Ik ben geen deskundige op het gebied van de Lotus-Soetra, maar dat hoeft toch ook niet? De soetra brengt mij op allerlei gedachten en die wil ik met lezers van het BD delen. Hoeveel afleveringen deze serie gaat tellen, is pas na de laatste aflevering bekend. Deze keer:
Heil Boeddha
In de Lotus-soetra belooft Boeddha iedereen heil. Maar wat is dat dan, heil? Wel, het woordje ‘heil’ mag dan door het door de nazi gescandeerde ‘heil Hitler’ voor velen een negatieve gevoelswaarde hebben gekregen, maar het heeft allerlei positieve betekenissen, zoals geestelijk welzijn; geluk; overwinning, troost, redding, verlossing en nog veel meer. Iets is heilig wanneer het goed is voor ons geestelijk welzijn; geluk brengt; voor de overwinning zorgt, troost en/of redding biedt, verlossing brengt en ga zo maar door. Hetzelfde geldt voor personen. Een heilige is iemand die ons geestelijk welzijn bevordert; gelukkig maakt en uiteindelijk uit dit tranendal helpt. Het woordje ‘heil’ betekent ook: toevlucht. Wanneer je je toevlucht neemt tot de Boeddha, de dharma en de sangha, zeg je in zekere zin dus dat je verwacht dat de Boeddha, de dharma en de sangha jou uiteindelijk van (of uit?) jouw lijden zullen verlossen. Je roept waarschijnlijk niet Heil Boeddha maar als puntje bij paaltje komt, hoop je (denk ik) toch dat alles uiteindelijk helemaal goed komt wanneer je je toevlucht neemt tot deze drie juwelen; de Boeddha, de dharma en de sangha. Maar dat gaat niet allemaal vanzelf.
De volgende uitspraak van J.H. Brand (1823-1888), president van de Boeren Vrijstaat, zou zomaar boeddhistisch kunnen zijn: ”Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen’ Het betekent namelijk zoveel als: ‘het komt niet allemaal vanzelf goed; we moeten er allemaal wel wat aan doen’. Je kunt zo vaak, zoveel en zolang je wilt jou toevlucht nemen tot de Boeddha, de dharma en de sangha, maar daar eindigt het nooit. Daar begint het eigenlijk pas. Jij moet zelf aan de slag. Jij moet je plicht doen, en dat houdt in: geen levende wezens.doden; afzien van nemen wat niet op een of andere manier (vrijwillig) aan je gegeven is; je seksueel netjes gedragen (dus geen grenzen overschrijden); op je woorden letten en geen onzin uitkramen; en niets tot je nemen waardoor je ophoudt helder na te denken (bijvoorbeeld drugs). De Boeddha helpt je daarbij, vooral door jou een en ander uit te leggen op een voor jou begrijpelijke manier (tactische aanpassing). De dharma helpt je daarbij, door aan te geven wat (voor jou) het rechte pad is. En de sangha helpt je daarbij met een luisterend oor, een arm over je schouder, een lach en een traan, omdat een sangha nou eenmaal een club van mensen is die net als jij voortdurend vallen, steeds weer opstaan en altijd verder gaan, samen.
In de Lotus-soetra belooft Boeddha dat iedereen de boeddhastaat zal bereiken. Om duidelijk te maken wat hij bedoelt, is het wellicht nuttig eens een eikeltje in de hand te nemen. In iedere eikel zit een eikenboom; in ieder beukennootje een beuk; in iedere zaadje uit een dennenappel een den, en in ieder minuscuul maanzaadkorreltje een prachtige papaver. Dat is met het blote oog natuurlijk niet te zien, maar wanneer de omstandigheden ernaar zijn en je de tijd hebt, dan…
Zo zal ieder levend wezen zijn of haar boeddhanatuur volledig realiseren, omdat de boeddha die hij of zij zal realiseren vanaf het prilste begin al aanwezig was. (Lees nog maar eens het refrein in bijdrage 9, het achtvoudige pad: Boeddha! In alles, overal om je heen. Boeddha, Boeddha en nog eens Boeddha. Er is alleen maar Boeddha. Misschien vind je dat saai, … nou, prijs je dan maar gelukkig dat Boeddha zich aan je voordoet in een oneindig aantal variabele illusies. Beloofd! De Boeddhanatuur is er al, nu alleen nog het dek eraf halen. Ont-dekken.
Hoe moeilijk of makkelijk is dat eigenlijk, dat realiseren van die Boeddhanatuur in je? Nou, niet moeilijk en eigenlijk heel simpel. Maar…
Mensen zijn nu eenmaal mensen, en om een of andere mysterieuze reden maken ze alles wat in wezen makkelijk is héél moeilijk en omgekeerd. Neem ontspannen. Moeilijk? Nee hoor. Gewoon ophouden met je in te spannen. Eerlijk zijn. Moeilijk? Nee hoor. Gewoon ophouden met liegen of halve waarheden vertellen. Zo kun je doorgaan. Niets doodmaken? Helemaal niet moeilijk. Gewoon alles en iedereen laten leven. Afzien van nemen wat niet op een of andere manier (vrijwillig) aan je gegeven is, is ook simpel: gewoon tevreden zijn met wat van jou is. Het is ook niet zo moeilijk om je seksueel netjes te gedragen. Het enige dat je hoeft te doen is geen grenzen overschrijden, en dan niet alleen die van jezelf, maar óók en vooral de grenzen die de ander aangeeft. Niet overheen gaan. Op je woorden letten en geen onzin uitkramen is evenmin moeilijk. Gewoon even nadenken of de ander dat wat jij wilt zeggen ook tegen jou mag zeggen zonder dat jij je op je ziel getrapt waant, én (voor de zekerheid) of je het ook probleemloos kunt zeggen tegen degeen die jou het liefst is. Kan dat niet? Mond houden! En niets tot je nemen waardoor je ophoudt helder na te denken (bijvoorbeeld drugs) is ook al niet moeilijk, want je hoeft er alleen maar vanaf te blijven. Klinkt simpel, is simpel … maar… Maar mensen maken dit soort zaken ongelooflijk moeilijk omdat ze wat willen doen. Mensen willen iets doen om zich te ontspannen. Ze willen iets doen om eerlijk over te komen. Ze willen iets doen om lief te lijken, vreedzaam, gewaardeerd, geloofd, en ga zo maar door. Mensen willen altijd en overal vooral iets doen. Ook als dat nergens voor nodig is of zelfs averechts werkt.
Waar die drang om iets te doen vandaan komt? Joost mag het weten. Joost is een naam voor de duivel. Wanneer je ‘Joost mag het weten’ zegt, zeg je eigenlijk dat jij het niet weet, maar de duivel misschien wel. Het boeddhisme noemt de duivel Mara. Nou, Mara weet het wel. Reken daar maar op. Voor je gaat denken dat de duivel een bestaand figuur is buiten jou, help ik je graag van dat idee af. Jij bent het zelf! Ieder mens is zijn eigen duivel. Sterker nog, het refrein uit bijdrage 9 dat ik hierboven eerder herhaalde, zou ook zo kunnen luiden: Mara! In alles, overal om je heen. Mara, Mara en nog eens Mara. Er is alleen maar Mara. Misschien vind je dat schrikbarend, … nou, helaas doet Mara zich aan je voor in een oneindig aantal variabele illusies. Zeker weten! Mara is altijd deel van jou, Wil je Mara ontdekken? Haal het dek er maar af. Ont-dek de duivel in je.
Eh… En Boeddha dan? Boeddha en Mara zijn één en hetzelfde, één en dezelfde. Iedereen heeft zowel de boeddhanatuur als de maranatuur in zich, omdat er géén twee verschillende naturen zijn maar wel twee verschillende aspecten. Zie het als kop of munt. Of als boven en onderkant. Een van mijn kinderen vond ooit de onderkant van een blok hout niet zo mooi. Dus zaagde ik die kant af en zei: “Alsjeblieft, hier heb je een blokje hout zonder onderkant”. Daar trapte hij niet in. Hij kwam er achter dat er altijd een onderkant zou zijn, hoe vaak ik de zaag ook zou hanteren. Uiteindelijk besloot hij dat het het beste was om de bovenkant dan maar boven te houden, en verder geen aandacht meer aan de onderkant te schenken. Precies. Zo is het ook met Mara. Mara bracht Shakyamuni in verleiding, maar delfde het onderspit toen Shakyamuni de Boeddhakant boven zette en de onderkant volkomen besloot te negeren. Deden meer mensen dat maar. Gewoon: Boeddha boven. Simpel toch?
(wordt vervolgd)
Wulf zegt
Trouwens, er zijn meer paden die naar het uiteindelijke levensdoel leiden. Oftewel het eraf halen van het dek van de ‘boeddhanatuur’. Mooi is dat we het mooie kunnen halen uit het boeddhisme, christendom, jodendom, islam. En dat we allen elkaars pad respecteren en gunnen.