“lekker zennen”.
“Ik voel me helemaal zen”.
Zen is een modewoord geworden. Het staat voor rust, kalmte, ontspannen zijn, geen stress hebben. Zouden Dogen of Bodhidarma, founding fathers van zen, dat ermee bedoeld hebben? Niet waarschijnlijk gezien de grote meditatieve inspanningen die ze zich troostten om het bestaan en het lijden te doorgronden. Ze zochten een verlossend inzicht en gooiden zich daar met ziel en zaligheid in. Niks ontspanning, kalmte en rust.
Maar dat beeld van de mediterende boeddha spreekt blijkbaar veel mensen aan. Ze knopen het begrip zen er gemakshalve aan vast. Op TV werd een man met een Boeddhabeeld op de vensterbank gevraagd of hij iets van het boeddhisme wist. Hij antwoordde eerlijk: “Het boeddhisme interesseert me niet, boeddha wel”. Kenmerk van mensen die ‘lekker zennen’ is dat ze desgevraagd zeggen helemaal niets van het (zen-) boeddhisme te weten.
Het zou toch leuk zijn om deze enorm grote groep boeddhabeeldbezitters voorzichtig te interesseren voor het boeddhisme of voor zen. Maar hoe? Een kleurrijke actiegroep in Noord-Frankrijk gaf een leuk voorbeeld. Ze roofden kabouters uit tuinen en plaatsten ze bij bosjes terug op dorpspleinen. Ze noemden zich ‘Het kabouter bevrijdingsfront’. Wat zou het grappig zijn om al die tuinboeddha’s bij elkaar te zien op centrale pleinen van stad of dorp. Of misschien nog leuker, maar ook moeilijker uitvoerbaar, om boeddha’s in huiskamers om te wisselen. Een boeddhakop op een kast blijkt opeens vervangen door een zittende boeddha. Een zittende boeddha op de vensterbank staat opeens. Dat moet toch aan het denken zetten, zou je zeggen…