Maarten Olthof is lid van de Zen Peacemakers. Hij is voorzitter van Stichting Vajra, die hij 22 jaar geleden heeft opgericht. Afgelopen 26 april werd Maarten door de burgemeester van Olst/Wijhe benoemd tot Officier in de orde van Oranje-Nassau. Maarten organiseert boeddhistische pelgrimsreizen naar India en Japan met zijn organisatie www.ghanta.eu. Dit is deel 1 van een tweedelig interview met Maarten Olthof en zijn werk voor Stichting Vajra.
“Toen ik 7 jaar oud was leerde ik op school dat er kinderen in de wereld zijn die van honger omkomen. Ik was ontsteld, ik kon ik er niet bij, vond het niet te verteren. Als we weten dat er kinderen van honger dood gaan, dan ga je er toch naar toe om ze eten te geven! Het was voor het eerst dat ik me realiseerde hoe scheef de wereld in elkaar zit. Ik heb toen mezelf de gelofte gedaan dat ik daar wat aan zou proberen te doen.”
schoenen
“Als kind word je geleerd de wereld te accepteren zoals die is. Mijn gelofte zakte weg, maar hij bleef altijd op de achtergrond aanwezig. En toen op een dag gebeurde er iets. Ik begeleidde een wandelreis in Nepal. We wandelden een dorpje binnen. Ik had dure Meindl-schoenen aan. Ze kostten 400 gulden, dat was ook voor mij toen een groot bedrag. Ik zag kinderen voetballen op blote voeten. Normaal roepen kinderen in Nepal: “Kweri“ naar buitenlanders, wat witoog betekent. Hier riepen ze “Djuta”, wat schoenen betekent. De schoenen die kwamen aangelopen waren veel belangrijker dan de buitenlander die erin stak. Een schoffie van een jaar of 7 kwam voor me staan, met zijn handen in zijn zij en vroeg me: “How much is your shoes?”. Ik voelde me erg ongemakkelijk en ontweek het antwoord. We bleven lunchen in dat dorp, de sherpa’s en koks maakten de maaltijd. Onze Nepalese gids kwam naar me toe, hij had het gesprek gehoord. Hij zei dat hij wel wist hoe duur mijn schoenen zijn en dat het huisje waar de jongen met zijn familie in woont minder kost dan mijn schoenen. Toen knapte er iets in mij. Mijn eigen 7-jarig jongetje kwam weer tevoorschijn en toen stond mijn gelofte weer op de kaart. Maar ik kwam nog niet in actie, want waar moest ik beginnen?. Er was nog een zetje nodig. Uiteindelijk was dat het overlijden van mijn vader en de vader van mijn man Arnoud in één jaar tijd. Ook onze 2 katten stierven in datzelfde jaar. Zo werd ik nadrukkelijk met de eindigheid geconfronteerd en ik vroeg mezelf af of ik wel met mijn leven deed wat mijn hart wilde. ‘Nee’, zei mijn hart.”
Vajra
“Ik was coördinator van de reizen in het Himalayagebied van SNP Natuurreizen. Ik kwam veel in Kathmandu. Later richtte ik mijn eigen reisorganisatie op. Ik zegde de helft van mijn baan op, richtte Stichting Vajra op en stak de vrijgekomen tijd als vrijwilliger in ontwikkelingsprojecten in Nepal . Ik heb in meerdere landen projectjes uitgevoerd, maar ik koos uiteindelijk voor Nepal. Als je iets wilt doen is je aanwezigheid belangrijk. De pelgrimsreizen die ik met Ghanta Spirituele Reizen naar India en Nepal organiseer, eindigen in Nepal en dan blijf ik er om aan de projecten te werken. Het vliegticket is zo al betaald door de pelgrimstochten en ik slaap bij mensen thuis.
Voor Vajra werken we allemaal onbezoldigd. Verdien wat je nodig hebt en werk zo hard als je nodig vindt, maar besteed daarnaast een deel van je tijd aan iets voor de gemeenschap: dat is mijn ideaal. We doen het voor het nut van het algemeen en dat wil ik ook zo houden. Als je er niets aan verdient zet dat je ook in een gelijkwaardigere verhouding tot de mensen daar. Ik kan mensen altijd recht in de ogen kijken. Ze kunnen zien dat ik zelf zorg voor mijn ticket en dat ik niet in dure hotels verblijf. En daarom kan ik anderen ook vragen om het werk van Vajra naast hun werk te doen, in Nederland maar ook in Nepal. Het duurde even voordat Vajra de juiste mensen had gevonden. Er zijn veel NGO’s die niet waarmaken wat ze beloven. Mooie rapporten verhullen soms dat er maar weinig gebeurt, terwijl het gedoneerde geld wel geïncasseerd wordt. Ik hield me ver van mensen die zich met geld voor de projecten geld wilden verrijken. Uiteindelijk hielden we een geweldig team over. Ik kom nu al 30 jaar in Nepal en ik werk nog steeds met mensen van het eerste uur. Ik vond het belangrijk me te verdiepen in de cultuur, om elkaar te begrijpen: zowel de taal als het religieuze denken. Daar komt in Nepal ook nog eens het kastenstelsel bij. Als je denkt dat het voldoende is om in te vliegen en dingen te regelen – dan kom je niet ver. Terugkijkend blijken dit verstandige beslissingen geweest te zijn, maar ik deed het op gevoel, zonder een specifieke opleiding. Eigenlijk was het 7-jarig jongetje in mij al een zen peacemaker!”
Zen Peacemakers
“Mijn Zen Peacemakerswerk ligt daar, in Nepal. Het waren de jaren ‘80 waarin ik voor het eerst in Nepal kwam. Terwijl het boeddhisme in Nederland nog aan het opkomen was, leerde ik het boeddhisme kennen in Nepal, de plaats waar de Boeddha werd geboren. Mijn eigen boeddhistische verdieping heeft zich parallel aan de ontwikkeling van Stichting Vajra ontwikkeld.
In het katholieke geloof waarmee ik ben opgevoed, was ik weliswaar vertrouwd geraakt met het begrip ‘naastenliefde’, maar het christendom had mij ook bijgebracht dat ik als mens ‘heerser over de schepping ben’. Het boeddhisme voegde daar voor mij een essentiële dimensie aan toe: de mens is onderdeel van een groter geheel en leeft daarmee in een wederkerige afhankelijkheid. En dus zijn mensen ook dienaren van de schepping. Dit sloot aan op wat ik in mijn ‘moderne’ studie ecologie had geleerd, maar dat de Boeddha dit al 2500 jaar geleden had doorschouwd en verwoord, blies me volledig van de sokken. Het opende mijn ogen, dat er een andere blik op de wereld mogelijk is, een leven in verbondenheid.
Een paar jaar geleden werd ik uitgenodigd ordelid te worden van de Zen Peacemakersorde (welke nu niet meer bestaat). Ik liep op dat moment een voettocht van Utrecht naar Assisi, gebruik makend van gastvrijheid om bij mensen te slapen. Ik liep om sponsorgeld voor Nepal in te zamelen voor de uitbreiding van een school in Nepal, en voor het herstel van wat de aardbevingen van 2015 er hadden aangericht. Bernie Glassman was in Gent voor een weekend in de sangha van Frank De Waele roshi. Ik liep ervoor om en ontving de Zen Peacemakers rakusu.”
lintje
“De weg naar een lintje is geplaveid met list en bedrog’, zei de burgemeester, maar ik kreeg al een jaar geleden door dat er iets speelde. Het zijn meestal de partners of de kinderen die een lintje aanvragen, die kunnen gegevens uit je computer halen en ze kennen de mensen in je netwerk. Er moet nogal wat gebeuren voor de aanvraag volledig is. 17 mensen in binnen- en buitenland hebben een aanbeveling geschreven. Arnoud heeft die allemaal verzameld en heeft het verzoek uiteindelijk bij de overheid ingediend.
Ik kreeg een hoge onderscheiding. Voor plaatselijk werk kun je benoemd worden tot Lid, voor landelijk werk kun je benoemd worden tot Ridder. Vanwege mijn internationale werk en de schaal en uitstraling daarvan kreeg ik de onderscheiding van Officier in de Orde van Oranje Nassau. In mijn dorp was dat een heel ding. Er werden 3 mensen tot lid, 1 tot ridder en ik werd tot officier benoemd – dat komt niet veel voor. Natuurlijk is het een eer zo’n lintje te krijgen. Maar wat ik doe met Vajra vind ik heel normaal. Dat klinkt vroom maar zo voelt het wel. Het zou normaal moeten zijn dat mensen tijd vrij maken om wat de wereld te betekenen. En gelukkig zijn er heel veel mensen die dat doen, ook als ze geen lintje krijgen. Als je geconfronteerd wordt met leed, en je kijkt dan echt goed, dan zie je de oproep en kun je niet anders dan daar gehoor aan te geven. Dat bedoelt Bernie Glassman ook als hij zegt dat liefdevolle actie voortkomt uit aanwezig zijn in de situatie, zonder oordeel. Als je vooral met jezelf bezig bent kun je niet diep kijken, en dan zie je die oproep niet.”
cement
“De ceremonie rond het lintje vond ik bijzonder om mee te maken. Ik luisterde naar alle mooie ontroerende verhalen. Al die mensen zijn zen peacemakers, maar zo noemen ze zichzelf niet. Wat ze doen is vergelijkbaar, al die mensen kijken om zich heen en voelen een urgentie en geven hun tijd eraan. De burgemeester hield voor mij een speech van wel 20 minuten met citaten uit alle brieven die mensen geschreven hadden, heel ontroerend. Het lintje schept verplichting – maakte hij me duidelijk. Ik werd ook nog op een bijeenkomst in het gemeentehuis verwacht en bij de aubade. Daar bleken ieder jaar wel 50 mensen met lintje bijeen te komen. Door die bijeenkomsten rond die onderscheidingen ben ik gaan beseffen dat de onderscheidingen vorm geven aan een behoefte van de samenleving. Ik besefte dat deze gelauwerde mensen het cement vormen van de maatschappij. Zij zijn bereid de handen uit de mouwen te steken.
Het had een voordeel dat ik wist dat de ceremonie eraan kwam: nu kon ik hem delen met anderen. Ik zou me verbaasd en verlegen hebben gevoeld als die onderscheiding onverwacht was gekomen. Een onderscheiding is ook een scheiding, alsof je niet meer deel van het geheel bent. Maar alles is verbonden. Zonder anderen had ik nooit op die plek gestaan. Arnoud mocht 25 mensen die allemaal bij Vajra betrokken zijn uitnodigen voor de ceremonie en heeft ze gevraagd om te blijven voor de lunch. Dat was een warm samenzijn. Het doet iets met de mensen, dat vieren van de toewijding. Er werd gezongen, er waren toespraken. In mijn toespraak heb ik iedereen benoemd in de Orde van Vajra en ik heb op mijn beurt iedereen een lintje gegeven. Ik stond dan wel aan het roer van het schip, maar wat is een schip zonder bemanning, de bestuursleden, de adviseurs en degenen die het vrijwilligerswerk doen. En dan de zee die het schip draagt, dat is de samenleving die een ANBI-status mogelijk maakt, waardoor donateurs hun gift kunnen aftrekken van de belasting en in feite de hele Nederlandse samenleving mee betaalt aan deze financiële wind in de zeilen. Er is een bestemming waar we altijd naar blijven streven maar nooit halen. En er is een thuishaven, dat is Arnoud voor mij, die helpt bij mijn vertrek en vangt me weer op als ik terugkom.”