Dit praatje zoomt in op enkele thema’s van de soetra. Ik heb mezelf gebaseerd op de gedrukte Nederlandstalige uitgave, maar omdat die niet online staat voor de boekloze BD-lezers als hulp een verwijzing naar één der Engelse vertalingen.
https://www.accesstoinsight.org/tipitaka/mn/mn.026.than.html
Je kunt de soetra grofweg in zeven stukken opsplitsen.
- Intro, de obligate uitleg onder welke omstandigheden Boeddha deze uitleg gaf.
- Onderscheid tussen edel en onedel zoeken
- Begin van ascetisch leven, ontmoeten van Alara Kalama en Udakka
- Verlichting en inspiratie om les te gaan geven
- Ontmoeting met Upaka en de vijf asceten
- Bekering van de ssceten
- Vervolg, met min of meer uitleg van het Spiralen Pad.
Op een paar van die stukken gaan we nader in.
3) – Keuze voor ascetisme en de juiste leraar
Toen nog Gautama maakte een vrij radicale levenskeuze. In het toenmalige India, en zeker voor een stamhoofd-zoon met een redelijk voorbestemd levenspad, vermoedelijk de enige manier om spiritueel vooruit te komen. Maar voor ons in het hier en nu is extreem ascetisme, verlaten van huis en haard, veelal niet de juiste keuze – de verschillen met het toenmalige India zijn te groot. Veel meer moet je net als Gautama kijken wat er behulpzaam en wat onbehulpzaam is aan je huidige levensstijl. Als er een stuk inzicht komt dat jouw leven in de oude identiteit niet klopt, dan volgt het voornemen om te veranderen. In een enkel geval kan dat echt verlaten van huis en haard zijn, door bijvoorbeeld toetreden tot een boeddhistische leef- en werkgemeenschap. Maar in de meeste gevallen kijk je gewoon wat er nodig is om een identiteit te ontwikkelen die meer in lijn is met Boeddha’s adviezen. Dus stapsgewijs meer ethisch en minder materialistisch leven, en noem maar wat andere waarden op.
Een volgend thema in dit stuk soetra is het verblijf bij Alara Kalama en Udakka. De frase die Kalama uit na een aantal maanden studentschap is mooi: “Dus, zoals ik ben, zo ben jij en zoals jij bent, zo ben ik. Kom nu, vriend, laten wij samen deze gemeenschap leiden.”
Gautama constateerde echter dat Kalama hem wel degelijk veel geleerd had, maar dat diens leer hen beiden en alle andere studenten niet tot de ‘toestand van onovertroffen ware vrede’ gebracht had. En trok weer verder. Ook hieruit kunnen we lessen trekken voor het hier en nu. Zoals het nooit vergeten van Boeddha’s aansporing Ehipassiko: Kom en zie voor jezelf. Plan regelmatig in je spirituele leven een ‘sanity check’: passen de beoefeningen, studies en vriendschappen waar je op dit moment tijd in steekt wel bij je huidige ontwikkelfase? Zijn de keuzen die je vaak al jaren terug maakte nog steeds geldig? Stel deze vraag aan jezelf en je spirituele vrienden/dinnen, maar zeker ook aan enkele ‘relatieve buitenstaanders’ zoals sanghaleden-op-afstand of zelfs familieleden of schoolvrienden. En net als bij de vorige vraag – kijk wat er nu nodig is om spiritueel vooruit te komen, en stuur bij waar dat nodig is…
4) Compassie voor de wereld
Na het bereiken van verlichting zag Boeddha-voorheen-Gautama hoe lastig het zou worden om mensen deze leer zodanig uit te leggen dat ze er écht iets mee gingen doen. En verschijnt Brahma Sahampati, een der voornaamste ‘Goden’, aan Boeddha om te vertellen dat sommige mensen slechts weinig stof in de ogen hebben, en ontvankelijk konden zijn voor de dharma. Waarna Boeddha besloot om zijn ervaringen te gaan delen.
Voor het hier en nu zou je dit kunnen interpreteren als een aantal van de innerlijke stemmetjes, die jou en mij zo af en toe eigen zijn. Er zijn enigszins vermoeide en teleurgestelde stemmetjes bij, die je influisteren ‘denk nu eerst maar eens aan jezelf, al dat idealisme gaat je nog een burn-out bezorgen’. En er zijn ook heilig-vuur stemmetjes, die blijven geloven in een betere wereld en je bijvoorbeeld eraan herinneren hoeveel van je levensgeluk aan anderen te danken is; wat toch wel enige morele plicht aan jou geeft om anderen weer wat gelukkiger te willen maken? Met andere woorden, de stemmetjes van compassie/mededogen. Net zoals Boeddha dat een kernpunt van zijn leer maakte is het ook logisch dat dit in ons een factor van belang blijft…
5) Zender en ontvanger – ontvankelijkheid
In zijn latere zwervende bestaan kwam Boeddha ook wel eens ‘andersdenkenden’ tegen die niet open stonden voor zijn leer, of hem zelfs openlijk verwensingen toewierpen. Maar ook de allereerste mens die hij tegenkwam, Upaka, luisterde hem met stijgende verbazing aan en liep daarna hoofdschuddend verder. De tekst meldt slechts dat hij tot de Ajivika-school behoorde, en dat hij het gesprek begon omdat hij bij Boeddha een heldere uitstraling, zuiverheid en puurheid bemerkte. Maar i.t.t. vele anderen die Boeddha later ontmoette, geregeld met een nóg meer kritische starthouding dan Upaka, maakte Boeddha geen indruk op hem.
Het is misschien slechts een voetnoot in de soetra, maar evenzeer relevant voor ons als alle wijze lessen van Boeddha zelf. Als je met anderen over jouw ideëen en ervaringen praat, dan is het handig als ze er voor open staan. En in het bereiken van een dialoog is het nuttig als je ook wedervragen stelt, interesse toont in hun achtergronden, ja zelfs enigszins ontvankelijk bent voor correcte stukken in wat ZIJ aan ideëen hebben. Ook een verlichte, die alles weet en doorziet, kan daarin ontvankelijk zijn (zoals Boeddha ook in veel andere gevallen was) dus wij niet-verlichte volgelingen zouden zeker ontvankelijkheid moeten tonen!
6) Sraddha (vertrouwen)
Dat Boeddha de vijf asceten uiteindelijk overtuigde met het concept van de vier Edele Waarheden lezen we niet in deze maar in andere soetras. Een niet onbelangrijk detail is echter dat hij eerst de kans om überhaupt meer dan enkele zinnen tot hen te mogen spreken moest verdienen! En dat is hier in de soetra mooi uitgelegd. Hun grote wantrouwen was gebaseerd op hun inschatting van wat hij enkele maanden eerder deed -de gedeelde strenge ascese inruilen voor een milder regime. En Boeddha ontkende de ‘zwaarte’ van het meningsverschil, ontkende dat hij materiële overvloed gekozen had. Maar vooral deed hij een beroep op hun ervaringen met hem: ‘Herinneren jullie je dat ik ooit in het verleden zo’n belangrijke uitspraak tegenover jullie gedaan heb?’ En daarmee, doordat ze toch nog een greintje vertrouwen hadden in de goede bedoelingen van Boeddha, bereikte hij een nét voldoende luisterend oor om te kunnen beginnen met zijn uitleg.
Ook dit is weer een les voor ons. Ook al is een stukje van dharma voor ons totaal ongeloofwaardig, ook al is een leraar/lerares op het eerste gezicht geen inspiratie – enige tijd om het écht te onderzoeken, een enkele avond of dag die persoon aanhoren, kunnen we toch wel opbrengen? Dit zijn we min of meer verplicht aan Boeddha – een ieder die zegt hem te volgen zou inspiratie voor ons kunnen zijn. Ehipassiko, kom en zie voor jezelf!
Moge deze bescheiden reflecties jou helpen om nog meer inspiratie van Boeddha’s leven te krijgen!