De ellende die het gevolg is van anarchie is van de volgende aard. Op de eerste plaats hebben mensen geen tijd voor hun privezaken en maken zich zorgen om het meest onplezierige dat er is, de politiek, en niet om hun eigen zaken. Het geld potten ze wegens het gebrek aan vertrouwen en solidariteit op en laten ze niet rollen, zodat de schaarste ontstaat, ook al is er veel van.
De lotgevallen, zowel de verliezen als de successen, leiden tot tegengestelde reacties. Succes is namelijk niet veilig tijdens anarchie, maar is doelwit van aanslagen, terwijl mislukkingen niet worden weggemoffeld, maar juist worden versterkt vanwege het gebrek aan vertrouwen en solidariteit.
Er ontstaat eerder een externe oorlog en eerder interne strijd vanwege dezelfde oorzaak, en als ze zich al niet eerder voordoen, dan zijn ze dit resultaat. Het gevolg is dat je voortdurend met politiek bezig bent vanwege de wederzijdse intriges, waardoor je juist continu op je hoede moet zijn en tegen elkaar moet samenzweren. (bladzijde 62)
Herkenbaar? Dit schreef een Griekse filosoof in de vijfde eeuw voor het begin van onze jaartelling. Zijn naam was Antisthenes en hij was de belangrijkste leerling van de bekende filosoof Socrates. Nadat zijn leermeester in een politiek proces veroordeeld werd tot de gifbeker, stichtte hij zijn eigen school. De volgers van deze school werden later bekend onder de naam “cynici”, naar kynos, het Griekse woord voor hond. Een cynicus is in de huidige opvatting iemand die weigert erop te vertrouwen dat alles goed komt, het tegendeel van een optimist. Deze betekenis is een erfenis van de christelijke theologie, die elke andere levensopvatting bewust in een kwaad daglicht stelde. Oorspronkelijk waren de cynici echter mensen die vol overtuiging streefden naar een positief ideaal: de verlossing van het onvermijdelijke levensleed. De leer van de cynici heeft danook veel raakpunten met het oorspronkelijke boeddhisme.
Levenskunst
De leer van de cynici is echter voor een groot deel verloren gegaan. Dit komt doordat de meesten van hun teksten niet bewaard zijn gebleven. In het boek van Diogenes Laertius, de geschiedschrijver uit de derde eeuw, staat bijvoorbeeld een lijst van 60 boeken die Antisthenes geschreven zou hebben. Daarvan zijn alleen maar fragmenten en citaten over. Dit geldt ook voor de andere cynici. Dit is jammer, want hierdoor kennen we Socrates alleen uit het werk van Plato. Gewoonlijk neemt men aan dat Plato een belangrijke leerling was van Socrates, maar er zijn redenen om hieraan te twijfelen. De cynici vonden Plato in elk geval een bedrieger. Plato was echter rijk en kon goed schrijven. Daardoor kon hij zijn boeken gemakkelijk verspreiden en werden ze veel gelezen. Ze spraken de gegoede burgerij en de adel erg aan. Zo werd hij de grondlegger van een belangrijke filosofische school en van de christelijke theologie en mystiek.
Voor de cynici lag bovendien, in navolging van Socrates, de nadruk niet zozeer op het lezen of schrijven van boeken, maar op de levenspraxis. Ze onderwezen vaak door het tonen van voorbeelden. Een bekend voorbeeld hiervan is dat Diogenes van Sinop op klaarlichte dag op een drukke markt tussen de mensen doorliep roepende “ik zoek een mens, ik zoek een mens”. Wat hij hiermee wilde zeggen wordt pas duidelijk als je begrijpt dat hij in een een heftige discussie was verwikkeld met Plato. Deze verkondigde dat je gelukkig kunt worden door het leren kennen van de bovenaardse essenties van de dingen. Als je daar maar lang mee doorgaat, dan begrijp je volgens hem uiteindelijk de allerhoogste essentie, de essentie van de essenties en dat is de eenheid van schoonheid, waarheid en goedheid. Diogenes wilde laten zien hoe belachelijk het is om naar hogere essenties te zoeken van iets wat zich vlak voor je neus afspeelt. Een ander voorbeeld is dat dezelfde Diogenes zichzelf in het openbaar bevredigde. Ook dit was bedoeld om Plato te weerleggen. Plato betoogt in zijn dialoog “Het Symposium” dat je via erotiek tot liefde komt en via liefde tot wijsheid. Diogenes laat zien dat erotiek voornamelijk bestaat uit het krabben waar het jeukt en dat dit met liefde en wijsheid niets te maken heeft.
De erfenis van de cynici is dus minder bekend, maar deze is deze niet helemaal verloren gegaan. Ten eerste staan de cynici aan de wieg van een andere zeer bekende filosofische school: de Stoa. Dit was als het ware cynisme voor amateurs. De stoïci bewonderden de cynici, maar vonden hun levenswijze te ascetisch en te radicaal. Uiteindelijk leefden de cynici net als de boeddhistische monniken en de sadhoes in India als zwervende bedelaars. Een stoïcijn is juist iemand die zijn plicht doet en een waardevol lid wil zijn van de samenleving.
De cynici hebben ook op andere scholen veel invloed gehad, om te beginnen op de sceptici, een school die aan het einde van de vierde eeuw v.j. opkwam. Verder hebben latere filosofen, waaronder Nietzsche, zich in de loop van de geschiedenis door de cynici laten inspireren. In hun eigen tijd waren de cynici de filosofen die onder het volk het meest populair waren.
Miskend
Doordat de filosofie onder invloed van Plato en het christendom van een levenspraxis tot lees- en schrijfcultuur is verworden, zijn de cynici in de vergetelheid geraakt. De meeste latere filosofen hadden meer belangstelling voor het bedenken van ingewikkelde begripssystemen en het bekvechten erover dan voor het toepassen van hun gedachten op hun eigen leven. Ze keken neer op het eigen lichaam en op het alledaagse leven. Daardoor hebben ze nooit begrepen welke diepgaande persoonlijke transformatie de cynici en ook de sceptici eigenlijk nastreefden. Je kunt het leven van de cynicus vergelijken met het leven van iemand die traint voor een triatlon. De cynicus Diogenes van Sinop legt dit uit op bladzijde 43 aan een koopman die zijn leerling wil worden:
Eerst neem ik je mee om je rijkdom af te leggen en je met armoede op te sluiten en doe ik je een oude mantel om. Daarna zal ik je dwingen te zwoegen en af te zien, door op de grond te slapen, water te drinken en je te voeden met wat er voorhanden is. Dan zul je je bezittingen, als je die hebt, op mijn bevel naar de zee dragen en erin smijten. Je zult je echtgenote, je kinderen en je vaderland aan je laars lappen en het zal je allemaal worst wezen. Dan zul je je vaderlijk huis verlaten en je intrek nemen in een graf of een eenzaam hutje of ja, een pot! Je knapzak moet vol met bonen zitten en met aan weerszijden beschreven boekrollen. Als je dit hebt gedaan, dan zul je ook zeggen dat je gelukkiger bent dan de Perzische koning en als iemand je afranselt of martelt, zul je niets daarvan als een kwelling ervaren.
Net als de boeddhistische monniken leefden de cynici dus in absolute armoede en buiten de samenleving. Diogenes zelf woonde in een liggende amfora, een langwerpige kruik, die wel 2 meter lang kon zijn en waar hij wat stro in had uitgestrooid. Dit wordt in de bovenstaande vertaling “een pot” genoemd. De cynici waren gekleed in een enkele dikke ruwe mantel en hadden meestal een leren rugzak en een lange stok. Hun basisvoedsel bestond uit wilde kruiden en lupinebonen. Net als in het oude boeddhisme was deze levenswijze echter niet bedoeld om een god te dienen of om een ethisch ideaal te verkondigen, maar om een persoonlijke transformatie te bewerkstelligen, waardoor men een absoluut innerlijk geluk ervaarde. Dit geluk, dat door de boeddhisten het nirvāṇa wordt genoemd, werd en wordt in het westen nog steeds niet goed begrepen. Men vermoedt dat mystici zoiets tijdelijk ervaren in hun extasen, maar niemand heeft door dat er een manier van leven bestaat waaruit al het leed is verdwenen en dat dit bovendien niets met religie te maken heeft.
Schatgravers
Gelukkig hebben verschillende auteurs in de loop van de geschiedenis geprobeerd om de weinige teksten van de cynici die nog bewaard zijn gebleven, te verzamelen en te publiceren. Een van de resultaten daarvan ligt nu voor me en het is een flinke pil van 380 bladzijden. De lezer vindt hier een korte levensbeschrijving van maar liefst 15 cynische filosofen en hun bewaarde tekstfragmenten en uitspraken. Vaak zijn het niet meer dan korte fragmenten van drie, hooguit vier regels. Je zou er heel goed een scheurkalender van kunnen maken, of ze in een programmaatje stoppen waarmee elke keer als je je mobiel opstart er een op je scherm verschijnt. Daarnaast bevat het boek van sommige filosofen ook langere fragmenten, zelfs dialogen en brieven.
Een mooi boek
Het is een veelkleurige verzameling, met heel veel scherpe observaties en diepe inzichten, die meestal met humor worden gebracht. De vertaling leest vlot. Ik heb alleen wel een probleempje met de keuze van de vertaler om het Griekse woord areté, dat gewoonlijk wordt vertaald als “deugd” of “uitmuntendheid”, te vertalen als “sociaal goed functionerend mens”. Deze vertaling maakt hij zelf twijfelachtig door op bladzijde 23 te beweren dat “de cynici het individualisme op de spits hebben gedreven”. Blijkbaar was hij toch nog blind voor de innerlijke transformatie die het cynisme voorstaat.
Het boek is een vertaling in het Nederlands van de eerste zes hoofstukken van het boek van Georg Luck (1926 – 2013): Die Weisheit der Hunde. Texte der antiken Kyniker in deutscher Übersetzung met Erläuterungen, (Alfred Kröner, Stuttgart 1997). De rest van het boek is niet opgenomen omdat dit gaat over het latere cynisme in het Romeinse rijk. De vertaling met raadpleging van de bronteksten van Gerard Janssen leest vlot, maar is soms niet helemaal correct. Het woord “pot” voor amfora in bovenstaand fragment is daar een voorbeeld van. Hij noemt ook een onware uitspraak ‘een valse” en dat is niet volgens het filosofische woordgebruik. Er is met de uitspraak immers zelf niets mis, hij slaat alleen maar nergens op.
Goverdien Hauth-Grubben heeft de inleidende teksten vertaald. Het boek was al eens te koop, uitgegeven door uitgeverij Bornmeer (2011). Nu heeft Uitgeverij Noordboek het stokje overgenomen (en natuurlijk aan de titel zitten frunniken) en daar mogen we blij om zijn. De teksten zijn heerlijk om te lezen en een bron van een soort wijsheid die vandaag de dag erg hard nodig is. Uiteindelijk gaat het hier om een westerse verwant van het boeddhisme.