Het boeddhisme is een van de vijf wereldreligies. In Nederland is het de jongste religie, goedbeschouwd wordt het pas veertig jaar beoefend. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat er onder de Nederlandse bevolking –en ambtenaren, niet veel over het boeddhisme bekend is.
Op zich is dat natuurlijk geen probleem, maar als de overheid de Nederlandse wet en regelgeving toepast op boeddhistische tempels, dan ontstaat er een rechtsongelijkheid die in strijd is met art 1 van de grondwet.
‘Art 1. Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’
Onze regelgeving komt voort uit onze christelijke cultuur; deze wet en regelgeving laat geen ruimte voor andere denkbeelden. Als gevolg hiervan legt het ambtenarenapparaat deze op christelijke leest geschoeide wetten als blauwdruk op het boeddhisme en stelt aan de hand hiervan regels op, die onbedoeld een discriminerende uitwerking hebben.
Als voorbeeld:
Onze tempelleiding in Bemmel vult een bezwaarschrift in tegen de onroerendzaakbelasting (OZB). Alle religieuze instellingen zijn hiervan vrijgesteld, mits het gebouw, kerk, moskee, synagoge of tempel vrij toegankelijk is. Een ambtenaar komt aan de hand van dat bezwaarschrift poolshoogte nemen en vraagt wat wij in de tempelruimte doen. Het antwoord is: we houden er tempeldiensten, feestelijke bijeenkomsten, doop, trouw en rouwceremonies, geven er lezingen, eten er, drinken er thee, enzovoort.
We lopen verder en komen in de meditatieruimte. De vraag is: en wat gebeurt hier? Het antwoord is: ’hier wordt gemediteerd’. Daar kregen we geen ontheffing voor. Maar toen ik het woord meditatieruimte verving door gebedsruimte kregen we wel ontheffing. Het is nogal pijnlijk om via christelijke terminologie het boeddhisme te moeten verklaren. Als de term meditatie niet gebruikt kan worden dan bepaalt de overheid hoe het boeddhisme ingevuld dient te worden. Is er dan nog sprake van vrijheid van religie?
De kern van het boeddhisme is meditatie. Meditatie is een leermethode die zowel geestelijk als lichamelijk word beoefend. Voor een lange periode met gekruiste benen zitten vergt oefening. Er is dan ook sprake van beginners en gevorderden. Het is voor een beginneling niet raadzaam om aan een gevorderde meditatiesessie mee te doen, hoewel er uitzonderingen zijn. De vraag is: zijn wij vrij toegankelijk? Ja: mits iedereen zich aan de omgangsvormen houdt is iedereen meer dan welkom. Kan iedereen aan een meditatiesessie mee doen? Dat heb ik hierboven uitgelegd.
Wij houden twee keer per jaar een open dag, iedereen kan zo vrijblijvend kennis maken met onze rituelen, diensten en onze meditatiesessies. Naar aanleiding hiervan kan men besluiten om een beginnerstraining te volgen. Deze trainingen hebben een opbouw. Men begint met drie keer tien minuten meditatie wat in acht lessen opgetrokken wordt naar drie keer vijfentwintig minuten meditatie. In het verleden waren deze beginnerstrainingen gratis. Maar het resultaat was dat men naar believen weg bleef, er geen continuïteit was, wat weerslag had op de hele sangha (gemeenschap). Als gevolg hiervan was er geen sprake van een religieuze beleving. We hebben dit ondervangen door een bijdrage naar draagkracht te vragen waar na verloop van tijd ook de hand mee werd gelicht. Uiteindelijk hebben we een vast bedrag ingesteld voor de eerste acht sessies om continuïteit en motivatie te bewerkstelligen. Met uitzondering voor minder draagkrachtigen. Een deel van dit bedrag is onkostenvergoeding voor het lesmateriaal, thee en nieuwsbrief.
In de van oudsher boeddhistische landen wordt men onderworpen aan een proeve van motivering. Iemand die in wil treden in een tempel wordt vaak de toegang geweigerd. Pas na drie dagen voor de poort van de tempel gezeten te hebben krijgt men toegang.
In het algemeen kun je zeggen dat men na ongeveer acht sessies enig idee heeft wat het boeddhisme inhoud. Na deze introductietraining staat het een ieder vrij om de training te vervolgen en naar eigen inzicht te doneren. Wij streven er naar om jaarlijks zeven retraiteweken te houden waarbij de deelnemers volledig intern zijn. We vragen voor een retraite van een week een onkostenvergoeding van tweehonderd euro per persoon.
Hoe vrij toegankelijk zijn wij? Er is nauwelijks een boeddhistische infrastructuur in Nederland, en alle gevestigde tempels kunnen als pioniers gezien worden die in de huidige wet- en regelgeving hun weg moeten zien te vinden. In het verre oosten is er uiteraard wel een infrastructuur en kun je elk moment, ook ’s nachts een tempel binnenlopen. Maar in onze veranderende westerse samenleving zijn kerken alleen nog tijdens kerkdiensten open. Misschien is in het zuiden, in kleine dorpjes hier en daar nog een kapelletje dagelijks geopend. Boeddhistische tempels kampen met het zelfde probleem als kerken. Overdag moeten zij hun deuren sluiten. De Chinese tempel in Amsterdam is alleen ’s middags open- dit dankzij een aantal suppoosten die er patrouilleren. Daarnaast vragen kerken geldbedragen voor het lidmaatschap van hun kerk waarbij er bij sommigen kerken sprake is van de 10e penning (tien% van het inkomen).
Kan de wet en regelgever van ons verlangen dat wij omwille van de regels ons zo moeten aanpassen dat er geen sprake meer van boeddhistisch religieus onderricht is?
Uiteindelijk gaat het ons niet om de aanslag, het geldbedrag dat betaald zou moeten worden. Maar om het niet-erkennen van het boeddhisme in de Nederlandse samenleving. Het niet-erkennen van het boeddhisme is het discrimineren van een van de vijf wereldreligies.
G.J. Smeets zegt
“Kan de wet en regelgever van ons verlangen dat wij omwille van de regels ons zo moeten aanpassen dat er geen sprake meer van boeddhistisch religieus onderricht is?”
Ja, dat kan de wet- en regelgever verlangen en zelfs afdwingen. Kerk en staat zijn gescheiden waarbij de staat de maatschappelijke grenzen/mogelijkheden van de kerk bepaalt en niet omgekeerd.
Overigens, onze wet- en regelgeving is niet te danken aan zoiets vaags als ‘de christelijke cultuur’, zoals je beweert, maar aan Napoleon. Kun je zelf checken op wikipedia of in willekeurige studie over de juridische geschiedenis van Europa. Er wordt geen enkele religie gediscrimineerd in NL. Iedereen en elke organisatie is voor de wet gelijk.
Je zegt: “Als de term meditatie niet gebruikt kan worden dan bepaalt de overheid hoe het boeddhisme ingevuld dient te worden. Is er dan nog sprake van vrijheid van religie?” Dat is m.i. Calimero-gedrag met krokodillentranen. Er is niemand die jou dwingt om een tempel met bijbehorende infra-structuur op te richten om te mediteren. Kennelijk gaat het je om iets anders dan mediteren. Wat dan?