Laatst was een zeer christelijke vriend (zcv) op bezoek in de Kloosterbunker. We spraken over God en de engelen, Methusalem, Job en de onthoofde Johannes. Af en toe brak ik in met een tekstje uit het boeddhisme maar dat vond hij niet zo interessant. Ik ben een groot kenner van de christelijke leer maar niet gelovig.
Zijn blik viel op een houten flink uit de kluiten gewassen Boeddhabeeld dat vrijwel naast de stoel waar hij in zat op een zeer laag roodgelakt krukje/tafeltje stond, dat ik vroeger gebruikte om het beeldscherm van mijn PC op te zetten. ‘Je weet toch wel dat je geen afgodsbeelden, helemaal geen beelden mag aanbidden’, sprak hij streng.
‘Gelovige,’ repliceerde ik, ‘in de eerste plaats was de Boeddha helemaal geen god, dus ik kan hem ook niet verafgoden. Ik aanbid niemand. Op de tweede plaats staat het beeld daar omdat ik dat gekregen heb van vrienden, ik vind het mooi en beschouw het als beeldende kunst, meer niet. Als je wilt, ik zie dat als bewijs, mag je het zo in mekaar hakken of er gaten in boren, het hoofd eraf zagen. Mijn vrienden en ik zullen daar niet blij mee zijn, het was nogal prijzig en met een goede intentie geschonken en het verfraait de Kloosterbunker. Maar ga je gang.’
Zagen en boren en hakbijlen bleven in de inloopkast -hij geloofde mij op mijn woord- en miljoenen engelen van God – mijn vriend twijfelde niet aan hun bestaan – vulden volgens hem in figuurlijke zin de ruimte van de Kloosterbunker en de hemel erboven. Ik schonk de gelovige nog een kop koffie in, erna wilde hij vertrekken. Het regende buiten flink. ‘Wat een teringweer’, sprak de gelovige. ‘Alle weer is van de Heer,’ memoreerde ik. Hij knikte. Ik leende hem een paraplu.
Moge iedereen gelukkig zijn, gezond en vrij, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
M,E zegt
Beste Joop Ha Hoek
U had ook tegen die vriend kunnen zeggen
“”” Alle Regen is een Zegen ”
Dat is ook zeker waar
Een warme groet van mij
Joop Ha Hoek zegt
De gelovige vroeg toch om een paraplu…
Ludo zegt
Kleine beschouwing… Iedereen heeft wel een bepaalde binding of krijgt een bepaald gevoelen bij het zien van een beeld. Maar uiteindelijk is het maar een beeld, een stuk materie. De kracht van een beeld, zit in de gevoelens die dat beeld opwekt bij de kijker of de bezitter. Dit is ook zo bij het zien van andere (kunst)werken, of het beleven van natuurelementen, of het ontmoeten van mensen of… Het werkt van binnen en niet van buiten.
Een boeddhabeeld, een christusbeeld, een heiligenbeeld herinnert er mij bv. aan om in hun spoor het goede te zien en te doen, net zoals een gruwelijk beeld van oorlogen, van natuurrampen met radeloze mensen enz. me aanzet om absoluut geen geweld te gebruiken of de drang in me oproept om op welke manier hulp te bieden.
Beelden kunnen gedachten voor reflectie of tot actie oproepen. Laat ze vooral de goede dingen in de mensen oproepen en geen bron zijn voor ‘storende emoties’.
Warme groet!