Mijn ouders zijn al jaren dood en ik mis ze nog steeds. En ik weet niet waar en wanneer ze wedergeboren zijn. Ze zijn blijkbaar op hun rust gesteld.
Joop Hoek
Een jongetje en de zwarte man in de tram
Dus daar zat ik met dat ongemakkelijke gevoel in mijn auto. Het vervelende ventje, het stemmetje in mijn hoofd, dook er gelijk bovenop. Racisme, discriminatie, onrecht, schreeuwde het in mijn oor.
Het doosje, de bijsluiter en de omgang met anderen…
Opeens had ik er helemaal genoeg van, werd zelfs een beetje pissig op mezelf maar meer nog op de fabrikanten van paracetamol en andere tabletjes die het steeds maar weer lukt de bijsluiter verkeerd in een doosje te stoppen.
Ik hou van Joop…
En van anderen.
Ik ben lid van een onzinnige organisatie: het leven
Wat voor sporen laat ik na door het leven dat ik leid. Is het leven een schijtende merel, met zang en stront?
Mijn lichaam niet voor Hans de Leeuw maar voor opa De Gier
En toen overviel me ineens dat burgertruttig gevoel toen ik een van de vrouwen hoorde zeggen dat ze in contact was getreden met Artis om na haar dood haar lichaam aan te bieden als hapje voor de leeuwen.
Joop Bonifatius Ha Hoek en de eendagverlichting…
Een paar keer per jaar vragen mensen mij hen wat bij te praten over het boeddhisme. Nou, ik heb geen bodhiboom in de tuin staan en ik ben een luie student. Maar om ze niet teleur te stellen en van het gevraag af te zijn dreun ik maar wat boeddhistische thema’s op. Er zijn volhouders die blijven zeuren. Het leven is niet altijd gemakkelijk.
Ik ben altijd bang dat een leraar ziet dat ik niet onderdanig ben…
Net toen ik de straat over wilde steken gebeurde het. Het duurde maar een paar seconden maar het was prachtig om te zien. Een jonge man op een oude zwarte fiets, zo’n fiets die niemand wil stelen, en achterop de bagagedrager een jonge meid.
Een tuinierende boeddhist en de vermaledijde snoeischaar
Na al die jaren van zitten ben ik nog steeds in staat om voor mij ongewenste mensen uit mijn leven te snoeien. De Boeddha zegt zelf dat je niet met iedereen bevriend hoeft te zijn, leg ik anderen dan uit die moeilijk op mijn snoeiactie reageren.
Mijn kop is een cafetaria of een goed gevuld magazijn of een krankzinnigengesticht of gewoon een hoofd
Opeens ben ik me er van bewust, mijn gedachten, wensen en verlangens tollen door m’n kop. Toch ben ik in rust, neem waar wat er gebeurt. Op een kalme wijze. Ten minste, dat verbeeld ik me. Dat mediteren levert toch wel wat op. Oeps. Mu.
Help, nee, ik wil je vriend niet zijn, het is een vergissing
Een paar dagen geleden verscheen er een berichtje op mijn scherm. Iemand wilde lid worden van een –mijn?- Linkedin netwerk. Tenminste, zo interpreteerde ik dat.
Paul Stolk is dood
Twee jonge, gedreven gasten werden ouwe knarren. En toen bleef er nog maar een over.
De kaart en het gemoed
De oranje brievenbus is voor mij de bodhiboom, de boom zei niet ‘doe zus, doe zo’. De bus stond er al voordat ik hier kwam wonen. De boom stond er al voordat de Boeddha er beschutting, kalmte en openheid onder zocht. De bus en de boom, waar de lange en vruchtbare reis zou kunnen beginnen.
‘De boeddhistische leraar en het geopende raam’
Er zijn maar weinig goede boeddhistische leraren, zei een boeddhistische vriend laatst tegen mij.
‘Ik verkeer in een boedhistische kalmte’, zei ik tegen mijn gesprekspartners
Het begon ergens in de vorige week. Ik heb het niet genoteerd in de agenda omdat de ervaring pas later kwam.
‘Er wordt niet meer aan me getrokken in mijn eigen bardo’
Het ene bericht had nog meer impact op mij dan het andere. Het beukte op me neer, al die ellende, al dat lijden, het grote verdriet.
Onbegrensde metta op de snelweg
Het was in een paar seconden voorbij. Maar het maakte zo’n diepe indruk op me, ik zal het nooit vergeten, al zal het beeld in de loop van de tijd wel vervagen.
‘De Verhevene had wel wat minder sutta’s kunnen bedenken’
De Verhevene kijkt me chagrijnig aan. Hij heft zijn vinger en zegt: ‘Als je op deze weg doorgaat, Joop, dan ziet het er niet best voor je uit. Dan zou je, hoe vreemd dat misschien klinkt, nog wel eens kunnen gaan verlangen naar een langdurig verblijf in de blaartrekkende hellen.’
Het boek
Het is een boek dat ik uit de geribbelde kartonnen envelop haal. Een boek en niet de bestelde dvd’s over de Zweedse detective Wallander. Een boek. Een recensie-exemplaar van de uitgever Lannoo. Even ben ik verstoord, ik had me zo verheugd op een avondje detective gapen.
‘Ik ben een liegende boeddhist’
De Boeddha houdt niet van Liegebeesten. Juiste spraak is voor hem een groot goed. Nou ja, een leugentje om bestwil. Nee, ook niet. Nou, dan een leugen om de rust in de tent te bewaren. Nee, nee. Of om mijn redactie en bronnen te beschermen. Nee!
Vrijdag de Dertiende
Ook al geloof je er niet in, en ben je voor de duivel niet bang: Uitkijken!
‘Ik ben helemaal van het pad af door het boeddhisme’
Ik probeer met twee vingers in mijn neus het boeddhisme te beleven. Op een voor de buitenwacht onopvallende manier. Daarom draag ik geen gekleurde koordjes, armbandjes, mala, speciale kleding, rode sokken of oranje stropdassen en heb aan de achteruitkijkspiegel in de auto ook geen boeddhabeeldje hangen. Kortom, ik probeer niet op te vallen.
‘Ik kan niet haten, word er vervelend van’
Van een ding heb ik wel spijt in mijn column van vorige week: dat ik het paard van Sinterklaas heb opgevoerd in deze tijd van het jaar. Voor je het weet komt de terreur van het schoenzetten en gejengel om snoep op gang.
‘De verwerpelijke stijl van Open Boeddhisme’
In het Nederlandse strafrechtsysteem ben je pas schuldig als een verdenking van het plegen van een strafbaar feit ook bewezen is. Maar niet bij deze journalisten van de koude grond. Door insinuerend taalgebruik maar zonder tot een eigen oordeel te komen, zaaien ze angst in de boeddhistische samenleving.