistische principes als wederzijdse hulp, solidariteit, individuele vrijheid en gelijkwaardigheid.”
Omdat ik een column probeer te schrijven voor het Boeddhistisch Dagblad over religieus anarchisme, en omdat ik geen abonnee ben van Trouw, ging ik te rade bij de website van de beroepsvereniging online voor anarcho’s en hun sympathisanten.
Ik lees: “In de monotheïstische religies stellen religieuze anarchisten over het algemeen dat alle mensen gelijk zijn geschapen onder God, en dat daarmee de overheersing van de ene mens over de ander een zonde is. In meer levensbeschouwelijke religies, zoals bijv. het boeddhisme, staat de persoonlijke bevrijding door een gebalanceerd en ethisch leven centraal. In door natuurreligies geïnspireerd anarchisme, staat meestal de relatie tussen de mens en de natuur (of de aarde) centraal.”
Een gebalanceerd en ethisch leven, als anarchistisch boeddhist, dat kan een atheïst of christen ook, maar de boeddhistische bandbreedte duldt de gemiddelde anarchist beslist. Ik ervaar dat deels door m’n zenoefeningen. Het stille anarchisme in zen wordt belichaamd door het twaalfde eeuwse tempelhoofd en zenleraar Dogen Kigen, die gelijkberechtiging van mannen en vrouwen voorstond, bijvoorbeeld.
Hij schreef en publiceerde daar ongestraft over. Dogen Kigen was al boeddhist (Japan kent honderden zogenaamde boeddhistische ‘sektes’ of stromingen) toen hij naar China reisde om het Chinese zen (cha’an) te bestuderen. Jaren later voer hij terug naar Japan om zen te verspreiden, toen nog zonder de splitsing in rinzai en soto. Rinzaizen mediteert over koans (raadsels), soto onderzoekt de leegte. Koos ik daarom voor soto?
De dichter en kluizenaar Ikkyu was tijdens de Meijitijd (eind 19e eeuw) een meer recent voorbeeld van een anarchistische zenboeddhist. Hij was vermoedelijk de zoon van een keizer. Als hij niet mediteerde of schreef in een berghut, had Ikkyu een relatie met een blinde zangeres. Hij hield van doorzakken. Kyoto was een vaste pleisterplaats voor hem. Zijn moeder kwam uit een betrekkelijk bescheiden milieu.
Die keizerlijke traditie, die huwelijken tussen het hof en burgers toestaat, kent Japan nog steeds. Overigens weet ik niets van de opvattingen die in de keizerlijke familie over zen leven.
Wat Ikkyu betreft: als bipolair herken ik de uitersten in zijn zenpraktijk en zijn leven met zen. Meer in z’n algemeenheid profiteer ik nog dagelijks van het advies dat het hoofd van de lagere school me gaf: Als je rustig blijft, kun je het, Peter.