Dukkha omvat de volledige kaleidoscoop van pijn en verdriet. Het is die hoop mentale en lichamelijke onvrede die we als mens ervaren gedurende ons hele leven. Het is die onvrede die ons steeds weer in alle richtingen blijft drijven om steeds opnieuw te ‘worden’ (P. bhavaraga) zonder ook maar enige voldoening te vinden.
Slechts wanneer we in onszelf realiseren dat dit ‘worden’ (letterlijk en figuurlijk) een dood spoor is, i.c. het diepe inzicht verwerven dat al onze ‘weder’-geboortes nooit tot innerlijke vrede leiden, zien we het pad dat de Boeddha uittekende.
Op dat moment—meestal in ogenblikken van diepe duisternis—komen we onszelf tegen. Botsen we op onze limieten. Op dat moment komt waarheid in het vizier. Zien we licht aan het einde van onze tunnel. Laten we onze geconditioneerde gedachten los en ontstaat inzicht in de ware aard van ons bestaan. Ontstaat vrede. Shanti.