In een poging om de controle over de autonome regio Tibet te versterken, hebben de Chinese autoriteiten de boeddhistische kloosters in Tibet opgedragen om de teksten in de klas te vertalen van het Tibetaans naar het Mandarijn, volgens de communisten de ‘gemeenschappelijke taal’ van China.
Monniken en nonnen moeten van Peking ook in die Chinese taal met elkaar communiceren in plaats van in hun moedertaal, zo bleek op de driedaagse conferentie die vorige maand in de provincie Qinghai werd gehouden, zo meldt Radio Free Asia (RFA).
Dit is het laatste bewijs vanuit de Tibetaanse Autonome Regio (TAR) dat aangeeft hoe de Chinese autoriteiten werkelijk aankijken tegen minderheidstalen, namelijk dat die op de tweede plaats komen, zo liet Human Rights Watch weten. Vorige maand hebben de Chinese autoriteiten twee Tibetaanse studenten aangehouden die zich ‘verzetten’ tegen het plan van Peking om het gebruik van de Chinese taal als enig onderwijsmedium op te leggen in Tibetaanse scholen.
De regering van Jinping XI legt dergelijke normen op aan de autonome regio Tibet in een poging om haar greep op de regio te verstevigen. Eerder in september hebben de Chinese autoriteiten ook al gedreigd een Tibetaanse school te sluiten als deze in de klas niet uitsluitend in het Chinees lesgeeft.