De Dhammapada zegt over afzondering:
‘Wie de smaak van kalmte en van afzondering geproefd heeft, bevrijdt zich van angst en kwaad: hij drinkt de vreugde van Dhamma.’
Dit vers benadrukt dat uit kalmte (P. upasama) en afzondering (P. viveka) innerlijke vrede voortvloeit. Maar ook bevrijding van angst en boosheid.
Upasama is het ’tot rust komen’; het ‘koel worden’; geen verlangens of verwachtingen meer koesteren; onthechting en inzicht in de vergankelijkheid van alle dingen (P. anicca).
Het is het tot rust brengen van passie en verlangens. Het schept tevredenheid met het simpele leven, waaraan geen eisen meer gesteld worden.
De Dhamma smaakt zoet voor de dhammanuvatti die de nectar van kalmte en afzondering geproefd heeft.