Dhamma overstijgt elke boeddhistische stroming, elke traditie, elke lineage. Dhamma is niet gebonden aan woorden en concepten. Noch aan opinies, ideeën, standpunten. Dhamma openbaart zich spontaan op elk moment ‘in de tienduizend dingen die zich presenteren.’ (Ehei Dogen).
Het onderscheid tussen een wereldling (P. puthujjana) en een edele volgeling (P. ariya-puggala) is een kwestie van perceptie.
De wereldling treedt de wereld—‘de tienduizend dingen’— tegemoet vanuit het ‘ik’-perspectief. Door deze kortzichtige invalshoek verkeert hij permanent in onwetendheid (P. avijja).
De edele volgeling ziet en kent (P. janami passami) het proces van afhankelijke verbondenheid dat ‘de tienduizend dingen’ karakteriseert. Door deze open benadering realiseert de dhammanuvatti zichzelf.