Het pad dat de Boeddha liep en aan zijn volgelingen aanwees is de weg van de bedelmonnik in zijn meest concrete en basale vorm. Hij onthield zich steevast van het poneren van hooggestemde, onbereikbare idealen of van een aanhoudend verdwaasd zoeken naar een onbestaande (eeuwige) stabiliteit.
Laat dit duidelijk zijn: wil de yogi de dingen zien zoals ze werkelijk zijn dan moet hij alles loslaten (P. vossagga; patinissagga) wat hem aan de verlokkingen van de zintuiglijke wereld bindt en aandachtig, opmerkzaam en alert de fenomenen observeren die zich aan hem presenteren.
Dat komt in de eerste plaats neer op het beschouwen van zijn geest/lichaam-complex. In élk moment. En van moment-tot-moment. Satipatthana. De Vier Velden (Fundamenten) van Opmerkzaamheid—lichaam; gewaarwordingen; geest en objecten van de geest.
siebe zegt
Er zijn verschillende sutta’s over wat de Boeddha dreef maar deze spreekt mij het meest aan:
https://www.sleuteltotinzicht.nl/snp4-15.htm
Hij zocht ook een schuilplaats, veiligheid, hij voelde zich angstig in een onveilige wereld, bewust van alle conflicten die overal zijn.
Hij was in die zin net als ieder mens of wezen op zoek naar veiligheid/betrouwbaarheid. Hij kwam tot het inzicht dat hechten aan iets of iemand nooit de weg daartoe kan zijn.