Zelfonderzoek – of beoefening van de weg – is jezelf en de werkelijkheid steeds beter leren kennen. Je doorziet het dominante en eenzijdige profiel van zintuiglijkheid en ontdekt de kracht en het gezag van de geest als bepalende factor voor onze kwaliteit van menszijn. Hoe meer ik vertrouwd raak met de aard van bewustzijn – onze ware aard – hoe duidelijker me wordt dat deze “substantie” geen particulier karakter heeft (niet mijn eigendom is) en dat die ook niet onderhevig is aan oorzaak en gevolg (niet geconditioneerd is).
De kern van wat wij zijn is hartsbewustzijn, het onvoorwaardelijk werkzame, diep menselijke, pure potentieel van volheidsbeleving. Maar mijn karmische conditionering maakt het me moeilijk dit te beseffen of zelfs maar te kunnen geloven. Oefenen is ruimte en tijd nemen om karma (maakbaarheid, illusie) te leren kennen van aan de hand van je eigen functioneren; tegelijkertijd geeft het me de gelegenheid om oog te krijgen voor de diepere wetmatigheid van dharma (de realiteit, waarheid). Wie aan de slag gaat hiermee komt zichzelf tegen, eerst oppervlakkig en ruw en onschuldig, maar gaandeweg steeds centraler, kernachtige en confronterender. Zelfonderzoek en spiritualiteit gaan uiteindelijk over onze identiteit, en op dit niveau gaat oefenen per saldo over leven en dood, over vals of echt, over boeddhaschap of egoïsme. Als laatste confrontatie met mezelf – en manifestatie van mijn dualisme – ga ik uiteindelijk oog krijgen voor zelfbedrog.
Ik besef hoe alles wat ik doe of denk, inclusief zelfs de diverse spirituele initiatieven, in feite zelfzuchtig en geconditioneerd belangenspel is: niet echt authentieke, betrouwbare beleving, maar ontleende en ingevulde projecties. Op dit punt begrijp je de corrumperende kracht van illusie en je begrijpt dan ook waarom er in het onderricht zoveel aandacht wordt gegeven aan de godheid Mara. Hij fungeert er als de personificatie van zelfbedrog en van alle lijden dat eruit voortvloeit, tot en met ons onwaardige sterven als gevolg van de verkeerde identificatie met lichaam, zintuiglijkheid en wereld. Maar bewaar ik het vertrouwen in de ware aard van de geest en geef ik gezag aan de woorden van betrouwbare leraren, dan kan ik dit inzicht juist benutten om des te grondiger de wijsheidsweg te bewandelen, des te dieper doordrongen van de noodzaak om de werkelijkheid ten volle te leren kennen en belichamen. Zo kan ik het edele karakter van de dharma in alles leren proeven.
Geef een reactie