Deze tekst maakt deel uit van het in 2024 te verschijnen boek ‘Wiswerk; bevrijd menszijn’, van auteur Ad van Dun. Het boek bevat twee visualisatie-oefeningen waarvan dit fragment deel uitmaakt. Deze oefeningen illustreren en accentueren het belevingsaspect van menszijn. Meer informatie hierover is te vinden op https://dharmoebe.nl/visie/wiswerk-boek/
Ruimte
Ongemerkt komt er heel traag onder de witte vliesachtige grond stilaan iets in beweging, alsof het de aarde zelf is. Het lijkt alsof de aardmassa schuift en draait onder je zitplek.
Dit is geen willekeurig fenomeen, geen toevallig natuurverschijnsel: dit ondergrondse tasten staat niet los van jouw aanwezigheid hier.
Dan dringt tot je door: mijn zoeken is voltooid; ik hoef niet meer te zoeken, want ik wórd nu gezocht. En meteen daarop, als een antwoord haast, constateer je dat het schuivend geheel jou voldoende nauwkeurig heeft gevonden en de beweging komt tot stilstand.
De ruimte onder het vlies kan blijkbaar waarnemen, het is in staat te detecteren waar je bent. En dan dringt de realiteit hiervan ten volle tot je door: deze vlakte waarop ik me bevind is één immens oog
Alle vuur dat ik zocht was dus feitelijk de warme gloed van licht, want de plek waar ik nu zit valt precies samen met de verticale lichtbron waarmee dit immense oog mij via zijn iris waarneemt en doorstraalt.
Hiermee openbaart zich de kracht van gewaarzijnslicht: het oog honoreert en taxeert met zijn zicht mijn aanwezigheid, mijn potentieel.
Je bent aangekomen op de eindlocatie van je pelgrimage als sterveling. Dit is het bewust functionerend oog van leven zelf, het wijsheidsoog. Van onderop en van binnenuit voel je je volledig gezien: je wordt doorgelicht, doorstraald, in- en opgenomen door warmte en helderheid van de iris, door bedoeling en herkenning. En nergens is er enige begrenzing te ontdekken aan deze intieme, wonderlijke beleving. Het voelt als de volheid van thuiskomst, van opgenomen zijn in het licht van leven zelf, in de grenzeloze, liefdevolle werking van waarheid zelf.
Het kijken, het oog, je lichaam, de ruimte, de omgeving – alles vindt plaats in een intens maar tegelijkertijd tijdloos gewaarzijn.
Vanuit het oog, vanuit dit intieme bewustzijn werkt een grote kracht: het leven ziet mij, waarheid ziet mij – en ik zie waarheidswerking.
Met andere woorden: ik bevind me nu in dit oog en voel exact hoe waarheid mij beleeft en hoe het is om alles zo kloppend te beleven.
Dit pure beleven beweegt helemaal niet, het heerst enkel en het is van een diepe, ongekende schoonheid en universele goedheid.
Het licht voelt ruimtelijk hier, ten diepste werkend, warm en helder.
Ik besef: dit is de grondkracht van menszijn, onze fijnste substantie.
Deze ongrijpbare en allesdoordringende kracht doet niets anders dan me liefdevol laten delen in belichaming zijn ervan, in toelaten ervan, me definitief laten openen erdoor en gaan werken ermee.
Dankzij deze verbinding met waarheidswerking zal ik voortaan al wat ik tegenkom verwelkomen als niet verschillend van het immense oog, als een waardevol voortbrengsel van deze betoverende ruimte, als niets anders dan de natuurlijke bewogenheid van mijn eigen hart waar heel deze betekenisvolle beleving in plaatsvindt.
Siebe zegt
Is dit niet de arupa jhana, het ontdekken en verwijlen in eindeloos of grenzeloos bewustzijn?
Kunt u echt waarmaken dat er geen begrenzing is aan deze wonderlijke beleving, of is dit een indruk op dat moment?
Hoe kun je dit echt onderzoeken? Kun je op indrukken afgaan?
Ik denk zelf dat de Boeddha beschrijft dat het ultieme realiseerbaar hier en nu sannavedayitanirodha is. Is dat dan wat u beschrijft?
Men zegt dat bewustzijn dan ook is geëindigd. Er zijn dan mensen die zeggen…ja bewustzijn, vinnana, maar gewaarzijn niet want dat eindigt nooit. Bewustzijn is duaal, gewaarzijn niet.
Oke…maar waarom moet je daar dan zo naar zoeken in de Pali overlevering? Een ongeboren gewaarzijn, een nooit ontstane wetende essentie. Als deze ontdekking nu de hele crux is van Boeddha’s verlichting, bevrijding, waarom is dit dan allemaal zo vaag, en moet je het eigenlijk toch wel wat zoeken en hineininterpretieren in de Pali sutta’s? En zijn mensen toch weer niet bezig zo voor zichzelf te verlangen dat ze eigenlijk onsterfelijk zijn? Toch een eeuwigheidsleer? Oke, het atta is dan niet een persoonlijk atta maar een boven-persoonlijk en grenzeloos atta. Maar is dat dan geen eeuwigheidsleer? Heb je dan toch niet een visie dat je deels eeuwig bent en deels tijdelijk? Maar dat is toch absoluut niet wat de Boeddha wil?
Er zijn ook boeddhistische leraren die geven juist aan dat het hoogste inzicht is dat wat je jezelf noemt, Ik, wat je ervaart als jezelf, beschouwt als jezelf, beleeft als jezelf, slecht een verzameling processen is, een proces. En er is geen enkele blijvende substantie, een zelf, niks eeuwigs. Alles zien zoals het werkelijk is, onvertekend door je eigen neigingen, betekent zien dat wat je dan ook ervaart, kent en beleeft als jezelf, verschijnsel is, tijdelijk, leedvol, niet Ik, niet mijn, niet mijn zelf. Niks. En verschijnselen kennen geen geboorte, ziekte, verouderen en dood. Dat zijn termen die horen niet bij verschijnselen. Verschijnenselen ontstaan voorwaardelijk, bestaan even en verdwijnen weer.
Het directe kennen kent dus niet geboorte, ziekte, verouderen en dood, dat kent alleen het voorstellen en verbeelden waarbij je zaken persoonlijk maakt. Dat doen de anusaya, de neigingen in de geest. Die vervormen alles.
Het directe kennen is dus het domein van geboortevrije, het niet-verouderende, het doodloze, het ziektevrije. Verbeelden en voorstellen is doorbroken. Niettemin kan een Gerealiseerde best in die termen spreken van Ik, mijn, geboorte, dood, sterven etc.
En in deze visie, is er alleen maar lijden wat eindigt. Niet omdat eeuwig geluk of vrede of ware Zelf dan overblijft, maar omdat er alleen processen eindigen, en meer is er ook niet. Ook het kennen is geen Ik, mijn, mijn zelf.
Ik vind het maar verwarrend. Hoe heeft de Boeddha het allemaal echt bedoeld en in hoeverre leiden onze eigen wensen, verlangens ons in het interpreteren van ervaringen, ontdekkingen, geschriften? Zijn we werkelijk zo objectief bezig?
ad zegt
Beste Siebe, deze tekst werd geschreven 1. als organisch onderdeel van een geheel (boek Wiswerk, en 2. met het doel om belevingsmateriaal te bieden dat directer werkt dan conceptualisatie.
Bij 1: onze totale visie en rijping vergt juiste motivatie en inzicht: besef van een intrinsieke bedoeling en zicht op wetmatige context. Dat is een natuurlijk geheel waarbij de dingen in ons oefenen ontdekkenderwijs op hun plaats vallen.
Bij 2: we kunnen ons suf denken en blijven argumenteren, maar het leven (de werkelijkheid) heeft een veel wonderlijk aard en verloop dan wij kunnen vatten of beschrijven. Als pelgrim leer ik elke dag in oprecht vertrouwen en interesse me te openen en ontvankelijk te maken voor die actuele wonderlijkheid – en in alles te blijven voelen (authentiek) of het heilzaam is of ondermijnend.
Alle goeds!