Ligt in het twijfelen aan iets of iemand.
Boeddha riep op om vooral zijn leringen voor jezelf te onderzoeken op waarheid. Dus hoe doe je zoiets als je gelooft? Als je eenmaal gelooft twijfel je niet meer.
Kunnen we een hedendaagse Boeddha herkennen? Wie gelooft niet in zijn meester, leraar, voorganger, priester, guru? En wie gelooft niet in zichzelf, in zijn eigen overtuigingen? Niet alleen een uiterlijke stem kan ons misleiden maar ook een innerlijke stem.
Goed, je ontmoet een nieuwe Boeddha en ik ben bang dat hij/zij niet zal lijken op Gautama de Boeddha van zo’n vijfentwintighonderd jaar geleden.
Natuurlijk wel de kern van de zaak maar hij, zal hij/zij lijken uiterlijk (tevens in doen en laten) op Gautama de Boeddha? Zal hij kaalgeschoren zijn, zal jij bedelen langs de deuren om voedsel en dergelijke?
Maar daar zit hij dan, je ontmoet hem onverwachts zittende op een bank in jouw favoriete park, vlakbij je werk. Je eet daar je boterham op. En hij glimlacht naar je en vraagt dan wat je aan het eten bent: ‘Wat zit er op uw boterham?’ klinkt het bijna nieuwsgierig. Je glimlacht terug en antwoordt: ‘Vegetarische leverworst.’ ‘Is dat dan lekker?’ gaat hij verder. ‘Gaat wel,’ zeg je dan.
Hij is mager en klein. Niet Aziatisch, maar ook geen Europeaan zo te horen. Zijn ogen staan helder in zijn hoofd.
‘Geloof je ergens in?’ gaat hij verder. ‘Ik ben boeddhist,’ vertel je hem met zekere trots. Dan zegt hij voor jou geheel onverwachts: ‘Je weet toch dat hij dood is?’ ‘Wie?’ zeg je, terwijl je daarbij je bijna verslikt. ‘Gautama,’ geeft hij als antwoord.
Waarom zei hij dat, dat Gautama dood is? denk je voor jezelf.
Even is het stil en een duif komt nieuwsgierig dichterbij. ‘Deze kleine vriend hier, leeft echter!’ zegt hij en glimlacht. ‘Maar hij is niet verlicht,’ reageer je. ‘Is deze duif dan niet hier en nu, kijkt hij dan niet hier en nu uit zijn doppen?’
Wat een vreemde opmerking, denk je. ‘Boeddha had Mara overwonnen!‘ zeg je snel. ‘Zeker,’ antwoordt de kleine man, ‘en deze duif is zich van geen kwaad bewust,’ en lacht daarbij.
‘Het is slechts een duif en geen ontwaakte leraar!’
‘Van wie wil je leren, zegt hij dan, van een levende of een dode?’ En stapt dan op en groet je daarbij beleefd.
Zonder fijngevoeligheid, zijn we ziende blind en horende doof. En denken we dat ons oordeel oprecht en juist is. Juist een twijfel kan verdieping geven: oordelen als kunst.