De oudste en grootste bestaande stenen boeddhistische pagode van Zuid-Korea- bij de tempel Mireuk in de havenstad Iksan, is na bijna twee decennia restauratiewerk deze week weer in gebruik genomen. De granieten pagode maakt deel uit van de boeddhistische cultuur van het oude koninkrijk Baekje- 18e eeuw voor Christus tot 660 AD. Het koninkrijk was een van de weinige kanalen waarlangs het boeddhisme op het schiereiland werd geïntroduceerd en opbloeide.
De pagode, met een hoogte van 14,5 meter en een breedte van 12,5 meter en een gewicht van 1.830 ton is gebouwd tijdens de hoogtijdagen van het oude koninkrijk tijdens het bewind van koning Mu (600-641). Gebouwd als een vorm van boeddhistische aanbidding en gebed voor het welzijn van de koninklijke familie is de granieten pagode van onschatbare waarde in de studie van de Koreaanse geschiedenis en het boeddhisme, een voorbeeld van de religieuze architectonische overgang van houten pagodes naar stenen gebouwen. Na al eerder in de tijd verstevigd te zijn werd in 1998 het gebouw als instabiel aangemerkt. Het werd ontmanteld en met nieuwe blokken granieten opnieuw in elkaar gezet.