Waarheid en werkelijkheid zijn volgens mij twee totaal verschillende zaken. Ze hebben niets met elkaar te maken. Ehhh. Wacht even. Ik begin opnieuw:
Waarheid en werkelijkheid liggen volgens mij in elkaars verlengde en overlappen elkaar en … ehhh…
Sorry er gaat iets mis.
De werkelijkheid is, en nu spreek ik waarheid, dat ik noch weet wat werkelijkheid is, noch wat waarheid is. (Beide noch’s met ‘ch’) En het is niet zo dat ik dat nog niet weet (met een ‘g’), ik vermoed met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat ik er zelfs nooit achter ga komen. Ondertussen geniet ik in waarheid van de werkelijkheid waarin ik leef! Juist omdat ik het niet weet. Kun je het volgen?
Om te beginnen: ik ga er van uit dat er slechts één enkele onversneden allesomvattende werkelijkheid is, die niemand door en door kent. Als er al een opperwezen zou bestaan, kent hij (zij of het) die dus ook niet. Boeddha kent deze alles omvattende werkelijkheid evenmin in totaliteit, neem ik aan. Boeddha is namelijk onderdeel van de werkelijkheid. En wie het daarmee oneens is, heeft mijn volledige zegen. Het zij zo. Leuk woord trouwens… vol – ledig. Bijna een sluitende definitie!
Waarheid is subjectief. Tegenover één onversneden allesomvattende ledige volheid, staan ontelbare waarheden. Er zijn namelijk net zoveel waarheden als er wezens zijn die er een waarheid op na houden, zijnde hun hoogst persoonlijke perceptie van de werkelijkheid. Iedere waarheid is door iemand uit de werkelijkheid genomen. Tegenwoordig hoeft dat geen eens een levend persoon te zijn. Het kan ook een ding zijn, een camera bijvoorbeeld, die ‘het ware’ onmiddellijk na nemen voorziet van tags, zoals datum, tijd, locatie. Tags zijn gewoon stempeltjes ”zo is het” en alles wat het stempeltje “zo is het” draagt, is waar want deel van de werkelijkheid. Toch? (Straks geloven we niemand meer, alleen nog van stempeltjes voorziene zaken. Die zijn immers ‘waar’. Nog even, en niemand vertrouwt meer op eigen zintuiglijke waar-neming.)
Ik dwaal af. Terug naar waarheid en werkelijkheid.
Maken mijn fantasieën óók deel uit van de werkelijkheid en/of de waarheid? Voor mij wel. En als ik er over vertel, gaan ze misschien ook deel uitmaken van de werkelijkheid / waarheid van anderen. In mijn fantasie bestaan er kabouters, elfjes, trollen, draken en nog veel meer sprookjesachtige wezens. Zijn ze echt of niet? Wie zal het zeggen.
De afgelopen dagen heb ik op Netflix verschillende documentaires gevolgd. Ik vernam dat er meer sterren in het universum zijn dan er zandkorrels op aarde liggen. Is dat zo? Niet voor mij, wanneer ik ‘s avonds in het donker over het strand loop en naar de sterren boven mij kijk.
Ik vernam dat zich onder ieder stap die ik in een bos zet, honderden kilometers myceliumdraden bevinden. Is dat zo? Niet voor mij. Ik kan die draden niet waarnemen en moet de wetenschappers die dat beweren gewoon geloven.
Ik vernam dat er bewijzen zijn die reïncarnatie … Is dat zo? Ik vernam dat … Is dat zo?
Laat ik het kort houden. Op de vraag: “Is dat zo?” kan ik oprecht alleen maar zeggen dat ik er steeds meer van overtuigd raak dat ik verdomd weinig weet van wat werkelijk is. Ik weet ook niet wat waarheid is. Ik leef bij de gratie van wat ik erváár van wat de werkelijkheid voor mij betekent: dat mijn tenen zeer doen wanneer ik een schop tegen een grote steen geef! En ik leef bij de gratie van afspraken die gemaakt zijn: dat wij als we twee bij twee optellen, op vier uitkomen. Het zijn allemaal erg praktische zaken, die het mij mogelijk maken mijn aardse leven te leven. Verder heb ik geen flauw idee.
Ruud van Bokhoven zegt
Werkelijkheid is iets dat te constateren of waar te nemen is. Waarheid is vaak geen waarheid, oftewel een conclusie die uit meerdere meningen is ontstaan en zou men dus een menselijke waarheid kunnen noemen.
Er is maar één werkelijke waarheid, de ultieme waarheid, een waarheid die nooit iemand te weten zal komen.
Dharmapelgrim zegt
Is dat zo?
klaas hansen zegt
Een vaak gehoorde uitspraak:’De waarheid mag toch gezegd worden?” Is dat ook zo? Wanneer jij vindt dat de waarheid gezegd mag worden ,mag hij ook tegen jou gezegd worden.Het vervelende is dat veel “waarheidzeggers” buitengewoon gebelgd kunnen reageren als die waarheid tegen hun gezegd wordt.Maar dat laatste is ook een bevestiging van hun eigen principe.Je promoveert een persoonlijk iets(ik mag) tot een algemeen iets(iedereen mag de waarheid zeggen)De praktijk wijst uit dat dat laatste wel erg veel vervelende consequenties heeft……..