Een goede bekende van ons doodde zichzelf onlangs. Met een touw en zo geregisseerd dat de mensen die haar zouden vinden, schriftelijk werden ingeseind en dus eerst de politie kon worden gewaarschuwd. Ze zag leven niet meer zitten.
Als het om vertrouwen gaat, komt vroeg of laat de ’tegenvraag’ aan de orde waarover mijn eerste alinea gaat: wat als iemand geen enkel vertrouwen meer lijkt te kunnen opbrengen en zelfdoding als de enige voortgang van zijn/haar leven ziet? Ik ga die vraag niet uit de weg, maar wil me -in het verlengde ervan- eerst bezighouden met een andere essentiële wedervraag: waarop of waarin kan vertrouwen überhaupt zijn gebaseerd?
Goeroe’s en andere levensleraren houden je voor dat je je het beste kunt overgeven aan het leven zelf. Probeer je krampachtige neiging om de dingen in de hand te houden ‘los te laten’ Ga er maar aan staan. Ook en juist voor mensen die in een diepe depressie terecht gekomen zijn, werkt dit gewoonlijk van geen kant. Wat de goeroe’s eigenlijk zeggen is: vertrouw nou maar. En ze zeggen dat tegen mensen die dat nou juist niet kunnen.
Het waarop en waarin wordt zelden ingevuld omdat het niet concreet te maken is. ‘Het leven zelf’ als vertrouwensbasis is een dooddoener. Net als het Don’t push the river, de rivier waartegen je niet kunt duwen. We kunnen als grond voor ons vertrouwen ook God in vullen, Tao, de Geest of de bron van alle zijn. Maar wie echt klem zit, is daar meestal ook niet echt mee geholpen. En toch… Wie goed kijkt, ziet dat je leven ‘zichzelf’ leeft. Jouw ‘eigen inbreng’ is nogal beperkt. Er is een hand in je leven die niet van jou is. Geen regisseur met een bedoeling. Maar een verrassende stroom van gebeurtenissen, zonder plot.
Met uw welnemen citeer ik nu een stukje uit mijn boek De tocht van het hart: ‘Ik zit in de boot van mijn eigen leven, ben passagier en bemanning, ben de boot zelf. Mijn vaarplan leidt tot tal van zwenkingen, maar zeil en roer kan ik uiteindelijk slechts ter beschikking stellen van de golfstroom van de tijd, de dynamische beweging van mijn leven. Wat ik wezenlijk ben ziet dat mijn relatieve bestaan alleen beweging en verandering is en dat ik daar maar één antwoord op heb: daarin zonder voorbehoud meegaan. Daar één mee zijn, smelten als een ijsblokje in een glas water.’
Het vertrouwen waarom het gaat kent dus geen grond. Het is grondeloos. Het is de diepte van je leven inspringen zonder dat je weet of er iemand staat om je op te vangen. De basis van dit vertrouwen valt slechts te ontlenen aan het besef dat er altijd alleen en uitsluitend dit moment is. Iets anders is er echt niet. Maar IN dit moment zijn we volkomen vrij, ongeacht de vraag of wij een vrije wil hebben of niet. En na elk moment komt een volgend. Een compleet mysterie. We zijn in staat om dit te ‘zien’ in de zin van: ondervinden, beleven, ervaren. Zie: er valt geen gat in de werkelijkheid, noch in de tijd.
Zodoende zegt de befaamde Osho in de inspiratiemail van 9 december: ‘Vertrouwen betekent niet dat alles wel goed komt, maar dat alles al goed is. Vertrouwen kent geen toekomst; vertrouwen kent alleen het heden. Op het moment dat je aan de toekomst denkt is er al wantrouwen.’ Een mooie goeroe-uitspraak die m.i. wel klopt. Maar wees niet bereid die klakkeloos te geloven. Ga af op je eigen inzicht.
Onze kennis kende dit thema van haver tot gort. Wie weet of zij zich niet heeft overgegeven aan ‘het leven zoals het is’? Als we de dood als onderdeel van ons leven zien, dan verdwijnt de tegenstelling. Wij zijn gewend vertrouwen te koppelen aan (voort)leven, verwondering, vreugde en vrede en een dergelijk vertrouwen wensen we iedereen toe. Maar vertrouwen lijdt niet per definitie een nederlaag als iemand weloverwogen de eigen dood kiest. Ook dat is een sprong in het diepe.