Wat de Boeddha vooral siert is dat hij een mens bleef. Hij noemde zich geen schepper van werelden. Geboren als mens blééf hij een mens—géén god—die met menselijke kwaliteiten boven zichzelf uitsteeg en illusie transformeerde in verlichting.
De Dalai Lama:
‘De Boeddha heeft nooit gezegd dat hij een schepper is. Hij zei dat wijsheid niet op andere mensen kon worden overgedragen. Als je het pad volgt dat door de Boeddha is uitgestippeld, kan elk mens die wijsheid bereiken.’