Mevrouw J. heeft een gebiedsverbod maar komt nog steeds in de wijk waar ze woonde en waar ze uit haar huis is gezet. Ze valt haar ex-partner, die nog wel in de wijk woont lastig. En wel op zo’n manier dat de hele buurt er al maanden last van heeft.
Mevrouw is al regelmatig met justitie in aanraking geweest, tot voorwaardelijke- en taakstraffen veroordeeld en zou nu ook aanwezig moeten zijn. Ze is er niet; er is ook geen advocaat om haar te vertegenwoordigen.
Wel zijn er vijf politiemensen prominent in uniform aanwezig om te benadrukken hoe erg het met mevrouw is gesteld en dat het voor hen ook geen doen meer is met mevrouw op een normale manier om te gaan. Een van hen is eiser van een schadevergoeding van 240 euro omdat mevrouw hem licht lichamelijk letsel heeft toegebracht bij haar arrestatie.
De jonge officier van justitie staat op, houdt haar pleidooi en eist nu een onvoorwaardelijke gevangenisstraf omdat mevrouw zich op geen enkele manier aanpast. Taakstraffen werken niet omdat mevrouw niet komt opdagen. Ook op haar afspraken met de reclassering komt ze niet.
De politierechter hoort de politieagent in de zaal en vraagt zich hardop af wat de juiste straf voor mevrouw zou moeten zijn. Iedereen in de zaal voelt en weet dat het straffen van mevrouw eigenlijk geen zin heeft en ze hulp nodig heeft, zonodig verplichte hulp.
De politierechter heeft geen mogelijkheid haar daartoe te verplichten (veroordelen). Hij doet wat af van de geëiste straf van de officier waardoor mevrouw daadwerkelijk toch een week in de gevangenis terecht komt. Daarbij vraagt hij zich af of door de schrik die ze daardoor mogelijk krijgt ze misschien tot inzicht zou kunnen komen om zich wel te laten behandelen. Iedereen weet dat het enige juiste voor mevrouw een verplichte opname zou zijn.
De schadevergoeding van de agent wordt verminderd tot 100 euro. Tot betaling van dit bedrag en tot de gevangenisstraf wordt ze veroordeeld.
Helaas zijn er heel veel mensen zoals mevrouw J. Daarmee is de gevangenis het afvoerputje van de samenleving geworden. Circa 90% van de mensen in detentie waren voor hun arrestatie al in aanraking geweest met de ggz.
Wij zijn helaas niet in staat de zwaksten in de maatschappij de ondersteuning te bieden die ze nodig hebben en zien geen andere mogelijkheid meer dan ze korter of langer op te sluiten. Met alle gevolgen van dien.