Vandaag dacht ik aan de tijd dat ik in een boeddhistische sangha les kreeg in wedergeboorte. Binnen het boeddhisme geloven mensen dat er na de dood resten, flarden van je kennis, kunnen, doen en laten, in een nieuw mensenlijf terugkeert. Dat karma, die eigenschappen, goed en kwaad, kruipt in het nieuwe leven zonder er een kopie van te maken. Een soort vijfde kolonne. Ik vat het maar kort samen.
Het leven is een leerschool, pas als je je diploma hebt en uitgeleerd bent, ontwaakt, zeggen ze in het boeddhisme, de verlichting hebt bereikt, is er van wedergeboorte geen sprake meer. Tijdens die lessen werd ik onderwezen in het bardo, de tussenstaat, een periode van zeven maal zeven dagen dat er na je dood aan je getrokken wordt om die en die richting in te gaan, verlokkingen en verleidingen.
In de boeddhistische richting die ik nu praktiseer bestaat het bardo niet. Als ik sterf worden flarden, kernen en ervaringen van mij in een bevruchte eicel in de buik van een vrouw gedeponeerd en groeit het beetje ik van mij, dat niet van zichzelf bestaat, als een koekoeksjong mee. Ik moest altijd een beetje -respectvol- grinniken als mijn boeddhistische leraar zo vol overtuiging het fenomeen van de wedergeboorte beschreef. Omdat ik besef dat alle religieuze theorieën door mensen zijn bedacht. Schuld en boete, angst om voor niks geleefd te hebben en te sterven. Daarom zijn er hemels en hellen waar we in terecht komen en op de wederopstanding wachten. Het boeddhisme wijkt in die zin af dat je niet meer wedergeboren wordt als je het allemaal snapt.
Ik ga me geen oordeel aanmatigen over de Boeddha die zich wel honderdduizend vorige levens wist te herinneren tot zijn ontwaken. Maar ik blijf zeggen: godsdienst en religie zijn mensenwerk, in onze eigen geest ontstaan en door anderen uitgedragen. Geloven is de essentie. Er waren mensen die Lou de Palingboer volgden, ik geloof dat de gebedsgenezer zich onsterfelijk noemde. Tot hij fysiek dood ging. Dat was paniek daar, ze hadden zich voor het lapje laten houden, die gelovigen.
Lange tijd heb ik geloofd dat ik met een soort onzichtbaar slangetje met alle andere aardbewoners aan een tank van generaal bewustzijn was verbonden. Dat wij dingen en gevoelens konden uitwisselen, in die verbondenheid. Nu zeg ik dat die tank ook empathie kan zijn, zonder slang, maar met veel aandacht voor de ander, ervaren, rondkijken, voelen. Je met de ander verbonden voelen.
Ik kan me geen vorig leven herinneren, mijn zus wel. Er zijn mensen die in een voor hen vreemde stad het huis waar ze in een vorig leven zijn geboren aanwijzen. Ik heb daar geen verklaring voor.
Wedergeboren worden is voor mij elke keer weer ontwaken, iedere ochtend uit de mand stappen en er het beste van maken. In de Achterhoek waar ik eens woonde zeggen ze wirkommen als jouw bezoek hen is bevallen. Wirkommen is geen wedergeboorte, wedergeboorte is een straf, zo lijkt het. Wirkommen is leuk. Wedergeboorte is door mensen verzonnen maar ligt voor velen wel ten grondslag aan het boeddhisme.
Heb je het boeddhisme nodig om een goed mens te worden? Nee. Je kunt het door de Boeddha bedachte achtvoudige pad ook volgen zonder boeddhist te zijn. Dat pad mag je ook anders noemen als dat te zijig klinkt.
Moedig voorwaarts!
Joost zegt
Hele mooie beschouwing.
Piet Nusteleijn zegt
Het is goed te merken dat er bij jou in de buurt geboord, verbouwd en gesloopt wordt. Het is inspirerend. Met verve hanteer je nu zelf de drilboor en de sloopkogel. Met het gemak waarop je ogenschijnlijk ‘alle geloven’ in de puinbak sodemietert. Een hele prestatie om het zó eventjes op dat rijtje te zetten en ons wirkommen te vertellen. Met groet, buiten waait het ook behoorlijk..”werkomgeving” maakte de iPad zelf van “wirkommen”. Je moet toch zo opletten met wat je schrijft. Nu groet.
Ruud van Bokhoven zegt
Reïncarnatie vind ik zelf ook een moeilijk te begrijpen woord.
Wil ik het begrijpen, nou eigenlijk niet omdat het een vorm in het boeddhisme is dat het dat het boeddhisme voor sommigen een religie maakt en ik het nog steeds een levensovertuiging vind zonder een geloof in een niet te bewijzen iets, en in geloof stel ik geen waarde en is iets waar ik niet op kan bouwen.
Ik zie wel wat het leven mij wel of niet gaat geven bij een eventuele wirkommen.