Je hoeft niemand te zijn, je hoeft nergens heen. Is wel een van mijn favoriete koans. Regelmatig uitgesproken door mijn boeddhistische leraar en door een meditatieleider. Dat geeft mij een wel zo’n onuitsprekelijke rust om mij niet te hoeven bewijzen. Het is ook de stalen bal van de sloopmachine die mijn ego in de gaten houdt. Ik hoef niemand te zijn.
Als ik loop dan loop ik, als ik zit dan zit ik, als ik eet dan eet ik, als ik praat dan praat ik, als ik luister dan luister ik. Met volle aandacht. Nog zo’n prachtige raadgeving. Soms heb ik de neiging om dingen tegelijkertijd te doen. In de Kloosterbunker, op weg naar een kamer om daar iets te doen, zie ik een kopje staan, soms heb ik het al in de hand en zet ik het terug, ik besef dat ik nog even een telefoongesprek moet voeren, keer me bijna om. Ik besef ook: als ik loop dan loop ik. Het geeft zo’n rust en creëert zoveel aandacht.
Niet nemen wat je niet gegeven wordt, is een ander issue. Ik voerde laatst in een etablissement werkoverleg met de webmeester van het BD. Na afloop stopte de ober twee kleine snoepjes in mijn zak. Het zijn mijn lievelingssnoepjes, met een koffiesmaak. Zelf had ik ze niet van het schaaltje gepakt, hoewel de ober ze speciaal voor mij er had opgelegd. Nu kreeg ik ze.
Misschien dat ik dit te ver doorvoer. In het verleden ging ik wel eens met een lege maag van de rijk gevulde tafel omdat niemand mij een boterham aanreikte. Maar het is wel een mooie oefening en voorkomt hebzucht en een groot ego.
Moedig voorwaarts!
Ruud van Bokhoven zegt
Bewaar al je problemen tot als je bent overleden, want dan heb je er de meeste tijd voor en geniet nu van het leven bij leven.
Namasté ?